Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het bericht (met bijlagen) van de GI van 5 mei 2022 over de stand van zaken betreft de omgangsregeling, binnengekomen op 6 mei 2022;
- diverse berichten van zowel de vader als de moeder over het uitstellen van de pro forma datum en het langer aanhouden van de zaak.
- [A] en [B] , namens de GI;
- [C] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2015 in [geboorteplaats] . [minderjarige] woont bij de moeder.
- langere omgang tussen de vader en [minderjarige] onder begeleiding van het Leger des Heils (of een andere professional) bij het Leger des Heils (of op een andere locatie);
- omgang tussen de vader en [minderjarige] bij de vader thuis, onder begeleiding van het Leger des Heils (of een andere professional);
- omgang tussen de vader en [minderjarige] bij de vader thuis waarbij de omgang enkel onder begeleiding van het Leger des Heils (of een andere professional ) wordt gestart en afgesloten.
3.De beoordeling
4.De beslissing
pro formaaan tot
23 mei 2025,in afwachting van het verloop van de ondertoezichtstelling;
9 mei 2025te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de zorgregeling en over hoe het met [minderjarige] gaat.