ECLI:NL:RBMNE:2024:6895

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
16/341036-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag van beroepschauffeur

Op 22 juni 2023 vond er een ernstig verkeersongeval plaats in Breukelen, waarbij een beroepschauffeur met zijn vuilniswagen een bushokje ramde. De chauffeur, die niet op de hoogte was dat het laadsysteem van zijn vrachtwagen was uitgeklapt, reed tegen de gebruikelijke rijrichting in over een busbaan. Hierdoor raakte het bushokje, waarin drie mensen stonden te wachten, volledig beschadigd. Een van de wachtenden, een minderjarig slachtoffer, liep zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een open elleboogbreuk. De rechtbank oordeelde dat de chauffeur zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend had gedragen, wat leidde tot de aanrijding. De verdediging voerde aan dat de Wegenverkeerswet niet van toepassing was omdat het ongeval plaatsvond op een afgesloten busstation, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 80 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en de spijt die hij betuigde over het ongeval.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/341036-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [postcode 1] te [plaats 1] ,
hierna genoemd: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 oktober 2024. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. W.A. Koers, advocaat te Leusden.
Het minderjarige slachtoffer [slachtoffer] was eveneens ter terechtzitting aanwezig, samen met haar ouders en broer. Zij werd bijgestaan door mr. R. Mayer, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. D.E. Hooydonk, en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw en door het slachtoffer en haar moeder naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort weergegeven, op neer dat verdachte:
primair: op 22 juni 2023 te Breukelen als bestuurder van een vrachtwagen een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, door zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend:
- het zijbeladingssysteem van de vrachtwagen niet in te klappen en
- vervolgens tegen de rijrichting in over een busbaan te rijden en
- met het uitgeklapte zijbeladingssysteem tegen een bushokje aan te rijden, waardoor dit is ingestort;
subsidiair: op dezelfde dag en plaats en door dezelfde handelingen gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met dien verstande dat verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair integrale vrijspraak bepleit, omdat de ten laste gelegde gedragingen van verdachte niet zijn verricht op een weg die toegankelijk is voor het openbaar verkeer, maar op een voor het openbaar verkeer afgesloten busstation. Daardoor is de Wegenverkeerswet niet van toepassing op deze gedragingen en moet integrale vrijspraak volgen, aldus de raadsvrouw.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het gedrag van verdachte niet dermate onvoorzichtig of onoplettend is geweest, dat van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet kan worden gesproken. Verdachte moet dan ook voor de primair ten laste gelegde overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet worden vrijgesproken, aldus de raadsvrouw.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsoverwegingen
4.3.1.1 Schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet
Aan verdachte is primair overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet ten laste gelegd. Voor een bewezenverklaring hiervan moet worden bewezen dat verdachte schuld heeft gehad aan een verkeersongeval, waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Daarvoor is nodig dat kan worden vastgesteld dat het betreffende verkeersongeval heeft plaatsgevonden doordat verdachte zich als verkeersdeelnemer aanmerkelijk of zeer onvoorzichtig of onoplettend heeft gedragen.
Inleiding
Op basis van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
Op 22 juni 2023 heeft verdachte met zijn vrachtwagen vuilniscontainers op [locatie] geleegd en gereinigd. Hierbij heeft hij gebruik gemaakt van een hijsinstallatie aan de rechter zijkant van de vrachtwagen, met behulp waarvan hij de inhoud van de vuilniscontainers in de vrachtwagen kan deponeren. Deze hijsinstallatie moet hiervoor uitgeklapt worden. Na het legen van de vuilniscontainers moet de hijsinstallatie weer ingeklapt worden, omdat deze hijsinstallatie in uitgeklapte vorm uitsteekt en de vrachtwagen aanzienlijk breder maakt en daardoor leidt tot gevaarzetting in het verkeer.
Het onderdeel van de vrachtwagen dat de hijs- en wasinstallatie aanstuurt, door verdachte de PTO genoemd, maakt het, wanneer het is ingeschakeld, onmogelijk met de vrachtwagen te rijden terwijl de hijsinstallatie nog is uitgeklapt. Wanneer de motor van de vrachtwagen wordt uitgeschakeld, wordt echter ook deze PTO uitgeschakeld. Wanneer de motor van de vrachtwagen vervolgens wordt herstart, wordt deze PTO niet opnieuw ingeschakeld, waardoor het op dat moment wel mogelijk is met de vrachtwagen te rijden terwijl de hijsinstallatie is uitgeklapt.
De gedragingen van verdachte en de kwalificatie daarvan
Op de bewuste dag werd verdachte, na het legen van de containers, maar vóór het weer inklappen van de hijsinstallatie, gebeld of hij kon helpen bij een noodsituatie elders. Tijdens het telefonisch overleg hierover is verdachte in de vrachtwagen gaan zitten en heeft hij de motor van zijn vrachtwagen uitgeschakeld. Na het telefonisch overleg heeft verdachte: i) er niet meer aan gedacht dat de hijsinstallatie nog was uitgeklapt ii) er niet aan gedacht dat de PTO door het uitschakelen van de motor was gedeactiveerd en door het inschakelen van de motor niet opnieuw werd geactiveerd en iii) niet in de rechter buitenspiegel gezien dat de hijsinstallatie was uitgeklapt, terwijl dit in deze spiegel wel duidelijk zichtbaar was. Hierdoor is verdachte gaan rijden met een uitgeklapte hijsinstallatie zonder dat hij zich dat besefte, waardoor hij korte tijd later met de uitgeklapte hijsinstallatie een bushokje heeft geramd, waarin drie personen op de bus stonden te wachten, waardoor het bushokje volledig is ingestort. Verdachte reed daarbij tegen de gebruikelijke rijrichting in.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ongewild, maar verwijtbaar een vermijdbare fout heeft gemaakt en zich door dit alles aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen.
De rechtbank betrekt bij dit oordeel het feit dat verdachte als dagelijks berijder van de vrachtwagen een beroepschauffeur is, waaraan hogere eisen ten aanzien van de voorzichtigheid en oplettendheid moeten worden gesteld dan aan de gemiddelde verkeersdeelnemer (Garantenstellung). Niet alleen vanwege de grotere rijvaardigheid die van een beroepschauffeur mag worden verwacht, maar ook vanwege de grotere gevaarzetting die een voertuig met een dergelijk gewicht en omvang met zich meebrengt.
Gevolg
Als gevolg van het aanmerkelijk onvoorzichtige verkeersgedrag van verdachte heeft een botsing plaatsgevonden tussen zijn vrachtwagen en een bushokje, waarin drie personen op de bus stonden te wachten. Door deze botsing zijn deze drie personen gewond geraakt, waarbij één van hen, het slachtoffer [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
Conclusie
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, nu hij zich als verkeersdeelnemer aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen en daardoor een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht.
4.3.1.2 Toepassing artikel 6 van de Wegenverkeerswet
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat het voor de toepassing van artikel 6 van de Wegenverkeerswet niet is vereist dat verdachte zich ten tijde van het verkeersongeval bevond op een weg die toegankelijk is voor het openbaar verkeer. Voor toepassing van artikel 6 van de Wegenverkeerswet is slechts vereist, dat verdachte verkeersdeelnemer was en daarbij een verkeersongeval heeft veroorzaakt.
4.3.2
De bewijsmiddelen [1]
In het Proces-verbaal Aanrijding misdrijf wordt onder meer het volgende gerelateerd:
Locatie ongeval: [adres 2] , [postcode 2] te [plaats 2] , binnen de gemeente Stichtse Vecht.
Datum ongeval: 22 juni 2023. [2]
1. Vrachtwagen 1
2. Slachtoffer 2
3. Slachtoffer 3
4. Slachtoffer 4
2, 3 en 4 stonden te wachten onder de bushalte van [locatie] aan de Oostzijde
van het station.
1. was met zijn vrachtwagen containers aan het legen langs de [straat] .
1. reed op enig moment weg met zijn vrachtwagen in de richting van de doorgaande weg.
1. had zijn klep nog open staan aan de rechterzijde van de vrachtwagen.
1. reed tussen twee bushaltes in en raakte met de rechterzijkant de bushalte die zich daar bevond waar 2, 3 en 4 stonden. Hierdoor werd de bushalte volledig omver getrokken waardoor 2, 3 en 4 letsel opliepen. [3]
Betrokkene 1 (voertuig): Bedrijfsauto [kenteken] Man. [4]
Verdachte heeft op 8 oktober 2024 ter zitting onder meer het volgende verklaard:
Ik heb op 22 juni 2023 bij [locatie] de vuilniscontainers geleegd en gereinigd. Terwijl ik dat aan het doen was werd ik gebeld over een noodsituatie in Venlo. Ik heb toen de motor van mijn vrachtwagen afgezet en ben gaan bellen om te proberen daar een oplossing voor te vinden. Daarna heb ik de motor weer gestart, maar ben ik vergeten dat de hijsinstallatie van de vrachtwagen nog was uitgeklapt. Normaal gesproken kun je dan niet rijden omdat de PTO dat blokkeert, maar doordat ik de motor had uitgezet was de PTO ook uitgeschakeld, en die schakelt niet opnieuw in als de je motor weer start. U vraagt mij of ik dit al wist vóór het ongeluk op 22 juni 2023. Ja. Ik heb het reinigingssysteem zelf ingebouwd.
Ik had in mijn rechter buitenspiegel kunnen zien dat de hijsinstallatie niet was ingeklapt.
Ik ben inderdaad, terwijl de hijsinstallatie was uitgeklapt, tegen de rijrichting in door de busbaan gereden. Toen ik door de busbaan langs de halte reed hoorde ik een harde klap, en is de bushalte ingestort, omdat ik er met mijn hijsinstallatie tegenaan was gereden.
Slachtoffer [slachtoffer] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op donderdag 22 juni 2023 was ik omstreeks 10.25 uur bij het [locatie] in Breukelen.
Ik zat op dat moment in de abri naast het fietspad.
Ik zag dat in het bushokje twee jongens naast mij op het bankje zaten.
Ik hoorde dat er een vrachtwagen aan kwam rijden van mijn rechterzijde.
Vervolgens weet ik niet meer wat er gebeurd is. Ik weet nog dat ik opstond en hoorde het geluid alsof er een emmer water op de grond viel. Ik keek vervolgens naar beneden en schrok heel erg van wat ik zag. Ik zag namelijk heel erg veel bloed op mijn shirt en broek. Ik keek naar mijn arm en keek recht naar mijn bot. Ik zag dat er heel veel bloed uit mijn arm kwam. Vervolgens kwam er een vrouw naar mij toe. Ik hoorde haar zeggen dat ik [5] een slagaderlijke bloeding had.
Vervolgens kwam de politie ter plaatse. Zij hebben bij mij een tourniquet om mijn arm gedaan. Niet veel later kwam de ambulance ter plaatse en ben ik vervoerd naar het ziekenhuis. [6]
In een geneeskundige verklaring over [slachtoffer] schrijft traumachirurg [traumachirurg] onder meer:
Datum waarop voornoemde persoon werd onderzocht: 22 juni 2023.
Uitwendig waargenomen letsel: open breuk elleboog rechts.
Is er sprake van uitwendig bloedverlies: ja.
Overig van belang zijnde informatie: Uitgebreid open breuk + wonden elleboog rechts + gecompliceerde (open) breuk elleboog rechts
Geschatte duur van de genezing: plus minus 6 maanden. [7]
In het proces-verbaal Forensisch onderzoek verkeer relateert de politie onder meer:
Gegevens betrokken voertuig: bedrijfsvoertuig, merk: MAN, kenteken [kenteken] [8]
Op 23 juni 2023 uur hebben wij voertuigonderzoek verricht. [9]
Wij stelden vast dat als de hefinrichting uitgeklapt staat deze goed te zien was in de
rechterbuitenspiegel. [10]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 22 juni 2023 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtwagen), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend
- nadat hij, verdachte, een container heeft geleegd/gereinigd op het busstation niet te zorgen dat het zijbeladingssysteem van de door hem, verdachte, bestuurde vrachtwagen was

ingeklapt en

- vervolgens tegen de gebruikelijke rijrichting van de lijnbussen in, richting de bushaltes te rijden, terwijl het zijbeladingssysteem uitstak en naar beneden stond en
- zich er daarbij in onvoldoende mate van te vergewissen dat het zijbeladingssysteem uitgeklapt was en naar beneden stond, terwijl dit zichtbaar moet zijn geweest in de rechterbuitenspiegel en
- gekomen ter hoogte van en bij het passeren van de bushaltes niet uit te wijken en vervolgens met het uitgeklapte en naar beneden staande zijbeladingssysteem tegen een bushokje aan te rijden, ten gevolge waarvan het bushokje is ingestort terwijl zich daar meerdere wachtende passagiers bevonden,

waardoor [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een gecompliceerde open breuk in de elleboog/arm, werd toegebracht.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
-
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 60 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 30 dagen hechtenis, waarvan een gedeelte van 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen van 3 maanden, geheel voorwaardelijk.
De officier van justitie heeft hierbij opgemerkt, dat hij in het voordeel van verdachte is afgeweken van de OM-richtlijnen, vanwege de persoonlijke omstandigheden van verdachte en omdat dit een atypische strafzaak betreft, waarbij ook relevant is dat verdachte de verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen en gebukt gaat onder de gevolgen van dat handelen. Bovendien heeft verdachte er veel aan gedaan om er voor te zorgen dat een dergelijk ongeval in de toekomst niet meer kan plaatsvinden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om in geval van een bewezenverklaring bij de straftoemeting de volgende punten in strafmatigende zin te betrekken.
Verdachte heeft weliswaar een verkeersfout gemaakt, maar heeft er vervolgens alles aan gedaan om er voor te zorgen dat een dergelijke fout niet nogmaals kan worden gemaakt. Hij heeft in zijn vrachtwagen een waarschuwingssysteem geïnstalleerd dat het voortaan altijd onmogelijk maakt om te gaan rijden met een uitgeklapte hijsinstallatie en hij heeft de vrachtwagens van zijn bedrijf aan een langdurig en kostbaar certificeringsproces onderworpen. Verder heeft de verzekeraar van de vrachtwagen de aansprakelijkheid erkend en wordt de financiële schade naar behoren afgewikkeld. Ten slotte gaat verdachte ernstig gebukt onder de gevolgen van het verkeersongeval, heeft hij het initiatief genomen om in contact te komen met het slachtoffer en haar familie en heeft hij ook ter zitting oprecht spijt betuigd.
De raadsvrouw heeft verder verzocht om bij een bewezenverklaring in ieder geval geen onvoorwaardelijk rijverbod op te leggen aan verdachte, omdat dan het bedrijf van verdachte failliet zal gaan. Wanneer een taakstraf zou worden opgelegd, zou verdachte die graag willen invullen door het geven van voorlichting aan leerlingen in groep acht, om hen te waarschuwen voor dode hoeken en andere mogelijke gevaren die samenhangen met vrachtwagens in het verkeer.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
8.3.1
Inleidende opmerkingen met betrekking tot de strafoplegging
Bij de oplegging van een straf of maatregel houdt de rechtbank rekening met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting en uit de stukken is gebleken.
8.3.2
De ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend verkeersgedrag. Als direct gevolg hiervan heeft hij met de nog uitgestoken hijsinstallatie van zijn vrachtwagen een bushokje geramd, waarin drie personen op de bus zaten te wachten. Deze drie personen zijn door het rondvliegend puin van het bushokje gewond geraakt, waarbij één van hen, [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Zij is zwaar gewond geraakt aan haar rechterarm en heeft daarvoor vele operaties moeten ondergaan. Ook nu nog wordt zij er ernstig door beperkt en kan ze veel handelingen die voor haar leeftijdgenoten zo gewoon zijn niet meer, of alleen met veel inspanning, verrichten. [slachtoffer] en haar moeder hebben ter zitting indringend verklaard over de grote negatieve gevolgen die het verkeersongeluk heeft gehad. In de eerste plaats voor [slachtoffer] , maar ook voor haar ouders en haar broer. Het is de rechtbank duidelijk geworden dat het leven van [slachtoffer] , haar ouders en haar broer door het ongeval ingrijpend is veranderd. Verdachte zal verder moeten leven met de gedachte dat hij, onbedoeld en ongewild, schuld heeft aan het zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer] en de ernstige gevolgen daarvan.
8.3.3
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij voorafgaand aan het bewezen verklaarde niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij sinds het ongeval elke dag aan het slachtoffer denkt en het erg moeilijk vond dat hij lange tijd niet heeft geweten hoe het met haar ging. Het idee dat door zijn fout haar leven ingrijpend is veranderd doet hem veel pijn.
Verdachte heeft verder verklaard dat hij nog steeds eigenaar is van een bedrijf dat afvalcontainers reinigt en repareert. Hij rijdt zelf op de vrachtwagens en heeft momenteel zijn schoonzoon en één ZZP-er in dienst. Volgend jaar komen daar twee medewerkers bij. Wanneer de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijk rijverbod zou opleggen, dan zal zijn bedrijf instorten, omdat zijn inkomen dan komt te vervallen en hij de aflossing van de bedrijfsauto’s en zijn hypotheek niet meer kan betalen, aldus verdachte.
8.3.4
De op te leggen straf
Om te bevorderen dat landelijk door rechtbanken voor vergelijkbare feiten ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd, zijn landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging ontwikkeld (de LOVS-oriëntatiepunten). Het LOVS-oriëntatiepunt voor aanmerkelijke schuld aan een verkeersongeval, waardoor zwaar lichamelijk letsel is veroorzaakt, indiceert een taakstraf van 120 uur en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De rechtbank hanteert dit oriëntatiepunt als uitgangspunt.
Ter zitting is duidelijk geworden dat verdachte gebukt gaat onder de wetenschap van de gevolgen van zijn verkeersfouten en dat hij er veel aan heeft gedaan om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen. De rechtbank is verder van oordeel dat het handelen van verdachte op de schaal van onvoorzichtigheid binnen de categorie ‘aanmerkelijk onvoorzichtig’ aan de onderkant zit. De rechtbank ziet in dit alles reden om in strafmatigende zin af te wijken van de LOVS-oriëntatiepunten.
Hierbij zal de rechtbank wel een hogere straf opleggen dan de officier van justitie heeft geëist, vanwege de ernstige gevolgen die het ongeval voor slachtoffer [slachtoffer] heeft gehad. Conform de eis van de officier van justitie zal er echter geen onvoorwaardelijke rijontzegging worden opgelegd, vanwege de persoonlijke omstandigheden van verdachte, die duidelijk maken dat hij hierdoor disproportioneel zou worden getroffen.
De rechtbank acht alles overwegende een taakstraf van 80 uren, waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden, ook met een proeftijd van twee jaar, een passende straf.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994;
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht.
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straffen
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 80 (tachtig) uren;
- bepaalt dat van de taakstraf
een gedeelte van 40 (veertig) uur niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- beveelt dat voor het geval verdachte het onvoorwaardelijke deel van de taakstraf niet of niet naar behoren verricht dit wordt vervangen door 20 dagen hechtenis;
- beveelt dat, als de verdachte het voorwaardelijk deel van de taakstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 20 dagen;
  • ontzegt verdachteter zake van het bewezen verklaarde
    de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden;
  • bepaalt dat de ontzegging
  • als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt daarbij een
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mr. D. Riani el Achhab en mr. L.M. Rödel, rechters, in tegenwoordigheid van A. van der Zwan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 oktober 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 22 juni 2023, te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtwagen), daarmede rijdende over de weg, de [straat] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- ( nadat hij, verdachte, een (rol)container heeft geleegd/gereinigd op het busstation) niet, althans in onvoldoende mate, te zorgen dat het zijbeladingssysteem van de door hem, verdachte, bestuurde vrachtwagen was ingeklapt en/of
- ( vervolgens) tegen de gebruikelijke rijrichting van de lijnbussen in – richting de bushalte(s) - te rijden (terwijl het zijbeladingssysteem uitstak en/of naar beneden stond) en/of
- zich er daarbij niet, althans in onvoldoende mate, van te vergewissen en/of is blijven vergewissen dat het zijbeladingssysteem uitgeklapt was en/of naar beneden stond (terwijl dit zichtbaar moet zijn geweest in de (rechter)buitenspiegel) en/of
- ( gekomen ter hoogte van en/of bij het passeren van de bushalte(s)) niet, althans niet tijdig en/of voldoende uit te wijken en/of (vervolgens) met het uitgeklapte en/of naar beneden staande zijbeladingssysteem tegen een bushokje aan te rijden en/of te botsen (ten gevolge waarvan het bushokje is ingestort (terwijl op dat moment zich daar een of meerdere (wachtende) passagier(s) bevonden), waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gecompliceerde open breuk in de elleboog/arm, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
(art 6 Wegenverkeerswet 1994)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 22 juni 2023, te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (vrachtwagen), daarmee rijdende op de weg, de [straat] ,
- ( nadat hij, verdachte, een (rol)container heeft geleegd/gereinigd op het busstation) niet, althans in onvoldoende mate, heeft gezorgd dat het zijbeladingssysteem van de door hem, verdachte, bestuurde vrachtwagen was ingeklapt en/of
- ( vervolgens) tegen de gebruikelijke rijrichting van de lijnbussen in – richting de bushalte(s) - is gereden (terwijl het zijbeladingssysteem uitstak en/of naar beneden stond) en/of
- zich er daarbij niet, althans in onvoldoende mate, van heeft vergewist en/of is blijven vergewissen dat het zijbeladingssysteem uitgeklapt was en/of naar beneden stond (terwijl dit zichtbaar moet zijn geweest in de (rechter)buitenspiegel) en/of
- ( gekomen ter hoogte van en/of bij het passeren van de bushalte(s)) niet, althans niet tijdig en/of voldoende is uitgeweken en/of (vervolgens) met het uitgeklapte en/of naar beneden staande zijbeladingssysteem tegen een bushokje is aangereden en/of gebotst (ten gevolge waarvan het bushokje is ingestort (terwijl op dat moment zich daar een of meerdere (wachtende) passagier(s) bevonden),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(art 5 Wegenverkeerswet 1994)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 januari 2024 met nummer PL0900-2023186686, doorgenummerd pagina 1 tot en met 135, opgemaakt door de politie, Eenheid Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal aanrijding misdrijf, pag. 4.
3.Proces-verbaal aanrijding misdrijf, pag. 5.
4.Proces-verbaal aanrijding misdrijf, pag. 6.
5.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer, pag. 98.
6.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer, pag. 99.
7.Een geschrift, zijnde een Geneeskundige verklaring, pag. 101b.
8.Proces-verbaal FO verkeer, pag. 17.
9.Proces-verbaal FO verkeer, pag. 24.
10.Proces-verbaal FO verkeer, pag. 25.