ECLI:NL:RBMNE:2024:6974

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
16/224857-24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraken met DNA-bewijs en niet-ontvankelijkheid benadeelde partij

Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee woninginbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 21 augustus 2022 in [plaats 2] samen met een ander een inbraak heeft gepleegd in een woning aan de [adres 2], waarbij meerdere goederen en geld van [slachtoffer 1] zijn gestolen. Daarnaast heeft de verdachte op 31 juli 2023 en/of 1 augustus 2023 in [plaats 3] een inbraak gepleegd in een woning aan de [adres 3], waarbij goederen van [slachtoffer 2] zijn gestolen. De rechtbank heeft op basis van DNA-onderzoek vastgesteld dat het DNA van de verdachte is aangetroffen op een steekwagentje dat bij de woning van [slachtoffer 1] is aangetroffen. Dit DNA-onderzoek heeft de rechtbank overtuigd van de betrokkenheid van de verdachte bij de woninginbraak. De verdachte heeft verschillende alternatieve scenario's gepresenteerd, maar deze zijn door de rechtbank als onvoldoende onderbouwd en ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden. Tevens heeft de rechtbank de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er onvoldoende bewijs was voor een aantasting in de persoon.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/224857-24 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 november 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres de [adres 1] , [postcode] te [plaats 1] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 november 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. V. van der Horst en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 21 augustus 2022 in [plaats 2] samen met een ander een inbraak heeft gepleegd in een woning aan de [adres 2] en daarbij meerdere goederen en geld van [slachtoffer 1] heeft gestolen;feit 2:op 31 juli 2023 en/of 1 augustus 2023 in [plaats 3] een inbraak heeft gepleegd in een woning aan de [adres 3] en daarbij meerdere goederen van [slachtoffer 2] heeft gestolen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Van het onder feit 1 ten laste gelegde medeplegen vordert de officier van justitie vrijspraak.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , genummerd PL0900-2022244799-2, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Pleegdatum: Tussen 17 augustus 2022 en 18 augustus 2022.
Op 4 augustus 2022 zijn mijn vriendin en ik op vakantie gegaan. Wij hebben onze woning, gelegen aan de [adres 2] in [plaats 2] onbeschadigd en afgesloten achtergelaten.
Wij kwamen op 21 augustus 2022 thuis. Mijn auto, BMW type X5 en voorzien van het kenteken [kenteken] , stond niet meer op de oprit. Het voertuig is weggenomen met de sleutel. Deze sleutel lag in huis. In mijn auto lag in ieder geval mijn bankpas van de ABN Amro, een aantal andere passen en reclamemateriaal van mijn bedrijf [bedrijf] . Aan de buitenzijde zag ik dat aan een raam aan de voorzijde braakschade zat. De voor- en achterdeur bleken niet meer op slot te zitten. Dit hebben de inbrekers gedaan met onze huissleutels. Deze lagen namelijk in een bakje bij de voordeur van de woning en bleken te zijn weggenomen. Ik ben naar de werkkamer gelopen waar een wapenkluis stond. Deze wapenkluis bleek te zijn weggenomen. Ze hebben deze uit de muur gebroken, waar de kluis in zat geschroefd. In deze wapenkluis lag [2] :
-serienummer [serienummer 1] Combinatiegeweer van het merk Tikka 12/5,6X50R
-serienummer [serienummer 2] Dubbelloops hagelgeweer van het merk Cesar type Guerini12
-serienummer [serienummer 3] Dubbelloops hagelgeweer van het merk Arrietal2
-serienummer [serienummer 4] Enkelloops hagelgeweer van het merk Akkar type Altay Camo
-serienummer [serienummer 5] Enkelloops kogelgeweer Mauser8X57 mm
-serienummer [serienummer 6] Grendel Blaser
-serienummer [serienummer 7] Staartstuk (los) Blaser
-serienummer [serienummer 8] Wisselloop Blaser R8 merk Luxus .30-06 Sprfd
-serienummer [serienummer 9] Wisselloop Blaser R8 ST R ZKK DR .243 Win
-250 patronen, verschillende kalibers
-Rolex type GMT master 2
-300 euro in 6 briefjes van 50
-reservesleutel weggnomen BMW
-horloge merk Swatch, paars van kleur eerste serie in originele doos
Uit de slaapkamer waren onder andere sieraden en het parfum van ons beiden weggenomen. Vanuit de schuur hebben ze een herenfiets van het merk Gazelle en een elektrische damesfiets van het merk Gazelle weggenomen, evenals mijn gereedschappen. [3]
Een proces-verbaal van forensisch onderzoek woning aan de [adres 2] [plaats 2] , genummerd PL0900-2022244799-3, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 22 augustus 2022 kwam ik voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 2] [plaats 2] . [4]
Bevindingen
Ik zag dat het hout van het kozijn van het raam van de aanbouw (werkkamer) onderin versplinterd was. Ik heb dit raam open gedaan en ik zag in de sluitnaad indrukken van een breekvoorwerp. Deze indrukken waren passend bij het open wrikken door middel van schroevendraaier.
Ik zag rechts om de hoek naast de voordeur een steekwagentje tussen de planten staan. Ik hoorde de bewoner zeggen dat dit hun eigen steekwagentje is welke in de schuur stond voor vertrek. Ik heb beide handvatten bemonsterd op de aanwezigheid van biologische sporen en veiliggesteld onderSIN: AAPZ4475NL.
Ik zag in de sluitnaad van het bovenlicht van de achterdeur in de keuken, afdrukken
gelijkend op de afdrukken in de sluitnaad van de werkkamer. Ik zag dat het hendeltje
van dit raam ook kapot was. Ik zag in de hoek op de betonnen muur verschillende indrukken in het beton. Deze indrukken zijn passend bij het wrikken met een schroevendraaier. Deze indrukken waren gelijkend op de indrukken in de sluitnaad van het raam van de werkkamer. Ik hoorde de bewoner zeggen dat op deze plek in de woning de kluis stond met verschillende wapens. Ik zag op de grond een grote kras in de vorm van een halve cirkel, passend bij het schuiven over de vloer met een zwaar voorwerp. [5]
SamenvattingAan de hand van mijn bevindingen lijkt het waarschijnlijk dat de dader(s) het raam van de werkkamer hebben gepoogd open te breken met een schroevendraaier. Vervolgens zijn de daders naar de achterzijde van woning gegaan en hebben hier het bovenlicht van de keukendeur opengebroken. Via dit bovenlicht hebben de daders de woning betreden. In de woning hebben de dader(s) een reserve sleutel gepakt welke toegang geeft tot de deuren van de woning en de schuur. Ze hebben de woning en de schuur doorzocht. Vermoedelijk hebben de daders het steekwagentje uit de schuur gebruikt om de kluis naar buiten te vervoeren en hebben deze vervolgens naast de voordeur achtergelaten. [6]
Biologische sporenSIN: AAPZ4475NL
Spooromschrijving: Epitheel
Plaats veiligstellen: Handvat steekwagentje naast voordeur [7]
Een geschrift, te weten een rapport van The Maastricht Forensic Institute van 6 september 2022 met nummer 2022.7644, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tabel 1 - Resultaat van het DNA-onderzoek
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van
celmateriaal
Handvat
steekwagentje naast
voordeur
AAPZ4475NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van
minimaal twee donoren, van wie zeker één man.’'
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend
DNA-onderzoek met het DNA-profiel van eenpersoon.
[verdachte] [8]
4.
Berekening van de bewijswaarde
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van [verdachte] in de bemonstering van "Handvat steekwagentje naast voordeur AAPZ4475NL" is de likelihood-ratio methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen:
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van [verdachte] en één onbekende, niet verwante persoon.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is. [9]
Bewijsoverweging feit 1
De rechtbank gaat op basis van de bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden. Tussen 17 augustus 2022 en 18 augustus 2022 wordt, terwijl aangever [slachtoffer 1] op vakantie is, ingebroken in zijn woning en bijbehorende schuur aan de [adres 2] in [plaats 2] . Er worden verschillende goederen, waaronder sieraden, twee fietsen en een personenauto meegenomen door de inbrekers. Een wapenkluis met daarin onder andere meerdere wapens, munitie en geld wordt uit de muur gebroken en meegenomen. Een forensisch onderzoeker treft buiten de woning een steekwagentje aan. Dit is van aangever en stond voor hij vertrok nog in zijn schuur. De handvatten van het steekwagentje worden bemonsterd. Het The Maastricht Forensic Institute (verder: TMFI) heeft deze bemonstering onderzocht en heeft een DNA-mengprofiel afkomstig van minimaal twee donoren waarvan zeker één man aangetroffen. De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker (de hoogste bewijskracht met een ordergrootte van meer dan een miljoen keer waarschijnlijker) wanneer de bemonstering van het spoor DNA van verdachte en één onbekende, niet verwante person bevat, dan als de bemonstering van het spoor DNA van twee onbekende, niet verwante personen bevat.
De rechtbank concludeert dat dit spoor een daderspoor is, nu het steekwagentje door de inbrekers uit de schuur van aangever moet zijn gehaald. Verdachte ontkent alle betrokkenheid bij de woninginbraak en heeft als verklaring voor het aantreffen van het DNA-spoor op het steekwagentje verschillende hypothetische alternatieve scenario’s geschetst. Het kan zijn dat iemand een handschoen of pet van hem heeft gebruikt bij het plegen van de inbraak en dat zijn DNA op die manier – dus via secundaire overdracht - op het steekwagentje terecht is gekomen. Het zou volgens de verdediging mogelijk kunnen gaan om handschoenen of petten die verdachte heeft gedragen bij eerdere strafbare feiten die hij samen met anderen pleegde. De handschoenen en/of petten zouden in een gezamenlijke tas zijn gedaan, waardoor die mogelijk vervolgens door anderen zijn gebruikt bij deze woninginbraak. Het door verdachte geschetste alternatieve scenario is voor het eerst ter terechtzitting aangedragen en niet nader onderbouwd. De rechtbank acht het alternatieve scenario onvoldoende concreet en verifieerbaar. In het verhoor, dat weliswaar pas na een jaar na de inbraak plaatsvond, heeft verdachte geen verklaring voor het aantreffen van het DNA spoor gegeven. Ter terechtzitting heeft verdachte aangevoerd dat als hij eerder was gehoord, hij concretere informatie had kunnen verstrekken. De tijd tussen de inbraak en het verhoor van verdachte bij de politie en de behandeling van de zaak op zitting is echter niet zodanig lang geweest dat van verdachte niet meer mag worden verwacht dat hij het alternatief scenario concreet maakt. Daarbij komt dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij nog ‘5 á 6 namen’ kan noemen, maar dat niet wil doen om anderen niet in de problemen te brengen. De rechtbank leidt daaruit af dat het tijdsverloop dus geen belemmering is, maar dat verdachte desalniettemin het alternatieve scenario niet nader wil onderbouwen. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het alternatieve scenario.
De verdediging heeft subsidiair verzocht om de zaak aan te houden en het TMFI onderzoek te laten doen naar de relatieve hoeveelheid van celmateriaal dat van verdachte is aangetroffen op het steekwagentje. Het vaststellen van de relatieve hoeveelheid celmateriaal kan in sommige gevallen informatief zijn bij de vraag of er sprake kan zijn van secundaire overdracht van DNA. Op basis hiervan kan worden vastgesteld of een alternatief scenario aannemelijk is, aldus de verdediging.
De rechtbank wijst dit verzoek af en overweegt daartoe als volgt. De rechtbank acht het alternatieve scenario – zoals hiervoor toegelicht - onaannemelijk. Zelfs al zou uit nader onderzoek blijken dat de relatieve hoeveelheid DNA klein zou zijn, dan acht de rechtbank dit van onvoldoende gewicht om het alternatieve scenario aannemelijk te achten. De rechtbank acht verder onderzoek daarom niet noodzakelijk.
De rechtbank acht het onder feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder feit 1 ten laste gelegde medeplegen, nu uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte het feit samen met een (of meer) andere(n) heeft gepleegd.
Feit 2
Bewijsmiddelen [10]
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , genummerd PL0900-2023232025-4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik wil aangifte doen van inbraak in mijn woning aan de [adres 3] in [plaats 3] . Op 27 juli 2023 ben ik samen met mijn vrouw op vakantie gegaan. Wij hebben de woning afgesloten en in goede staat achtergelaten. Op 1 augustus 2023 werden wij gebeld door de oppas. Zij vertelde ons dat zij die ochtend had geconstateerd dat er was ingebroken in de woning. Zij vertelde ons dat zij de dag daarvoor, 31 juli 2023 voor het laatst in onze woning was geweest en de woning in goede staat en afgesloten had achtergelaten. Thuis heb ik het volgende aangetroffen: aan de achterzijde van de woning zag ik dat de deur van de bijkeuken open stond, deze was open aangetroffen door onze oppas. Ik zag dat het raam naast de keukendeur was opengebroken. [11] Uit de keukenlade is onze complete bestekset van het merk WMF en een aantal zilveren lepels en vorken en een verzilverde set weggenomen. Van de salontafel zijn er ongeveer 7 zilveren servetringen weggenomen. Vanaf de eettafel is er een zilveren beeldje weggenomen in de vorm van een ezeltje. Vanaf de schouw van de openhaard is een zilveren zakhorloge weggenomen. In de prullenbak troffen wij een leeggedronken blikje cola aan. Deze was uit de bijkeuken weggenomen. Diverse parfums en beautyartikelen zijn weggenomen. Tevens zijn er ongeveer 10 horloges weggenomen zowel heren- als dameshorloges. Twee oorclips met een bijpassen broche van porselein. [12] Een klein sieradendoosje waar wat broches in zaten is weggenomen uit één van de kasten. In de bijkeuken zag ik dat de elektrische fiets was weggenomen. [13]
Een proces-verbaal van forensisch onderzoek woning aan de [adres 3] te [plaats 3] , genummerd PLO0900-2023232025-3, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op l augustus 2023 kwam ik voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 3] , [plaats 3] . [14]
Bevindingen
Ik zag werktuigsporen in de sluitzijde van het draairaam in de bijkeuken. Ik zag dat de werktuigsporen waren veroorzaakt door een breekijzer en een schroevendraaier. Ik zag in de keuken een prullenbak staan. In de prullenbak zag in een blikje cola liggen die was ingedeukt. Ik heb van het blikje een DNA-monster veiliggesteld voor vervolgonderzoek. [15]
Biologische sporenSIN: AAPF0431NL
Spooromschrijving: Epitheel
Plaats veiligstellen: Blikje prullenbak keuken [16]
Een geschrift, te weten een rapport van The Maastricht Forensic Institute van 21 augustus 2023 met nummer 2023.2829, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tabel 1 - Resultaat van het DNA-onderzoek
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor
van celmateriaal
Blikje prullenbak
keuken AAPF0431NL
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte] [17]
Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [slachtoffer 2] , genummerd PL0900-2023232025-8, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb telefonisch contact opgenomen met aangever [slachtoffer 2] . Hij gaf mij desgevraagd aan dat:
- Hij in de prullenbak een blikje cola had aangetroffen.
- De prullenbak verder leeg was.
- Zij de prullenbak leeg achter hadden gelaten omdat zij op vakantie waren gegaan.
- Het blikje van het merk Coca Cola was.
- Het blikje was weggenomen uit de bijkeuken/aanbouw.
- Het blikje afkomstig was van een sixpack Coca Cola die in de bijkeuken had gestaan.
- Zowel de aangever als de oppas niet degene waren die uit het blikje gedronken hadden dan wel in de prullenbak hadden gegooid. [18]
Bewijsoverweging feit 2
De rechtbank gaat op basis van de bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden. Tussen 31 juli 2023 en 1 augustus 2023 wordt ingebroken in de woning van aangever [slachtoffer 2] aan de [adres 3] in [plaats 3] . Aangever is op dat moment op vakantie. De inbrekers breken een raam in de bijkeuken open om zo de woning binnen te kunnen gaan. In de woning worden meerdere goederen weggenomen. In de prullenbak in de keuken wordt later een leeg colablikje aangetroffen. Aangever verklaart dat dit colablikje afkomstig is uit een sixpack dat in de bijkeuken stond. Het blikje is bemonsterd en door het TMFI onderzocht op DNA-sporen. Op het blikje wordt een DNA-profiel van een man aangetroffen. De frequentie van dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard en matcht met het DNA van verdachte. De rechtbank concludeert hieruit dat het DNA van verdachte is aangetroffen op het colablikje.
Verdachte ontkent ook alle betrokkenheid bij deze woninginbraak. Door de verdediging is aangevoerd dat het blikje, waar celmateriaal van verdachte op zat, door de inbrekers moet zijn meegenomen en zijn achtergelaten in de woning. De rechtbank acht echter bewezen dat het colablikje afkomstig was uit de woning van aangever zelf, waarmee dit alternatieve scenario wordt verworpen. Het DNA-spoor is naar oordeel van de rechtbank redengevend voor het bewijs dat verdachte als dader betrokken is geweest bij de woninginbraak, nu dit blikje door de dader van de woninginbraak moet zijn gepakt en leeggedronken. Op basis hiervan acht de rechtbank het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 17 augustus 2022 t/m 18 augustus 2022 te [plaats 2] , gemeente [gemeente 1] in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning en schuur gelegen aan de [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een BMW X5 (kenteken [kenteken] ),
- meerdere fietsen,
- diverse sleutels,
- sieraden,
- horloges,
- gereedschappen,
- een wapenkluis,
- diverse wapens, hulpstukken en munitie,
- enig geldbedrag, en
- parfums,

die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;

feit 2:
op 31 juli 2023 of 1 augustus 23 te [plaats 3] , gemeente [gemeente 2] , in een woning, te weten een woning gelegen aan de [adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een fiets,
- diverse zilverwaren,
- parfums,
- horloges,
- sieraden, en
- een sieradendoosje,

die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
diefstal in een woning en op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid;
feit 2:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee woninginbraken. In de woningen heeft verdachte een ravage aangericht door deze overhoop te halen en vervolgens veel spullen met aanzienlijke waarde mee te nemen, waaronder een auto, meerdere (elektrische) fietsen en een gevulde wapenkluis. Naast financiële schade heeft verdachte met zijn handelen ook veel overlast veroorzaakt voor het slachtoffer. Inbraken vormen een forse inbreuk op de privacy van de slachtoffers en veroorzaken gevoelens van onrust en onveiligheid bij de slachtoffers en in de maatschappij. Daar komt bij dat een woning bij uitstek een plek is waar men zich veilig moet kunnen voelen. Verdachte is hier onverschillig voor geweest en heeft kennelijk enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 30 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor een woninginbraak uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, dan wel, indien sprake is van recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden. De rechtbank heeft ook gekeken naar welke straffen andere rechtsprekende instanties hebben opgelegd voor dit soort feiten.
Gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten vindt de rechtbank een vrijheidsbenemende straf de enige passende strafmodaliteit. De rechtbank acht de eis van de officier van justitie ook passend en zal aan verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden opleggen.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,- bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat de vordering tot schadevergoeding gedeeltelijk kan worden toegewezen voor een bedrag van € 400,-, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen, wegens de bepleite vrijspraak.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
In het geval geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals hier aan de orde, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het BW slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De benadeelde partij heeft een dergelijke schending of aantasting niet (voldoende) onderbouwd. Bij een inbraak waarbij de bewoners niet thuis zijn is het ook niet zo dat de aard en ernst van de normschending steeds meebrengt dat sprake is van een aantasting in de persoon. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren nu nadere bewijslevering van eventuele immateriële schade als gevolg van de inbraak een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De benadeelde partij kan zich nog wenden tot de burgerlijke rechter.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 maanden;
Benadeelde partij
- verklaart [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.M. Lemmen, voorzitter, mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. S. Ourahma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.I. van Balkom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 november 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 augustus 2022 t/m
21 augustus 2022 te [plaats 2] , gemeente [gemeente 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning en schuur/garage gelegen aan de [adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn
mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
- een BMW X5 (kenteken [kenteken] ) en de bijbehorende papieren,
- meerdere fietsen,
- diverse sleutels,
- sieraden,
- horloges,
- gereedschappen,
- een wapenkluis,
- diverse wapens, hulpstukken en munitie,
- enig geldbedrag, en/of
- parfums,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 2:
hij in of omstreeks 31 juli 2023 en/of 1 augustus 23 te [plaats 3] , gemeente [gemeente 2] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning gelegen aan de [adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een fiets,
- diverse zilverwaren,
- parfums,
- horloges,
- sieraden, en/of
- sieradendoosje,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 27 juli 2024, genummerd PL0900-2024206434, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 232. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 13.
3.Pagina 14.
4.Pagina 30.
5.Pagina 31.
6.Pagina 32.
7.Pagina 33.
8.Een geschrift, te weten een rapport van The Maastricht Forensic Institute van 6 september 2022 met nummer 2022.7644, pagina 106.
9.Een geschrift, te weten een rapport van The Maastricht Forensic Institute van 6 september 2022 met nummer 2022.7644, pagina 107.
10.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 27 juli 2024, genummerd PL0900-2024206434, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 232. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
11.Pagina 127.
12.Pagina 128.
13.Pagina 129.
14.Pagina 178.
15.Pagina 179.
16.Pagina 180.
17.Een geschrift, te weten een rapport van The Maastricht Forensic Institute van 21 augustus 2023 met nummer 2023.2829, pagina 182.
18.Pagina 176.