ECLI:NL:RBMNE:2024:6707
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren en verstoorde arbeidsverhouding
In deze zaak gaat het om een werknemer, [partij II], die op staande voet is ontslagen door zijn werkgever, [partij I], omdat hij volgens de werkgever disfunctioneert en zich niet aan de verlofregels heeft gehouden. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet vernietigd, omdat er geen dringende reden voor het ontslag aanwezig was. De arbeidsovereenkomst is echter ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever [partij I] niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van disfunctioneren en dat er geen verbetertraject was aangeboden aan [partij II]. De kantonrechter heeft de werkgever ook veroordeeld tot betaling van het loon van [partij II] over een periode van drie maanden, gematigd tot het wettelijke minimum, en heeft de transitievergoeding toegewezen. De uitspraak is gedaan op 18 december 2024.