In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 3 december 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 9 december 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 4 september 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld bij brief van 7 februari 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging te doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.