In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 10 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, afkomstig uit Hongarije, had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 11 oktober 2021. Verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft op 21 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 24 juli 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat de rechtbank Midden-Nederland bevoegd is om op het beroep te beslissen, aangezien het beroep oorspronkelijk was ingediend bij de rechtbank Den Haag.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder alsnog een besluit moet nemen en heeft een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak vastgesteld voor het doen van een vooraankondiging. Daarnaast is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.