In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als Leerling Kraamverzorgende, zich op 12 oktober 2020 ziek gemeld en een WIA-uitkering aangevraagd bij het Uwv na het verstrijken van de wachttijd van 104 weken. Het Uwv heeft op 21 februari 2023 besloten dat eiseres per 10 oktober 2022 0% arbeidsongeschikt is, wat betekent dat zij niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit bezwaar op 4 december 2023 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 2 december 2024 de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft beslist. De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen als zorgvuldig en voldoende begrijpelijk beoordeeld. Eiseres heeft aangevoerd dat zij verdergaande beperkingen heeft dan door het Uwv is aangenomen, maar de rechtbank heeft geen aanleiding gezien om aan de medische beoordeling te twijfelen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.