ECLI:NL:RBMNE:2024:6675
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiser op 21 juli 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat op 10 juli 2024 was genomen. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 27 november 2024 vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de niet-betaling van het griffierecht betekent dat de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld. Dit is in overeenstemming met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat iemand die in beroep gaat griffierecht moet betalen. De griffier had eiser op 8 augustus 2024 een nota gestuurd en op 6 september 2024 een herinnering, maar het griffierecht is niet ontvangen. De rechtbank heeft geen geldige reden voor de niet-betaling van het griffierecht kunnen vaststellen. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om deze te ondertekenen.