Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 december 2024 met producties 1 tot en met 6 van [eiseres] ;
- de mondelinge behandeling van 17 december 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 17 december 2024, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding waarin de eisende partij, [eiseres], het recht claimt om afscheid te nemen van haar overleden zus, [A]. De gedaagde partij, [gedaagde], weigert deze toestemming te geven, wat volgens [eiseres] in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op respect voor privé- en gezinsleven waarborgt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de weigering van [gedaagde] onrechtmatig is, aangezien het recht van [eiseres] om afscheid te nemen van haar zus een fundamenteel recht is dat moet worden gerespecteerd. De voorzieningenrechter heeft [gedaagde] veroordeeld om medewerking te verlenen aan het afscheid nemen van [eiseres] op 17 december 2024, vóór 18:00 uur of na 19:45 uur. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van het recht op familiebanden en de noodzaak om deze rechten te respecteren, vooral in situaties van rouw en verlies.