Op 11 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1965, die wordt beschuldigd van het verkrachten van een slachtoffer op 7 juli 2023 te Woerden. Tijdens de terechtzitting op 27 november 2024 is het onderzoek gesloten, maar de rechtbank constateert dat de processen-verbaal van de forensische opsporing, die betrekking hebben op de afname van DNA-monsters bij zowel de verdachte als het slachtoffer, ontbreken in het dossier. Dit gebrek aan bewijsstukken heeft geleid tot de beslissing om het onderzoek te heropenen, zodat de officier van justitie de ontbrekende documenten kan toevoegen aan het dossier en deze ook aan de verdediging kan overhandigen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.E. Craenen, en de standpunten van de verdediging, vertegenwoordigd door mr. C. Stroobach, en de benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. C.H. Dijkstra. De rechtbank benadrukt dat het essentieel is om de bewijswaarde van het NFI-rapport te kunnen beoordelen, en dat dit alleen kan gebeuren als de relevante processen-verbaal beschikbaar zijn. De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek ter terechtzitting te hervatten, zodat de ontbrekende informatie kan worden verkregen en het proces op een correcte manier kan worden voortgezet.