Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een Belgische, en de Dienst Toeslagen. Eiseres had op 28 juli 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en heeft op 12 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad was overschreden, aangezien de Dienst Toeslagen op 8 november 2022 in gebreke was gesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was en dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moest nemen binnen een bepaalde termijn. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Dienst Toeslagen veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.