Wat is het oordeel van de rechtbank?
7. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de medische beoordeling onjuist is. Uit de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep blijkt dat de door eiseres gestelde klachten en diagnoses zijn betrokken in de beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft medische informatie opgevraagd bij de huisarts van eiseres waarbij medische informatie van diverse specialisten zat. Eiseres is onder andere bekend met fibromyalgie, morbes Graves, lichamelijke spanningsklachten en stemmingsklachten (met depressieve, angst- en surmenage component). Op basis van de verkregen medische informatie, maar ook haar eigen onderzoeksbevindingen heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep hiervan een weging gemaakt en die klachten vertaald in objectieve beperkingen voor het verrichten van arbeid. Die vertaalslag in de FML van 22 augustus 2023 kan de rechtbank volgen. De rechtbank legt dat hierna verder uit.
Geen benutbare mogelijkheden
8. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapport van 22 juli 2023 voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat er bij eiseres geen sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden. Daarbij zijn de gegevens betrokken uit de aanwezige medische stukken, de onderzoeksbevindingen tijdens de hoorzitting, de ondergane/huidige behandelingen en het sociaal functioneren van eiseres. Er zijn geen aanwijzingen waaruit blijkt dat zij voor het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven dermate afhankelijk is dat zij lichamelijk niet zelfredzaam is. Uit het beschreven dagverhaal in het rapport van de primaire arts van 9 december 2022 blijkt dat eiseres vanuit de WMO huishoudelijk hulp krijgt in huishoudelijke taken, maar eiseres is zelfstandig in haar zelfzorg. Zij kookt, doet zelf boodschappen en kan zichzelf aankleden. De aanwezige medische gegevens bevatten verder geen informatie om aan te nemen dat sprake is van een zodanig wisselende belastbaarheid dat eiseres geen benutbare mogelijkheden heeft. Hieruit volgt dat terecht een FML is opgesteld waar de belastbaarheid van eiseres voor het verrichten van arbeid is vastgelegd.
9. Voor het boven schouder actief zijn, is anders dan eiseres stelt geen beperking aangenomen. In de FML is onder item 5.7 de normaalwaarde aangenomen (de 0-norm). Volgens de Basisinformatie CBBSvertegenwoordigt een normaalwaarde een niveau van functioneren waartoe gezonde personen in de leeftijd van 16 tot 65 jaar minimaal in staat zijn. Dit betekent dat iemand ten minste twee minuten achtereen boven schouderhoogte actief kan zijn. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep komen de door eiseres in bezwaar benoemde klachten van de linker schouder niet terug in het huisartsenjournaal en wordt dit in de diagnoselijst van de huisarts enkel beschreven als voorgeschiedenis waarvoor eiseres fysiotherapie heeft gehad. Eiseres is dus voor het boven schouder actief zijn volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep belastbaar tot deze normaalwaarde. Door daarbij in de FML als toelichting te geven ‘links niet bovennormaal en niet zwaar belast’, is sprake van een beperking op eventuele bovennormale belasting zoals op de zitting door het Uwv is toegelicht. De toelichting kan dus niet worden aangemerkt als een beperking van de normaalwaarde van twee minuten, maar als een beperking die betrekking heeft op een zwaardere belasting namelijk langer dan twee minuten achtereen boven schouderhoogte actief zijn van de linker schouder. Eiseres heeft verder niet met medische stukken aannemelijk gemaakt dat er wel een beperking op dit punt had moeten worden aangenomen.
10. Eiseres is volgens items 2.12.1 en 2.12.2 van de FML aangewezen op werk waarin doorgaans weinig of geen rechtstreeks contact met klanten, patiënten en hulpbehoevenden is vereist met de toelichting dat het hierbij gaat om emotioneel-intensief contact. Op de zitting heeft de gemachtigde van eiseres gesteld dat bij eiseres ook sprake is van een angst- en paniekstoornis als gevolg waarvan zij ook beperkt is ten aanzien van contact met leidinggevenden. Eiseres heeft verder EMDR-therapie gevolgd waarbij de diagnose depressieve stoornis is gesteld. Verwezen wordt naar de eindrapportage. Volgens eiseres is met de klachten voortvloeiend uit deze stoornissen onvoldoende rekening gehouden.
11. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Daarbij betrekt de rechtbank dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar aanvullend rapport van 22 april 2024 duidelijk heeft toegelicht waarom de eindrapportage, en de op 22 maart 2024 ingebrachte aanvullingen daarop, geen aanleiding geven om meer of andere beperkingen op het psychische functioneren aan te nemen dan de beperkingen die al zijn aangenomen. Zo heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep toegelicht dat het multidisciplinair traject bij OCA circa negen maanden na de beoordelingsdatum voor de aanvraag van de WIA-uitkering is aangevangen en hiermee om die reden geen rekening mee kan worden gehouden. Wat betreft de EMDR-therapie heeft er waarschijnlijk één sessie plaatsgevonden in de periode van 1 april 2021 tot en met 3 augustus 2021. Deze sessie dateert dus anderhalf jaar vóór de beoordelingsdatum en is medisch gezien niet relevant voor het psychisch functioneren van eiseres op de beoordelingsdatum. Temeer het een enkele sessie betrof en de psychologische behandeling begin augustus 2021 weer werd afgesloten. Ook betreffen de vermoedelijke angststoornis en mogelijke depressie die genoemd worden op pagina 8 van de eindrapportage uitslagen van een subjectieve vragenlijst, welke geruime tijd na de beoordelingsdatum is afgenomen. Daarbij is een vragenlijst een momentopname die niet zonder nader psychiatrisch onderzoek overgenomen kan worden als een aanwezige medische stoornis op de beoordelingsdatum. Daarvoor waren ten tijde van het onderzoek in de bezwaar volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook geen aanwijzingen. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep over eiseres’ psychisch functioneren en de daarbij aangenomen beperkingen te twijfelen, ook niet naar aanleiding van de nader ingebrachte informatie.
12. De primaire arts had aanvankelijk een urenbeperking aangenomen van 8 uur per dag en 24 uur per week vanwege een verhoogde recuperatiebehoefte bij een verstoorde slaap en geplande therapie van twee ochtenden. Gezien de omvang en aard van de medische behandeling op de beoordelingsdatum, is er volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep echter geen reden om een urenbeperking aan te nemen vanwege verminderde beschikbaarheid. Verder heeft op de beoordelingsdatum geen EMDR-therapie plaatsgevonden en ook geen multidisciplinair traject. Gelet hierop heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de belastbaarheid van 24 uur per week bijgesteld naar maximaal 30 uur per week. De belastbaarheid per dag is bijgesteld naar een urenbeperking van 6 uur op energetische gronden als gevolg van de morbus Graves, het ijzertekort en depressieve gevoelens. Ook is eiseres ongeschikt voor nachtwerk en sterk wisselende diensten. Samen met de lichamelijke beperkingen, wordt hiermee volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep voorzien in een voldoende lage energetische belasting. Verder is er geen reden voor een preventieve urenbeperking.
13. In de beschikbare medische informatie heeft de rechtbank geen aanknopingspunten gevonden dat een verdergaande urenbeperking moet worden aangenomen. Volgens eiseres is er wel sprake van verminderde beschikbaarheid, omdat zij vanwege de behandeling extra tijd nodig heeft voor zelfzorg en er sprake is van reistijd. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Volgens de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid kan sprake zijn van verminderde beschikbaarheid als extra tijd nodig is voor zelfzorg, sprake is van extra reistijd of als een langdurige poliklinische behandeling of dagbehandeling in een ziekenhuis of instelling of een andere behandeling op indicatie van een medisch of paramedisch beroepsbeoefenaar wordt ondergaan. Eiseres had op de beoordelingsdatum geen intensieve therapie of dagbehandelingsprogramma. Uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep blijkt dat eiseres op dat moment schematherapie volgde, bestaande uit groepstherapie eens per week en eens per drie weken een online evaluatiegesprek met de psycholoog. Daarbij is niet gebleken van noodzakelijk extra tijd voor zelfzorg of reistijd. Verder ontbreekt een aannemelijke medische onderbouwing voor het aannemen van een verdergaande urenbeperking wegens preventieve gronden.
Verzoek inschakelen deskundige
14. De rechtbank ziet in wat eiseres aanvoert dus geen reden voor het oordeel dat er te weinig beperkingen zijn aangenomen. Op de zitting is namens eiseres nog gesteld dat het medisch onderzoek in bezwaar slechts een momentopname is geweest. Echter, de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft niet uitsluitend op basis van haar eigen onderzoek conclusies getrokken over de belastbaarheid van eiseres. Zij heeft diverse medische gegevens opgevraagd en betrokken in haar beoordeling. De rechtbank ziet daarom ook geen reden om een onafhankelijke deskundige te benoemen zoals is verzocht. Eiseres heeft in verschillende fases van de procedure de gelegenheid gehad om zelf (medische) stukken over te leggen en heeft dit ook gedaan. Omdat er geen twijfel bestaat aan de juistheid van de medische beoordeling, wijst de rechtbank het verzoek van eiseres dan ook af.
De arbeidskundige beoordeling
15. Vervolgens bespreekt de rechtbank de beroepsgronden van eiseres die betrekking hebben op het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. Eiseres stelt dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn, gezien de forsere urenbeperking die aangenomen had moeten worden en aanvullende beperkingen op de FML. Maar ook als de FML gevolgd kan worden, overschrijden de functies de belastbaarheid van eiseres, althans kan dit niet uitgesloten worden. Eiseres somt in haar beroepschrift de beperkingen in de FML op die volgens haar maken dat de functies niet geschikt zijn.
16. De rechtbank ziet in wat eiseres aanvoert geen reden om te oordelen dat de geselecteerde functies voor haar niet geschikt zijn. Als uitgangspunt geldt dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep moet uitgaan van de beperkingen die de verzekeringsarts bezwaar en beroep in de FML heeft vastgesteld en daar niet zelf beperkingen aan kan toevoegen. Op basis van die FML heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 24 augustus 2023 drie functies geselecteerd. Waar in de FML beperkingen zijn aangenomen, heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd dat de geselecteerde functies de aangenomen beperkingen niet overschrijden. Daarbij overweegt de rechtbank dat de functies zijn geselecteerd met behulp van het CBBS. Zoals blijkt uit de Resultaat functiebeoordeling heeft het CBBS voor de geselecteerde functies geen signaleringen gegeven op de door eiseres in haar beroepschrift opgesomde beperkingen in de FML.
17. Ook heeft eiseres een beroep gedaan op artikel 9, aanhef en onder c, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Daartoe voert zij aan dat van een werkgever redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat uitsluitend ten behoeve van eiseres rekening wordt gehouden met al haar beperkingen en preventieve voorzorgmaatregelen moet nemen. Deze beroepsgrond slaagt ook niet. Op grond van genoemd artikel blijft bij de vaststelling van wat een betrokkene nog met arbeid kan verdienen, arbeid buiten beschouwing die de betrokkene alleen kan verrichten na toepassing van zodanige voorzieningen dat het accepteren van die toepassing in redelijkheid niet van een werkgever kan worden verlangd. Eiseres heeft niet toegelicht om welke voorzieningen het gaat die een werkgever gezien haar beperkingen zou moeten treffen om haar in staat te stellen de geselecteerde functies te verrichten. Ook tijdens de zitting is die duidelijkheid niet gegeven.
18. De rechtbank komt tot de conclusie dat het Uwv de geselecteerde functies aan de schatting van de mate van arbeidsongeschiktheid ten grondslag heeft kunnen leggen. Hieruit volgt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres minder is dan de vereiste 35% om voor een WIA-uitkering in aanmerking te komen.