Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de moeder (met bijlagen 1 tot en met 11) binnengekomen op 10 juli 2024;
- het verweerschrift van de vader (met bijlagen 1 tot en met 11), binnengekomen op 2 augustus 2024;
- het bericht van de vader (met bijlagen 12 tot en met 16) van 31 oktober 2024, binnengekomen op 1 november 2024;
- de akte indiening producties van de moeder (met bijlagen 12 tot en met 15) van 4 november 2024.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk, H.M. Sittig;
- [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
- de brief van de vader van 27 november 2024;
- de brief van de moeder van 29 november 2024.
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [2012] te [geboorteplaats] . [minderjarige] woont bij de moeder.
De voorzieningenrechter heeft partijen veroordeeld tot nakoming van de volgende in onderling overleg overeengekomen zorgregeling:
- de ouders zullen samen met [minderjarige] (maximaal) vier opeenvolgende zaterdagen dineren bij Van der Valk in [plaats] . Zij spreken daar om 19.00 uur af;
- de ouders gaan onder begeleiding van een mediator met elkaar in gesprek over onder andere hun samenwerking en over de verdere opbouw van het contact tussen vader en dochter. Moeder doet uiterlijk vrijdag 24 maart 2023 om 12.00 uur een voorstel aan de vader voor een mediator, waarbij zij ook direct een afspraak plant.