ECLI:NL:RBMNE:2024:6832

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
UTR 24/3292
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Horeca-exploitatievergunning voor sportkantine en overdekt terras bij padelclub; vraag naar belanghebbendheid van eiseres

Op 10 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de burgemeester van de gemeente Amersfoort. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de horeca-exploitatievergunning die was verleend voor het exploiteren van een sportkantine en overdekt terras bij een padelclub. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres geen belanghebbende is, omdat de gevolgen van de vergunning voor haar situatie dermate gering zijn dat zij geen persoonlijk belang kan aanvoeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het perceel van eiseres ongeveer 430 meter van het clubgebouw verwijderd is en dat er tussen haar woning en het clubgebouw een open gebied met bomen en bossages ligt. Eiseres had geluidsoverlast van de exploitatie van de sportkantine en het terras aangevoerd, maar de rechtbank oordeelde dat de gevolgen van de vergunning niet van enige betekenis zijn. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het bezwaar tegen de vergunning niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres is gewezen op de mogelijkheid om een handhavingsverzoek in te dienen als zij overlast ervaart, maar dit staat los van de huidige procedure. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/3292
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

de burgemeester van de gemeente Amersfoort, verweerder

(gemachtigde: mr. B.J. Eising).

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de beslissing van 15 februari 2024 op 10 december 2024 behandeld op zitting. Met deze beslissing is het bezwaar van eiseres tegen de horeca-exploitatievergunning die aan [A] is verleend, niet-ontvankelijk verklaard. Aan de zitting hebben deelgenomen: eiseres, haar echtgenoot en de gemachtigde van verweerder.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank een mondelinge uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de rechtbank hierna onder de beslissing.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Motivering

1. De zaak gaat over de vraag of de burgemeester het bezwaar van eiseres tegen deze horeca-exploitatievergunning terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt.
2. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. [1] Volgens vaste rechtspraak is het uitgangspunt dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Het criterium “gevolgen van enige betekenis” is in de rechtspraak aangenomen als correctie op dit uitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene zo gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. [2]
3. De horeca-exploitatievergunning is verleend voor het exploiteren van een sportkantine en overdekt terras op het padelterrein aan de [adres] in Amersfoort. Eisers stelt geluidsoverlast te ervaren van de exploitatie. Nadat de vergunning is verleend heeft zij al twee keer overlast gehad van versterkte muziek buiten. Eisers wijst zij erop dat tussen het clubgebouw en haar woning geen bebouwing aanwezig is.
4. De rechtbank is van oordeel dat eiseres geen belanghebbende is. De rechtbank stelt vast dat het perceel van eiseres hemelsbreed ongeveer 430 meter van het clubgebouw met terras verwijderd is. Tussen het perceel van eiseres en de sportvereniging ligt weliswaar een grotendeels open gebied, maar ook een bomenrij en bossages aan de zuidzijde van het perceel, langs de [straat] en aan de noordzijde van het padelterrein. Door het gebied lopen openbare wegen en paden. In de lengterichting volgt het terrein grotendeels de loop van de woonwijken [woonwijk 1] en [woonwijk 2] . In de nabijheid zijn ook andere sportterreinen, waarvan ook een voetbalvereniging, die veel dichter bij de woning van eiseres ligt dan het padelterrein. Het gebied is wel open van karakter, maar wordt ook gekenmerkt door de nabijgelegen woonwijk en de (invloed van de) sportterreinen.
5. Dat eiseres feitelijke gevolgen van enige betekenis ondervindt van de expolitatie van de sportkantine en het terras is niet aannemelijk geworden. Eiseres heeft aangegeven dat de bezwaren voornamelijk zijn gericht tegen de geluidsoverlast die zij verwacht gedurende toernooien en feesten. Zij stelt ook last te hebben van andere sportterreinen, verenigingen en evenementen. De toevoeging van geluid afkomstig van de exploitatie van dit clubhuis en terras, ook als rekening wordt gehouden met de verleende alcoholvergunning, is in die context relatief klein van aard. Geluid van beoefening van het spel zelf was reeds toegestaan op basis van de omgevingsvergunning. Voor zover eiseres vreest voor versterkte muziek en feesten, stelt de burgemeester terecht dat versterkte muziek niet is toegestaan in de omgevingsvergunning en de horeca-exploitatievegunning en dat er geen feesten/bijeenkomsten van persoonlijke aard mogen worden gehouden. Al met al acht de rechtbank de gevolgen vanwege deze vergunning dermate gering dat ze niet kunnen worden aangemerkt als gevolgen van enige betekenis. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de feitelijke gevolgen van de nu toegestane activiteiten voor het woon- en leefomgeving van eiseres zo gering dat een persoonlijk belang bij de verleende vergunning ontbreekt.
6. Tot slot overweegt de rechtbank dat de burgemeester duidelijk heeft gemaakt op welke wijze eiseres kan klagen als zij overlast heeft. Eiseres heeft aangeven dat ze hopeloos wordt van de optelsom van de diverse bronnen van geluid. Dit is tot op enige hoogte voorstelbaar, maar het gaat nu om de exploitatievergunning in dit geding. Eiseres is er door de burgemeester op gewezen dat ze ook een handhavingsverzoek kan indienen als zij in haar ogen niet toegestane overlast ervaart, maar dat staat los van deze procedure.
7. De conclusie is dat de burgemeester terecht het bezwaarschrift niet-ontvankelijk heeft verklaard.
8. Het beroep is dus ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt het griffierecht Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
9. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 december 2024 door mr. P.J.M. Mol, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C.J. van der Hoorn, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2.Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271.