ECLI:NL:RBMNE:2024:6650

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
RK 24.027011
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen voertuigen met kilometer-blocker

Op 2 december 2024 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Midden-Nederland te Utrecht een beslissing genomen op de vordering van het Openbaar Ministerie tot onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voertuigen. De vordering betreft drie auto’s, te weten een Volkswagen T-Roc, een Volkswagen Polo en een Audi RSQ3, die in beslag zijn genomen op basis van het feit dat zij waren uitgerust met een kilometer-blocker. Deze apparaten manipuleren de kilometerstand van de voertuigen, wat leidt tot onjuiste weergave van de gereden kilometers en daarmee tot veiligheidsrisico’s. De raadkamer heeft vastgesteld dat de auto’s zijn in beslag genomen na een Wegenverkeerswetcontrole en dat het ongecontroleerde bezit van deze voertuigen in strijd is met de wet en het algemeen belang. De vertegenwoordiger van de beslagene, een Duits bedrijf, heeft aangevoerd dat de onttrekking onevenredig zou zijn voor hun bedrijfsvoering, maar de raadkamer oordeelde dat de aanwezigheid van de kilometer-blockers een ernstige aantasting van de integriteit van het handelsverkeer met zich meebrengt. De raadkamer heeft de vordering van het Openbaar Ministerie toegewezen en de auto’s onttrokken aan het verkeer. De beslissing is genomen door rechter J.F. Haeck, in aanwezigheid van griffier H.J. Nieboer, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
raadkamernummer : 24-027011
datum : 2 december 2024
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op de vordering van het Openbaar Ministerie tot onttrekking aan het verkeer op grond van artikel 36c, aanhef en onder 2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), van in beslag genomen goederen van:
[beslagene] GmbH,
gevestigd te [postcode] [vestigingsplaats] (Duitsland), [adres]
domicilie kiezende ten kantore van haar raadsman, mr. A.E. Brussen, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: beslagene.

Procesgang

De raadkamer heeft op 4 november 2024 in openbare raadkamer de vordering tot onttrekking aan het verkeer behandeld, gelijktijdig met het klaagschrift van beslagene tegen het beslag, waarop afzonderlijk wordt beslist. Tijdens de behandeling zijn gehoord de beslagene, vertegenwoordigd door [A] en zijn raadsman mr. M.D. Rijnsburger, en de officier van justitie, mr. L. de Jong.
De vordering van het Openbaar Ministerie strekt ertoe dat de rechtbank, conform het bepaalde in artikel 552f van het Wetboek van strafvordering (Sv), aan het verkeer onttrekt de onder beslagene in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een personenauto, Volkswagen T-Roc, kenteken [kenteken 1] (goednummer PL0900-2024255262-3388261);
- een personenauto, Volkswagen Polo, kenteken [kenteken 2] (goednummer PL0900-2024265855-3392913)
- een personenauto, Audi RSQ3, kenteken [kenteken 3] (goednummer PL0600-2024402754-3280242).
De in beslaggenomen auto’s worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de auto’s’.
De raadkamer heeft kennis genomen van:
  • een proces-verbaal met nummer PL0600-2024402754-12 van 29 oktober 2024 van verbalisant [verbalisant 1] ;
  • een proces-verbaal met nummer PL0600-2024402754-7, beide van 29 oktober 2024 van verbalisant [verbalisant 1] ;
  • een proces-verbaal met nummer PL0900-2024255262-4 van 7 september 2024 van verbalisant [verbalisant 2] ;
  • een proces-verbaal met nummer PL0900-2024255262 van 11 oktober 2024 van verbalisant [verbalisant 3] m.b.t. een Volkswagen T-roc met kenteken [kenteken 1] (Duits kenteken);
  • een proces-verbaal met nummer PL0900-2024265855-4 van 7 september 2024 van verbalisant [verbalisant 2] ;
  • een proces-verbaal met nummer PL0900-2024255262 van 11 oktober 2024 van verbalisant [verbalisant 3] m.b.t. een Volkswagen Polo GTi met kenteken [kenteken 2] (Duits kenteken);
  • een proces-verbaal met nummer PL0600-2024402754-3 van 6 september 2024 van verbalisanten [verbalisant 4] , [verbalisant 5] , [verbalisant 6] en [verbalisant 1]
  • een proces-verbaal met nummer PL0600-2024402754 van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , van 18 september 2024 m.b.t. een Audi RSQ3, kenteken [kenteken 3] (Duits kenteken);
  • het klaagschrift van beslagene van 6 september 2024;
  • het schriftelijk advies van de officier van justitie van 17 oktober 2024 met betrekking tot het beklag door beslagene tegen het beslag;
  • een e-mail van 4 november 2024 van mr. Rijnsburger aan de officier van justitie, met als bijlage een e-mail van 1 november 2024 van de heer [B] van het bedrijf [onderneming] B.V.
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is gebleken dat onder beslagene op de voet van artikel 94 Sv de auto’s in beslag zijn genomen op 13 augustus 2024 (Volkswagen T-Roc), 24 augustus 2024 (Volkswagen Polo) en 28 augustus 2024 (Audi RS Q3). Daarnaast is een Mercedes in beslaggenomen die inmiddels aan beslagene is geretourneerd en twee andere auto’s, waar deze procedure echter geen betrekking op heeft.

Standpunten

Standpunt van het Openbaar Ministerie
Alle drie de auto’s die naar aanleiding van een Wegenverkeerswetcontrole in beslag zijn genomen bevatten een kilometer-blocker. Dat is een later ingebouwd apparaatje waarmee de kilometerteller van de betreffende auto wordt gemanipuleerd, waardoor die een valse c.q. vervalste, in ieder geval onjuiste stand aangeeft. Ook treden (digitale) storingen op als gevolg van de kilometer-blocker. Na het verwijderen van de apparatuur is het niet mogelijk de juiste kilometerstand in de hele auto door te voeren; herstel in de oorspronkelijke toestand is niet meer mogelijk. Personen en instanties kunnen daardoor niet meer vertrouwen op de weergegeven kilometerstand van de auto’s. Als gevolg van onjuiste kilometerstanden kunnen storingen ontstaan en kunnen onderhoudsintervallen worden gemist. Dit kan zodanig effect hebben op de motor, het remsysteem en andere onderdelen en systemen van de auto’s, dat de veiligheid in het geding komt. Om de verkeersveiligheid te waarborgen en bedrog te voorkomen moeten de auto’s worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet of het algemeen belang.
Standpunt van de beslagene
Door de onttrekking aan het verkeer van de auto’s zou beslag onevenredig in haar bedrijfsbelang worden getroffen. Het Openbaar Ministerie heeft nog meer auto’s van beslagene in beslag genomen, naast de auto’s waar het in deze procedure om gaat. De vertegenwoordiger van beslagene, [A] , is als verdachte gehoord en wist niets van de kilometer-blockers. Het bedrijf heeft de auto’s tweedehands ingekocht. Beslagene wijst naar een uitspraak van de Rechtbank Den Haag die ook gaat over fraude met de kilometertellers, maar waar een Audi aan beslagene is teruggegeven (Rechtbank Den Haag, 1 oktober 2024, raadkamernummer, 24-013396, ongepubliceerd).
Anders dan het Openbaar Ministerie voorstaat, is het volgens beslagene wel degelijk mogelijk de kilometertellers te herstellen en voor de auto’s te achterhalen wat het daadwerkelijk gereden aantal kilometers is. Ook uit de processen-verbaal in de onderhavige zaak blijkt dat men heeft weten te achterhalen hoeveel kilometers de auto’s daadwerkelijk hebben gereden. Onduidelijk is waar de verbalisanten hun deskundigheid vandaan halen; alles lijkt te zijn gebaseerd op uitlatingen van een Audidealer in [plaats] die in de processen-verbaal wordt genoemd. Beslagene wijst op de e-mail van de heer [B] , een VAG-deskundige. Uit die e-mail blijkt dat de auto’s wel degelijk geheel te herstellen zijn met behulp van eigen software van de autofabrikant.
Beslagene voert daarnaast nog aan dat de technische staat van het voertuig bovendien wodt getest bij de jaarlijkse keuring, zodat ook hierin geen belemmering kan worden gezien voor teruggave van de auto’s.
Dat de garantie en de consumentenbescherming komt te vervallen doordat er kilometer-blockers in de auto hebben gezeten, is ook geen reden voor onttrekking; er rijden heel veel auto’s op de Nederlandse wegen waarvoor geen fabrieksgarantie of consumentenbescherming meer geldt.
De auto’s vertegenwoordigen een substantiële waarde. Onttrekking voldoet niet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Beslagene is eigenaar van de inbeslaggenomen voertuigen en de voertuigen zijn van wezenlijk belang voor de onderneming. Door onttrekking van de auto’s zal de continuïteit van de onderneming in gevaar komen, zodat beslagene onevenredig in haar belangen wordt geschaad.
Subsidiair verzoekt beslagene verbalisant [verbalisant 1] als getuige te laten horen over de achtergrond van het door haar opgestelde proces-verbaal. Ook verzoekt beslagene in dat geval een nader proces-verbaal op te laten stellen door de politie wat ingaat op de in de e-mail weergegeven bevindingen van de heer [B] , en op de vraag hoe men in Duitsland de problematiek van de kilometer-blockers aanpakt.

Beoordeling

Artikel 36b lid 1 onder 4 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is bepaalt dat onttrekking aan het verkeer van een in beslaggenomen goed kan worden opgelegd bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing op vordering van de officier van justitie. Uit de processen-verbaal in het dossier blijkt dat de auto’s alle drie aan een Wegenverkeerwetcontrole zijn onderworpen en vervolgens in beslag zijn genomen binnen het rechtsgebied van deze rechtbank, zodat de strafzaak in eerste aanleg voor dit gerecht had kunnen worden vervolgd. De raadkamer is derhalve op grond van artikel 552f lid 1 van het Wetboek van Strafvordering bevoegd om op de vordering te beslissen.
De raadkamer stelt verder vast dat de officier van justitie ter terechtzitting heeft medegedeeld dat geen vervolging zal worden ingesteld tegen beslagene of haar bestuurders, zodat een beslissing op een vordering tot onttrekking aan het verkeer in het kader van een strafvervolging niet (meer) tot de mogelijkheden behoort. Het Openbaar Ministerie is daarom ontvankelijk in haar vordering.
In artikel 70m van de Wegenverkeerswet (hierna: WVW) is als misdrijf strafbaar gesteld het (laten) manipuleren van de tellerstand van voertuigen op zodanige wijze dat de op de teller aangegeven afstand niet overeenkomt met de door dat motorrijtuig werkelijk afgelegde afstand. In artikel 3 lid 2 (onder verwijzing naar artikel 2 lid 3) van het Besluit Voertuigen is het de eigenaar van een voertuig verboden om dat voertuig te (laten) rijden indien in dat voertuig een apparaat aanwezig is dat geschikt is om de teller van een motorrijtuig stil te zetten, of op andere wijze te manipuleren. Uit de processen-verbaal in het procesdossier blijkt dat de auto’s alle drie waren voorzien van een kilometer-blocker. Dat is volgens de processen-verbaal een apparaat wat de kilometerstand van de auto kan beïnvloeden. Hiermee is het mogelijk een beperkt gedeelte van de daadwerkelijk afgelegde kilometers op de teller te registreren. De raadkamer is gelet hierop van oordeel dat met de betrekking tot de auto’s de strafbare feiten van artikel 70m WVW en artikel 3 lid 2 Besluit Voertuigen zijn begaan. Uit artikel 36c Sr volgt dat de auto’s daarom vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, indien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De raadkamer zal de vordering tot onttrekking aan het verkeer van de auto’s toewijzen en overweegt daartoe als volgt. De processen-verbaal in het procesdossier en de door beslagene ingebrachte e-mail van de heer [B] verschillen voor wat betreft de vraag of de auto’s geheel zonder risico’s in de oorspronkelijke toestand kunnen worden hersteld na verwijdering van de kilometer-blockers. Uit zowel de processen-verbaal als uit de e-mail van de heer [B] blijkt echter ook dat tijdens de aanwezigheid van de kilometer-blockers wel degelijk veiligheidsrisico’s bestaan. Daarbij komt dat van beslagene, als verhuurbedrijf, mag worden verwacht dat zij goed op de hoogte is van de technische staat van haar auto’s. Kilometerstanden spelen voor verhuurbedrijven een belangrijke, zo niet cruciale rol in de bedrijfsvoering en zij worden veelvuldig ingevuld op de verhuurovereenkomsten. Zo blijkt bijvoorbeeld uit het proces-verbaal met betrekking tot de Audi (PL06002024402754-3) dat op het verhuurcontract de kilometerstanden aan het begin en het einde van de verhuurperiode moeten worden ingevuld. Hierdoor is onaannemelijk dat beslagene en/of (een van) haar eigenaren niet op de hoogte waren van de aanwezigheid van de kilometer-blockers in de auto’s. Nu in ieder geval drie van de inbeslaggenomen auto’s van beslagene waren voorzien van een kilometer-blocker, is aannemelijk dat beslagene de kilometer-blockers bedrijfsmatig heeft toegepast. Gelet op de aantasting van de integriteit van het handelsverkeer en de gevaren die aan het gebruik van kilometer-blockers verbonden zijn, is daarmee het ongecontroleerde bezit van de auto’s in strijd met de wet of het algemeen belang. De vordering zal daarom, zoals al overwogen, worden toegewezen.
De hierboven genoemde beslissing van de rechtbank Den Haag waar de beslagene naar heeft verwezen bevat geen enkele overweging over de achtergronden van die zaak en waarom de betreffende Audi in die zaak in beslag was genomen. Wel is in de beslissing te lezen dat de rechtbank bij haar beslissing om teruggave van de Audi te gelasten, gebonden was aan het standpunt van de officier van justitie dat het belang van strafvordering zich niet legen teruggave van die Audi verzette. De rechtbank ziet in deze beslissing gelet op het voorgaande geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen.
Aangevoerd is dat beslagene disproportioneel (in haar bedrijfsbelang) zou worden getroffen door de maatregel van onttrekking aan het verkeer. De raadkamer heeft gelet hierop nog overwogen of nader onderzoek moet worden gedaan naar de vraag of het mogelijk is alleen de kilometer-blockers en niet de gehele auto’s aan het verkeer te onttrekken en de vordering dus slechts partieel toe te wijzen. Dat zou, gelet op de aan kilometer-blockers verbonden risico’s, alleen kunnen indien volledig herstel van de auto’s in de oorspronkelijke toestand mogelijk is, zoals beslagene voorstaat. Het Openbaar Ministerie stelt zich echter op het standpunt dat herstel van de auto’s in de oorspronkelijke toestand niet mogelijk is. De raadkamer ziet voor nader onderzoek hiernaar geen aanleiding, omdat aannemelijk is dat beslagene de kilometer-blockers bedrijfsmatig heeft toegepast, zoals hierboven al is overwogen.
De raadkamer heeft verder nog overwogen of beslagene een vergoeding moet worden toegekend op grond van artikel 33 c lid 2 Sr. Omdat aannemelijk is dat beslagene met betrekking tot de aanwezigheid van de kilometer-lockers in de auto’s niet te goeder trouw is, is de raadkamer echter van oordeel dat beslagene niet onevenredig door de onttrekking van de auto’s wordt getroffen. Voor een vergoeding of geldelijke tegemoetkoming in de zin van artikel 33c lid 2 Sr is daarom ook geen plaats.
Het voorwaardelijke verzoek tot het doen horen van een getuige en het opstellen van een nader proces-verbaal van bevindingen, wordt gelet op het voorgaande afgewezen.

Beslissing

De raadkamer:
- wijst de vordering tot onttrekking aan het verkeer toe;
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
o een personenauto, Volkswagen T-Roc, kenteken [kenteken 1] (goednummer PL0900-2024255262-3388261);
o een personenauto, Volkswagen Polo, kenteken [kenteken 2] (goednummer PL0900-2024265855-3392913);
o een personenauto, Audi RSQ3, kenteken [kenteken 3] (goednummer PL0600-2024402754-3280242).
Deze beslissing is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van de enkelvoudige raadkamer in deze rechtbank van 2 december 2024.
Tegen deze beslissing staat voor beslagene beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien dagen na betekening van deze beslissing.