Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
4. Om een voorlopige voorziening te treffen, beoordeelt de voorzieningenrechter of het bezwaar van verzoekster een redelijke kans van slagen heeft (dat wil zeggen of dat bezwaar kansrijk is) en daarna weegt zij de belangen van alle partijen af. Zij doet dit aan de hand van de gronden van het verzoek.
5. De burgemeester heeft zijn besluit om de woning van verzoekster te sluiten gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie-eenheid Midden-Nederland van 23 december 2023. Op 2 februari 2024 heeft de burgemeester een aanvullende bestuurlijke rapportage ontvangen van de politie. Deze rapportage heeft de burgemeester aan de voorzieningenrechter overgelegd en voor een deel daarvan verzocht dat alleen de voorzieningenrechter daarvan kennisneemt. De geheimhoudingskamer van de rechtbank heeft dit verzoek beoordeeld en beslist dat de gevraagde beperkte kennisneming voor dat deel gerechtvaardigd is. Verzoekster heeft toestemming verleend als bedoeld in het vijfde lid van artikel 8:29 van de Awb.
De bevoegdheid
6. Op grond van artikel 174a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
7. Op de zitting heeft verzoekster naar voren gebracht dat zij niet langer betwist dat de burgemeester op grond van dit artikel bevoegd was de sluiting van de woning te verlengen.
Subsidiariteit en proportionaliteit
8. Verzoekster stelt dat het besluit niet voldoet aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Volgens haar heeft de burgemeester niet aannemelijk gemaakt dat de verstoring van de openbare orde niet afdoende kan worden bestreden met minder ingrijpende maatregelen, zoals bijvoorbeeld cameratoezicht of surveillance bij of rondom de woning. Verder heeft de burgemeester onvoldoende rekening gehouden met haar belangen. Verzoekster is een alleenstaande moeder van een minderjarige dochter. Zij wil graag naar huis, zodat zij haar dochter weer een stabiele leefomgeving in de buurt van haar vriendinnetjes kan geven. Verder moet verzoekster rondkomen van een minimuminkomen. Vanwege haar verblijf in een hotelkamer is zij genoodzaakt om elke dag buiten de deur te eten, maar daar heeft zij de financiële middelen niet voor. Bovendien kan haar persoonlijk geen verwijt worden gemaakt van de explosie, maar wordt zij nu wel bestraft voor een daad waar zij geen schuld aan heeft.
9. De voorzieningenrechter overweegt dat in het besluit een summiere afweging van de betrokken belangen en motivering van de noodzaak van de verlenging van de sluiting is opgenomen. In het verweerschrift en op de zitting heeft de burgemeester een nadere toelichting gegeven. In het te nemen besluit op bezwaar kan de burgemeester de motivering nog aanvullen. In deze summiere afweging en motivering ziet de voorzieningenrechter dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft.
10. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester, mede in het licht van de ernst van de dreiging, voldoende gemotiveerd dat andere maatregelen niet afdoende zijn om de openbare orde te handhaven. Voorafgaand aan het nemen van het besluit tot verlenging van de sluiting heeft de burgemeester zich laten informeren door de politie, die hem liet weten dat het strafrechtelijk onderzoek gaande is, maar dat er nog geen verdachten zijn aangehouden en/of duidelijkheid bestaat over de aanleiding en toedracht van de aanslag. De burgemeester concludeert daaruit dat er nog steeds sprake is van ernstige vrees voor een ernstige verstoring van de openbare orde door geweld in de nabije toekomst. Op de zitting heeft de burgemeester daarbij uiteengezet dat er nog steeds sprake is van dreiging richting (de woning van) verzoekster. De bestuurlijke rapportage van 2 februari 2024 bevestigt dit. De politie concludeert dat het niet onaannemelijk is dat er nog altijd een risico bestaat voor de veiligheid van omwonenden en toevallige passanten van de [adres] te [plaats 1] . De politie kan niet uitsluiten dat er opnieuw ernstige verstoringen van de openbare orde zullen plaatsvinden.
11. De burgemeester heeft op de zitting toegelicht dat ook is besloten tot cameratoezicht rond de woning van verzoekster tot 23 maart 2023. Ook is sprake van verscherpt toezicht door middel van politiesurveillance. Deze maatregelen hebben volgens de burgemeester mogelijk een afschrikwekkende werking, maar daarmee wordt een nieuwe aanslag niet voorkomen. Voor permanente politieobservatie bij de woning van verzoekster is onvoldoende capaciteit beschikbaar, onder meer omdat er helaas meerdere explosies hebben plaatsgevonden in de gemeente, aldus de burgemeester. De burgemeester heeft ook toegelicht dat het politieonderzoek in volle gang is en er nog telkens nieuwe ontwikkelingen zijn. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester onder deze omstandigheden en in het licht van de ernstige vrees voor dit moment in redelijkheid kunnen oordelen dat deze minder ingrijpende middelen niet volstaan.
12. Hoewel de verlenging van de sluiting van de woning vervelende consequenties heeft voor verzoekster en haar dochter, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester in de gegeven omstandigheden het algemene belang van de handhaving van de openbare orde en de veiligheid zwaarder heeft mogen laten wegen dan de belangen van verzoekster en haar dochter. Daarbij is van belang dat verzoekster en haar dochter worden opgevangen in een hotel. De kosten van het verblijf worden op dit moment vergoed door haar verzekeraar. De burgemeester heeft laten weten dat als dit niet langer vergoed wordt, hij er voor in staat dat verzoekster en haar dochter worden opgevangen. De burgemeester heeft er ook overigens voldoende blijk van gegeven oog te hebben voor de belangen van verzoekster en haar dochter. Hij heeft andere locaties voorgesteld om te verblijven, zoals een vakantiewoning, zodat verzoekster en haar dochter niet zijn aangewezen op één hotelkamer. De omstandigheid dat verzoekster daar vanwege de locatie en de afstand tot de school van haar kind niet voor heeft gekozen, maakt niet dat de burgemeester zich niet voor alternatieve opvang heeft ingespannen. Op de zitting heeft verzoekster naar voren gebracht dat haar dochter binnenkort opnieuw moet worden geopereerd en dat zij graag ziet dat haar dochter in haar eigen huis kan herstellen. Niet gebleken is echter dat de operatie voor 17 februari 2024 zal plaatsvinden. Alleen al om deze reden is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze omstandigheid niet maakt dat de belangenafweging op dit moment in haar voordeel moet uitvallen.
Conclusie en gevolgen
13. Gezien het voorgaande zal naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter het besluit tot verlenging van de woningsluiting in bezwaar stand houden. De voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van de woningsluiting levert daarom geen grond op voor het treffen van een voorlopige voorziening. Ook in de bij het verzoek om voorlopige voorzieningen betrokken belangen ziet de voorzieningenrechter geen reden voor een voorlopige voorziening.
14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek dan ook af. Dat betekent dat de woning gesloten blijft tot 17 februari 2024. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.