In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 13 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 13 september 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 14 september 2024 en het beroep pas op 2 oktober 2024 is ingediend. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen.
De rechtbank heeft ook een dwangsom vastgesteld van € 50,- per dag voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds verweerder in gebreke is. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50, en dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- door verweerder moet worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de mogelijkheid voor eiseres om een beroep te doen op de bestuursrechter wanneer er niet tijdig op een aanvraag wordt beslist. De rechtbank heeft ook de relevante wettelijke bepalingen en eerdere rechtspraak in overweging genomen bij het nemen van haar beslissing.