ECLI:NL:RBMNE:2024:6744
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen van eiser met hartaandoening
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland wordt de zaak behandeld van een eiser die een Wajong-uitkering heeft aangevraagd, maar door het Uwv is geweigerd op basis van het oordeel dat hij arbeidsvermogen heeft. Eiser, die lijdt aan een progressieve hartaandoening, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv. De rechtbank oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiser, vooral gezien de progressieve aard van zijn aandoening. De rechtbank stelt dat het Uwv een Amber-beoordeling had moeten uitvoeren, omdat er aanwijzingen zijn dat de gezondheid van eiser na zijn 18e verjaardag is verslechterd. De rechtbank draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en de medische situatie van eiser opnieuw te beoordelen. De rechtbank bepaalt een termijn van zes weken voor het Uwv om dit te doen, en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.