Uitspraak
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 27 november 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een eiseres die haar rijbewijs had geschorst gekregen door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiseres was op 2 juli 2022 aangehouden op verdenking van overtreding van de Wegenverkeerswet 1994. Het CBR had op 12 augustus 2022 de geldigheid van haar rijbewijs geschorst en weigerde op 25 juli 2024 een Verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorvoertuigen af te geven, gebaseerd op een rapport van een psychiater dat alcoholmisbruik aantoonde.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij oordeelde dat het CBR terecht had gehandeld op basis van het psychologisch rapport. De psychiater had vastgesteld dat de eiseres een stoornis in het alcoholgebruik had, wat leidde tot de conclusie dat zij niet rijgeschikt was. De voorzieningenrechter benadrukte dat de Regeling eisen geschiktheid 2000 geen verklaring van geschiktheid toestaat bij alcoholmisbruik.
De voorzieningenrechter erkende de impact van de beslissing op de eiseres, maar concludeerde dat de bescherming van de verkeersveiligheid zwaarder weegt. Hij oordeelde dat het CBR een recidiefvrije periode van een jaar mocht hanteren voordat de eiseres opnieuw rijgeschikt kon worden verklaard. De voorzieningenrechter wees erop dat deze periode noodzakelijk was om te beoordelen of de eiseres haar alcoholgebruik had gestaakt. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en partijen werden erop gewezen dat er geen hoger beroep mogelijk was tegen deze beslissing.