In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 13 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 9 februari 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 7 april 2023 in gebreke was gesteld en eiseres pas op 30 september 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van zes weken na de uitspraak.
De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de mogelijkheid voor eiseres om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als zij het niet eens is met deze uitspraak.