ECLI:NL:RBMNE:2024:6674

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
UTR 24/4710
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van beroepsgronden

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiseres heeft op 4 juli 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 27 mei 2024 is genomen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is.

De rechtbank heeft eiseres op 19 augustus 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin zij werd verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom zij het niet eens was met het besluit. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 10 september 2024 per gewone post verzonden, met de mededeling dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Eiseres heeft hierop niet gereageerd.

Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft beslist dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 november 2024 door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4710

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 4 juli 2024 tegen het besluit van verweerder van 27 mei 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom zij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen.
3. De rechtbank heeft eiser op 19 augustus 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij binnen vier weken moet aangeven waarom zij het niet eens is met het besluit. Deze brief is onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. Hierna is deze brief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38 van de Awb, op 10 september 2024 per gewone post verzonden aan eiseres. Daarbij is vermeld dat de in de brief van 19 augustus 2024 genoemde termijn niet opnieuw aanvangt. De rechtbank stelt vast dat eiseres hierop niet heeft gereageerd.
4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
5. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2024.
(De griffier is verhinderd de uitspraak
mede te ondertekenen).
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.