4.3.1Bewijsmiddelen
Oplichting, computervredebreuk en witwassen (16.167929.23)
Proces-verbaal van aangifte door [naam 1] namens ING d.d. 30 juni 2023 (pagina 50 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 18 april 2023 ontving ING Fraud Service Center een fraudemelding van [naam 2] .[naam 2] verklaarde dat hij een stoel op Marktplaats te koop had staan. Op 29 maart 2023 werd [naam 2] benaderd door een persoon die zich [naam 3] noemde (verder te noemen: fraudeur). Omdat de fraudeur geen vervoer had, wilde hij iemand van het bedrijf [naam 4] sturen om de stoel op te halen. De betaling zou via de website van [naam 4] gaan, daarvoor zou de fraudeur een "transport request" sturen. Hij stuurde vervolgens via WhatsApp de link [link] . Dit betrof echter een link naar een phishing-website, waarop [naam 2] is bewogen tot het invoeren van zijn gebruikersnaam en wachtwoord voor Mijn ING, alsmede het nummer en vervaldatum van zijn betaalpas. De activatie is vervolgens verricht door een man die zich voordeed als controleur, namens [naam 4] naar de woning van [naam 2] is gekomen en daar met een Samsung Galaxy S8 een scan van het identiteitsbewijs van [naam 2] heeft gemaakt. Uiteindelijk bleek dat [naam 2] slachtoffer was geworden van phishing en dat met de frauduleus geactiveerde Mobiel Bankieren App onder andere een Mobiele Betaalpas was aangemaakt, waarmee frauduleuze transacties en pogingen daartoe hebben plaatsgevonden waardoor hij 1.003,10 euro schade heeft geleden. [naam 2] beschikt over een ringdeurbel en heeft videobeelden van de fraudeur die als "controleur" van [naam 4] bij hem aan de deur is geweest om een scan van zijn identiteitsbewijs te maken.
Door ING is onderzoek gedaan naar digitale sporen. Op 29 maart 2023, 21:38 uur, is vanaf IP-adres [IP-adres 1] de ING Mobiel Bankieren App aangevraagd vanaf een Samsung Galaxy S8. Op 29 maart 2023, 21:44 uur, is de ING Mobiel Bankieren App op deze Samsung Galaxy S8 geactiveerd middels het scannen van de chips in het identiteitsbewijs van [naam 2] . Alle hierna genoemde handelingen hebben plaatsgevonden middels de frauduleus geactiveerde ING Mobiel Bankieren App op de Samsung Galaxy S8. Op 30 maart 2023, 16:17 uur, is een mobiele betaalpas voor rekening [rekeningnummer 1] aangevraagd, maar niet geautoriseerd. Op 4 april 2023, 23:17 uur, is nogmaals een mobiele betaalpas voor rekening [rekeningnummer 1] aangevraagd, maar niet geautoriseerd. Op 5 april 2023, 15:49 uur, is het mobiele telefoonnummer in de klantgegevens van [naam 2] gewijzigd naar [telefoonnummer] . Op 5 april 2023, 15:50 uur, is de mobiele betaalpas voor rekening [rekeningnummer 1] geautoriseerd. Op 17 april 2023, 18:44 uur de paslimiet voor betaalautomaat transacties verhoogd naar 3.200,00 euro. Op 17 april 2023, 18:53 uur, is gepoogd om vanaf rekening [rekeningnummer 1] een betaling te doen.Met de frauduleus geactiveerde mobiele betaalpas voor rekening [rekeningnummer 1] hebben ook betalingen plaatsgevonden bij onder andere [tankstation] .Op 30 maart 2023, 14:04 uur, is vanaf IP-adres [IP-adres 2] ingelogd. Dit IP-adres betreft een zakelijke proxyserver van [organisatie 1 (afkorting)] .nl , domeinnaam van [organisatie 1] .
IP-adres [IP-adres 2] is op 29 maart 2023 en op 31 maart 2023 bij ING ook gebruikt om in te loggen op de ING Mobiel Bankieren App van [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] .Rekening [rekeningnummer 2] van [verdachte] is op 16 december 2021 geopend middels identificatie op afstand. De persoon op de pasfoto op dit paspoort vertoont overeenkomstige uiterlijke kenmerken met de persoon op de beelden van de ringdeurbel die als controleur bij [naam 2] diens identiteitsbewijs heeft gescand.
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden ringdeurbel) d.d. 30 juni 2023 (pagina 104 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat de beelden starten op 29 maart 2023 om 21:35 uur. Ik zag een persoon richting de camera liep. Ik zag dat verdachte met zijn linkerhand richting de camera ging en een beweging maakte of hij aanbelde. Ik hoorde het geluid van de ringdeurbel overgaan.Ik zag dat verdachte in zijn rechterhand een telefoon vasthield. Ik hoorde dat de verdachte zei, "hey, goedenavond, van [....] . Ik hoorde dat verdachte zei, "zou ik misschien", de rest werd onverstaanbaar. Ik zag dat de persoon richting de deur liep en uit beeld verdween.
Proces-verbaal van bevindingen (herkenning verdachte) d.d. 1 juli 2023 (pagina 107 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De persoon op still 1 herken ik als [verdachte] . Ik ben [verdachte] vaak tegengekomen. Ik heb hem vaak uitgebreid gecontroleerd. Ik herkende hem aan zijn leeftijd van 20 jaar, gezichtsvorm (lang), zijn smalle postuur, haardracht (krullend) en zijn vierkante bril.
Proces-verbaal van aangifte door [naam 5] d.d. 7 april 2023 (pagina 270 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op welke dag/datum/tijd heeft het misdrijf plaatsgevonden?
6 april 2023.
Kunt u in uw eigen woorden vertellen wat er is gebeurd?
Rond 13 uur ontving ik een bericht van [.] met de mededeling dat er geprobeerd was om
een verdachte transactie uit te voeren met mijn creditcard.
Hoe verliep de betaling die u van de oplichter moest verrichten?
Er werd gezegd dat de ICT afdeling de rekeningen opschoonde tijdens het gesprek.
Als alles schoon zou zijn, zouden de betalingen teruggestort worden.
Naar welk bankrekeningnummer en te naam gestelde zijn de transacties gegaan?
[verdachte] [rekeningnummer 3] , 4.780,66 euro.
Proces-verbaal van bevindingen (rekening op naam van verdachte) d.d. 13 juli 2023 (pagina 133 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 13 juli 2023 onderzocht ik de rekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] . Ik zag in het rekeningoverzicht dat er zes transacties waren verricht. Ik zag dat bij de eerste drie transacties van 5 april 2023 en 6 april 2023 tijdelijk de limiet van de bankpas was verhoogd. Vervolgens zag ik dat op 6 april 2023 om 15:15 uur een bedrag van 4.780,66 euro was overgemaakt door [naam 5] vanaf [rekeningnummer 4] . Ik zag dat op 6 april 2023 om 15:31 uur een bedrag van 1000 euro werd overgemaakt naar rekening [rekeningnummer 5] , een tussenrekening van BUNQ Bank. Ik zag dat op 11 april een bedrag van 3.780,66 euro werd overgemaakt naar rekening [rekeningnummer 6] . Ik zag dat het kenmerk van de overboeking heette: retour veiliggesteld bedrag.
Diefstal fiets en tas (16.119633.24)
Proces-verbaal van aangifte door [naam 6] d.d. 19 januari 2024 (pagina 5 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 16 januari 2024 omstreeks 19:45 uur heb ik mijn elektrische fiets van het merk Cortina, type E-U4 Transport, zwart, met framenummer [framenummer] neergezet aan het [straat 2] [nummeraanduiding 2] te [plaats] . Ik ben vergeten om mijn fiets op slot te zetten. Op 16 januari 2024 omstreeks 20:00 uur kwam ik terug bij de plek waar ik mijn fiets had neergezet en zag dat deze er niet meer stond. In de mand van mijn fiets zat een sporttas van het merk Puma met daarin sportspullen.
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden) d.d. 26 februari 2024 (pagina 14 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Verdachte kijkt onderzoekend om zich heen en pakt (net buiten beeld) de elektrische fiets.De fiets had een mand voorop met daarin een tas. Verdachte is op de fiets weggereden.
Proces-verbaal van bevindingen (herkenning verdachte) d.d. 8 februari 2024 (pagina 20 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De persoon op still 1 herken ik als [verdachte] . Ik heb verdachte veel op straat gecontroleerd, gezien en gesproken. Ik herken verdachte aan zijn postuur (smal gebouwd), leeftijd van 20 jaar, houding (met iets omhoog getrokken schouders), gezichtsvorm (langwerpig), haardracht (krullend) en zijn bril.
Diefstal sigaretten (16.098669.24)
Proces-verbaal van aangifte door [naam 7] namens [winkel] d.d. 15 maart 2024 (pagina 5 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Plaats: [straat 3] [nummeraanduiding 3] te [plaats] ( [winkel] ). Pleegdatum: 15 maart 2024 om 10:18 uur.
Ik doe aangifte van diefstal. Ik hoorde dat de pintransactie niet lukte. Ik zei tegen verdachte dat hij nog moest betalen omdat de betaling niet was gelukt en zag dat verdachte vervolgens wegrende richting de uitgang. Ik zag dat hij de winkel verliet met een pak sigaretten zonder betaald te hebben, een pakje Marlboro van 20 stuks. De verkoopwaarde is 9,80 euro.
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden) d.d. 18 maart 2024 (pagina 22 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag een persoon richting de balie lopen. Ik herkende [verdachte] aan de vorm van zijn gezicht, lichte gezichtsbeharing, zware, donkere wenkbrauwen en bril. Ik zag een winkelmedewerker naar hem toe lopen. Ik zag dat de winkelmedewerker een pakje sigaretten op de balie legde. Ik zag dat [verdachte (voornaam)] de telefoon in zijn rechterhand bij het pinautomaat hield. Ik zag dat hij direct daarop het pakje sigaretten van de balie pakt. Ik zag dat [verdachte (voornaam)] zonder te kijken of de betaling geslaagd is, direct zich omdraait richting de uitgang van de winkel. Ik zag dat [verdachte (voornaam)] met het pakje sigaretten in zijn linkerhand de winkel uit loopt.
Proces-verbaal van bevindingen (herkenning verdachte) d.d. 15 maart 2024 (pagina 8 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op bovengenoemde dag en datum, omstreeks 10.40 uur, kwam ik ter plaatse bij de [straat 3] in [plaats] . Ik werd daar aangesproken door de beveiliger van het winkelcentrum. Die gaf aan dat hij een screenshot had gemaakt van de beelden waarop de verdachte was te zien. Ik herkende direct de persoon op de screenshot als [verdachte] .
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.2Bewijsoverwegingen
Oplichting en computervredebreuk
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast. In maart 2023 plaatst de heer [naam 2] een Markplaats-advertentie om stoelen te verkopen. Hij wordt op 29 maart 2023 benaderd door een potentiële koper, ‘ [naam 3] ’, die de stoelen wil overnemen, maar geen vervoer heeft en daarom voorstelt de stoelen op te laten halen door een bedrijf. [naam 3] stuurt [naam 2] een transportlink. [naam 2] opent deze link, wordt gevraagd zijn inloggegevens van ING in te vullen en doet dat vervolgens ook. Deze transportlink blijkt een phishing-link te zijn, waardoor ‘ [naam 3] ’ vanaf dat moment beschikt over de inloggegevens van [naam 2] . Met deze inloggegevens kan de ING bankieren-app geactiveerd worden en dit wordt vervolgens diezelfde avond ook gedaan met een Samsung Galaxy S8.
Bij deze activatie is ook een scan van het ID-bewijs van [naam 2] nodig en dat is het moment dat verdachte in beeld komt. De rechtbank acht namelijk wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die als ‘controleur’ aan de deur van [naam 2] is geweest om namens transportbedrijf [naam 4] zijn ID-bewijs te controleren. Hij scant met een Samsung Galaxy S8 het ID-bewijs van [naam 2] en daarmee wordt de ING-app definitief geactiveerd. Op de beelden van de ringdeurbel van [naam 2] is de controleur te zien en door twee verbalisanten herkend als verdachte.
In de dagen daarna worden met dezelfde Samsung Galaxy S8 betaalpassen aangevraagd, een pas geautoriseerd, de betaallimiet verhoogd, transacties gedaan en pogingen daartoe ondernomen. Daarbij is opvallend dat er op 30 maart 2023 met deze Samsungtelefoon ingelogd wordt in de ING-app van [naam 2] vanaf een IP-adres waarop verdachte de dag daarvoor en de dag daarna met zijn éigen bankieren-app heeft ingelogd.
In eerste instantie heeft verdachte ontkend dat hij betrokken is geweest bij de oplichting van [naam 2] . Later heeft hij gezegd dat hij slechts als geldezel bij de oplichting was betrokken. De rechtbank gaat daar niet in mee. Verdachte heeft een wezenlijke rol in de oplichting gehad: hij heeft niet alleen een rekening geopend of een rekening ter beschikking gesteld (zoals vaak het geval is bij geldezels), maar hij is ook bij [naam 2] aan de deur geweest, heeft zich voorgedaan als iemand van [naam 4] , heeft zijn ID gescand en daarmee vervolgens de ING-app geactiveerd. Dat is veel meer dan verdachte heeft toegegeven en vormt ook een onmisbaar onderdeel van de oplichting. Daarmee is sprake van medeplegen en niet slechts van medeplichtigheid.
Daarnaast acht de rechtbank ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van de met de oplichting samenhangende computervredebreuk. Met de gegevens die door bovenstaande oplichting zijn verkregen, is immers meermaals onrechtmatig ingelogd op de ING-app. De rechtbank komt hierbij, anders dan de officier van justitie, tot een bewezenverklaring van de gehele tenlastegelegde periode (en niet slechts één dag) omdat uit het dossier blijkt dat er op meerdere momenten onrechtmatig is ingelogd, steeds met dezelfde Samsung Galaxy S8 die aan verdachte kan worden gekoppeld.
Witwassen
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van witwassen niet vereist is dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Dat een voorwerp ‘afkomstig is uit enig misdrijf’, kan bewezen worden geacht, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Op grond van het proces-verbaal van bevindingen inhoudende een onderzoek naar een ASN-rekening op naam van verdachte kan worden vastgesteld dat er op 6 april 2023 om 15:15 uur een bedrag van 4.780,66 euro is overgemaakt door aangever [naam 5] . Vervolgens is op diezelfde dag om 15:31 uur een bedrag van 1.000 euro overgemaakt naar een tussenrekening van BUNQ Bank. Daarna is op 11 april 2023 een bedrag van 3.780,66 euro overgemaakt naar weer een andere rekening van ASN, met als kenmerk: ‘retour veiliggesteld bedrag’.
Gelet op deze omstandigheden, was het naar oordeel van de rechtbank aan verdachte geweest om een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring te geven over de (legale) herkomst van dit geldbedrag. Een dergelijke verklaring is echter uitgebleven. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte het geldbedrag (dat afkomstig is van een misdrijf omdat het toebehoorde aan aangever [naam 5] ) in verschillende delen heeft overgemaakt naar verschillende rekeningen, daarmee de illegale herkomst van dit geldbedrag heeft verhuld en zich dus schuldig heeft gemaakt aan opzetwitwassen.
Diefstallen
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen ook de twee diefstallen in [plaats] (te weten de diefstal van een fiets met een tas op 16 januari 2024 en de diefstal van sigaretten bij de [winkel] op 15 maart 2024) wettig en overtuigend bewezen. In beide gevallen is er aangifte gedaan, zijn er camerabeelden beschikbaar en is verdachte naar aanleiding van die beelden door meerdere verbalisanten herkend.