ECLI:NL:RBMNE:2024:6744

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
UTR 24/2113 T
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen van eiser met hartaandoening

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland wordt de zaak behandeld van een eiser die een Wajong-uitkering heeft aangevraagd, maar door het Uwv is geweigerd op basis van het oordeel dat hij arbeidsvermogen heeft. Eiser, die lijdt aan een progressieve hartaandoening, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv. De rechtbank oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiser, vooral gezien de progressieve aard van zijn aandoening. De rechtbank stelt dat het Uwv een Amber-beoordeling had moeten uitvoeren, omdat er aanwijzingen zijn dat de gezondheid van eiser na zijn 18e verjaardag is verslechterd. De rechtbank draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en de medische situatie van eiser opnieuw te beoordelen. De rechtbank bepaalt een termijn van zes weken voor het Uwv om dit te doen, en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Lelystad
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2113 T
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 november 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Zwiers),
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn).

Procesverloop

Eiser is 18 jaar geworden op [geboortedatum] 2023. Hij is bekend met een hartaandoening (hypertrofische cardiomyopathie) die leidt tot abnormale verdikking van het hartspierweefsel. Op 13 februari 2023 heeft eiser een aanvraag beoordeling arbeidsvermogen ingediend, omdat hij een uitkering wil krijgen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het Uwv hebben daarover gerapporteerd.
Met het primaire besluit van 23 augustus 2023 heeft het Uwv geweigerd aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat hij op zijn 18e verjaardag arbeidsvermogen heeft.
Eiser is het hier niet mee eens en heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. In die bezwaarprocedure is opnieuw een medisch en arbeidskundig onderzoek uitgevoerd. In het besluit van 9 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 28 oktober 2024 op zitting behandeld. Eiser was bij de zitting aanwezig samen met zijn gemachtigde en zijn grootouders [A] en [B] . Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Waar gaat deze zaak over?

1. Deze zaak gaat over de vraag of eiser recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiser vindt dat hij daar wel recht op heeft. Het Uwv blijft in beroep bij het standpunt dat eiser geen recht heeft op een Wajong-uitkering, omdat eiser ondanks dat hij duurzame beperkingen heeft vanwege de hartaandoening arbeidsvermogen heeft.

Wanneer kun je een Wajong-uitkering krijgen?

2. In de regels van de Wajong staat dat je alleen een Wajong-uitkering kunt krijgen als je jonggehandicapte bent. Dat is het geval als je op je 18e verjaardag en de periode erna geen arbeidsvermogen had en dat dit ook duurzaam, dus blijvend, zo is.
3. Om te beoordelen of iemand arbeidsvermogen had, gelden vier cumulatieve eisen. Iemand moet:
1. een taak kunnen uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
2. beschikken over basale werknemersvaardigheden;
3. ten minste vier uur per dag belastbaar zijn of ten minste twee uur per dag het wettelijk minimumuurloon verdienen; en
4. ten minste een uur aaneengesloten kunnen werken zonder een wezenlijke onderbreking van het productieproces.
4. Verder staat in regels van de Wajong dat iemand op verschillende momenten jonggehandicapte kan worden. Het kan zijn dat de medische oorzaak al aanwezig is op de dag dat iemand 18 jaar is, waardoor iemand op dat moment geen arbeidsvermogen heeft en in de toekomst ook niet. [1] Het kan ook zo zijn dat de medische oorzaak op de 18e verjaardag al aanwezig was, maar iemand wel enige arbeidsmogelijkheden heeft of dat iemand toen al geen arbeidsmogelijkheden had, maar dat iemand dat in de toekomst wel heeft. Als de klachten uit dezelfde medische oorzaak binnen vijf jaar nadat iemand 18 jaar is geworden toenemen waardoor iemand alsnog niet kan werken en dit duurzaam is, kan diegene alsnog een Wajong-uitkering krijgen. In zo’n situatie, toetst het Uwv met de zogenoemde Amber-beoordeling of deze persoon alsnog recht heeft op een Wajong-uitkering. [2]

Aan welke voorwaarden moeten rapporten van verzekeringsartsen voldoen?

5. Het Uwv heeft het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van 11 januari 2024 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Het Uwv mag besluiten zoals in deze zaak baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen, maar deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen:
- de rapporten moeten op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en;
- de conclusies moeten voldoende begrijpelijk zijn.
6. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze vereisten voldoen. Voor het aannemelijk maken dat de medische beoordeling onjuist is, is in principe een rapport van een arts nodig. Bij de rechtbank werken namelijk geen artsen en de rechtbank kan zelf dus niet zomaar zeggen dat een verzekeringsarts een onjuiste medische conclusie heeft getrokken. Dit betekent dat hoe iemand zich zelf voelt zonder dat daar een medische onderbouwing voor is, niet genoeg is om bij de rechtbank gelijk te krijgen.

Wat vindt eiser?

7. Eiser stelt dat het bestreden besluit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is genomen. Op de zitting heeft hij toegelicht dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep contact met de behandelend cardioloog had moeten opnemen om navraag te doen over de bevindingen van de cardioloog. Verder voert eiser aan dat bij de medische beoordeling onvoldoende rekening is gehouden met de complexiteit en ernst van zijn medische toestand, vooral met betrekking tot de onvoorspelbare progressie van zijn medische conditie en de beperkingen die dat met zich meebrengt. De symptomen als gevolg van de hartaandoening omvatten druk op de borst, pijn die naar de linkerarm uitstraalt, kortademigheid en moeheid vooral bij inspanning. Deze symptomen hebben een directe impact op het dagelijks functioneren van eiser. Volgens de bevindingen van de cardioloog heeft eiser ondanks hoge dosering metoprolol een beperkte inspanningstolerantie. Gezien zijn medische situatie is deelname aan het arbeidsproces te belastend voor eiser en zal enkel leiden tot een verslechtering van zijn medische situatie met het niet ondenkbeeldige risico van hartfalen bij te grote of aanhoudende belasting. Dit moet volgens eiser leiden tot de conclusie dat sprake is van een duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. Ter ondersteuning van zijn standpunten heeft eiser medische stukken ingebracht.

Wat is het oordeel van de rechtbank?

Ontbrak bij eiser arbeidsvermogen op de dag dat hij 18 jaar werd?
Zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
8. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat de (verzekerings)artsen hebben nagelaten bij de cardioloog verdere navraag te doen. Uit het rapport van 18 augustus 2023 blijkt dat de primaire arts informatie bij de cardioloog heeft opgevraagd en die met de brief van 21 juli 2023 heeft verkregen. Deze informatie is bij de beoordeling betrokken. In de bezwaarfase heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiser tijdens de hoorzitting gezien en de door hem ingebrachte recentere informatie van de cardioloog in de beoordeling betrokken. Het gaat om de brieven van 12 september 2023 en van 22 december 2023. Er zijn in het dossier geen aanwijzingen dat de beschikbare informatie die betrekking heeft op de situatie van eiser op zijn 18e verjaardag onduidelijk was, zodat aanleiding had moeten bestaan om bij de cardioloog door te vragen naar zijn bevindingen.
Inhoudelijke beoordeling over het arbeidsvermogen
9. De rechtbank ziet verder geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiser op zijn 18e verjaardag arbeidsvermogen had. Deze conclusie is gebaseerd op de feiten en omstandigheden in die periode. De verzekeringsarts bezwaar en beroep erkent dat er bij eiser sprake is van een chronische aandoening die invloed heeft op de inspanningsboog en energetische huishouding. Er zijn fysieke beperkingen vastgesteld ten aanzien van grote krachtinspanning en duurbelastbaarheid. Ook wordt uitgegaan van een inspanningsbeperking waarvoor beperkingen worden gesteld. Verder worden er beperkingen gesteld ten aanzien van specifieke omgevingseisen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat eiser ten minste een uur aangesloten kan werken en maximaal vier uur per dag belastbaar is met niet meer dan een uur substantiële onderbreking. Eiser is inmiddels gestart met een koksopleiding met formeel meer dan vier lesuren per dag en waarbij sprake is van activiteiten waarvoor eiser beperkt is geacht. Hieruit volgt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat eiser benutbare mogelijkheden heeft. Naar aanleiding van de nadere ingebrachte medische informatie van de cardioloog van 27 maart 2024 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep op 23 mei 2024 gemotiveerd geconcludeerd dat er geen aanleiding bestaat om het eerdere standpunt te wijzigen.
10. Verder heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep met de verzekeringsarts bezwaar en beroep geconcludeerd dat eiser de taak ‘het invoeren van gegevens’ kan uitvoeren. Inzichtelijk is gemotiveerd dat deze taak niet gepaard gaat met werken onder tijdsdruk, hanteren van conflicten dan wel steeds moeten omgaan met nieuwe dingen. De fysieke inspanning in deze taak is zeer licht en sluit aan bij de belastbaarheid van eiser (zitten achter een bureau, typen en af en toe naar een postbakje lopen). Verder blijkt volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiser over basale werknemersvaardigheden beschikt. Daarvoor is nodig dat een werknemer de instructies van een werkgever kan begrijpen, uitvoeren en onthouden en in staat is gemaakte afspraken met een werkgever na te komen. Daarvan is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep bij eiser sprake. Dit blijkt volgens hen ook uit de afgeronde VMBO-opleiding en de koksopleiding die eiser volgt. Eiser heeft op de zitting weliswaar aangegeven dat het volgen van de koksopleiding met vallen en opstaan gaat en dat hij kleine taken verricht met veel pauzes ertussen, maar de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd onderbouwd dat in de koksopleiding sprake is van kenmerkende activiteiten zoals lopen, staan, tillen, dragen en alertheid waarvoor eiser echter beperkt is geacht.
11. Hiermee wil de rechtbank zeker niet zeggen dat er niks met eiser aan de hand is, integendeel, maar de lat ligt bij een Wajong-beoordeling vanwege de strenge criteria zeer hoog. Daarbij is van belang dat het niet gaat om het verrichten van regulier werk, maar het verrichten van één bepaalde taak waarbij het niet noodzakelijk is dat eiser vier uur aaneengesloten belastbaar moet zijn. De belastbaarheid kan over de dag verdeeld worden.
Ontbrak bij eiser arbeidsvermogen in de Amber-periode?
12. Zoals hiervoor gezegd, gaat het bij een Amber-beoordeling om de vraag of bij eiser binnen vijf jaar na zijn 18e verjaardag sprake was van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. Uit de rapporten van de verzekeringsartsen blijkt niet dat een dergelijke Amber-beoordeling is verricht. De rechtbank is echter van oordeel dat een Amber-beoordeling in deze zaak voor de hand had gelegen. Daarbij overweegt de rechtbank dat uit de in bezwaar overgelegde informatie van de cardioloog volgt dat de verwachting is dat de hartaandoening in de toekomst progressief is met toenemende symptomen van hartfalen en het optreden van hartritmestoornissen, waarvoor uitbreiding van medicatie nodig zal zijn en eventuele implantatie van een implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD). Gezien deze progressieve aard van de klachten als gevolg van een ernstige aandoening, had het in de rede gelegen dat het Uwv in het kader van de aanvraag ook had beoordeeld of er sprake is van toegenomen arbeidsbeperkingen vanwege een verslechtering van eisers gezondheid. Dit geldt des te meer voor de beslissing op bezwaar, aangezien die ruim een jaar na de 18e verjaardag van eiser is genomen. De rechtbank volgt het Uwv niet in zijn verweer dat hij alleen naar de situatie op de 18e verjaardag hoefde te kijken en dat eiser voor een Amber-beoordeling een nieuwe aanvraag moet doen. In de situatie waarin het Uwv weet dat een aanvrager lijdt aan een progressieve ziekte en op de 18e verjaardag al op het randje van een Wajonguitkering [3] zit, kan het Uwv de ogen niet sluiten voor ontwikkelingen ná de 18e verjaardag. Het Uwv moet dan óók een Amber-beoordeling doen. Hieruit volgt dat de beoordeling van het Uwv niet volledig is geweest. Het bestreden besluit is op dit punt daarom niet zorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd.

Hoe nu verder?

13. Een motiveringsgebrek in een besluit kan in beginsel door het bestuursorgaan worden hersteld. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen om tot een definitieve beslechting van het geschil te kunnen komen. De rechtbank draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Dit kan het Uwv doen door de verzekeringsarts bezwaar en beroep te laten beoordelen of eiser als gevolg van de eerder bestaande klachten toegenomen arbeidsongeschikt is geworden waardoor hij alsnog in aanmerking zou kunnen komen voor een Wajong-uitkering. Het Uwv moet het gebrek ‘ex nunc’ herstellen. Dat wil zeggen met inachtneming van de ontwikkeling van de medische situatie van eiser tot en met het moment van de herstelpoging. Bij die beoordeling moet het Uwv daarom ook de door eiser in beroep overgelegde stukken van de cardioloog van 5 juli 2024 betrekken waaruit volgt dat een ICD inmiddels bij eiser is geïmplanteerd. Voor zover het voor de verzekeringsarts bezwaar en beroep onduidelijk is op grond van welke cardiologische informatie is overgegaan tot het plaatsen van de ICD, zoals opgemerkt in de nadere reactie van 22 oktober 2024, geeft de rechtbank de verzekeringsarts bezwaar en beroep in overweging contact op te nemen met de cardioloog. Op basis van de uitkomst van dat medisch onderzoek moet het Uwv aanvullend arbeidskundig onderzoek verrichten, tenzij uit het medisch onderzoek al volgt dat eiser recht heeft op een Wajonguitkering. Op grond van de resultaten van dat onderzoek moet het Uwv beoordelen of de weigering van de Wajong-uitkering in stand kan blijven.
14. De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen het Uwv het gebrek kan herstellen op zes weken na verzending van deze tussenuitspraak. Als het Uwv hiervan geen gebruik wil maken, dan moet het Uwv op grond van artikel 8:51b, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht én om nodeloze vertraging te voorkomen dit binnen twee weken aan de rechtbank meedelen. Als het Uwv wel gebruik maakt van die gelegenheid, zal de rechtbank eiser in de gelegenheid stellen binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van het Uwv. Daarna zal de rechtbank in beginsel, ook in de situatie dat het Uwv de hersteltermijn ongebruikt laat verstrijken, zonder tweede zitting einduitspraak doen.
15. Het geschil zoals dat na deze tussenuitspraak wordt gevoerd, blijft in beginsel
beperkt tot de beroepsgronden zoals die zijn besproken in de tussenuitspraak, omdat het inbrengen van nieuwe geschilpunten over het algemeen in strijd met de goede procesorde wordt geacht.
16. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dat laatste betekent ook dat zij over de proceskosten en het griffierecht nu nog geen beslissing neemt.

Beslissing

De rechtbank:
- draagt het Uwv op binnen twee weken de rechtbank mee te delen of hij gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek te herstellen;
- stelt het Uwv in de gelegenheid om binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak het gebrek te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Azmi, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 november 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 1a:1, eerste lid, onder a, van de Wajong.
2.Dit staat in artikel 1a:1, tweede lid, van de Wajong.
3.Eiser was op de 18e verjaardag namelijk al slechts vier uur per dag belastbaar.