In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, is op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een zaak betreffende het gezamenlijk gezag over een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. F. Boor, heeft verzocht om samen met de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. van Beers, het gezag over hun achtjarige zoon, [minderjarige], te delen. De ouders hebben in het verleden een relatie gehad die in 2018 is beëindigd. De moeder heeft momenteel alleen het gezag over [minderjarige], wat betekent dat zij alleen belangrijke beslissingen over hem mag nemen. De vader heeft in het verleden problemen gehad, waaronder een alcoholverslaving, maar heeft positieve stappen gezet in zijn leven en wil nu een grotere rol spelen in het leven van zijn zoon.
De rechtbank heeft de zorgen van de moeder over het gezamenlijk gezag gehoord, maar concludeert dat de vader zich verantwoordelijk opstelt en dat er geen risico is dat [minderjarige] klem raakt tussen de ouders. De ouders hebben momenteel een werkbare communicatie over de omgang met hun zoon en staan open voor hulp om hun communicatie te verbeteren. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek van de vader toe te wijzen en gezamenlijk gezag over [minderjarige] toe te kennen. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de ouders de beslissing moeten volgen, ook als één van hen in hoger beroep gaat. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de ouders, met de juiste ondersteuning, in staat zullen zijn om samen beslissingen te nemen in het belang van hun kind.