ECLI:NL:RBMNE:2024:6634

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
UTR 24/887
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van uitkeringen op basis van privaatrechtelijke dienstbetrekking

In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van uitkeringen door het Uwv aan eiseres, die deze uitkeringen had aangevraagd op basis van haar dienstverbanden bij twee werkgevers. Eiseres had een arbeidsovereenkomst bij [restaurant] en [bedrijf], maar het Uwv concludeerde dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking bij [restaurant]. Dit oordeel was gebaseerd op een handhavingsrapport dat stelde dat eiseres geen persoonlijke arbeid had verricht voor [restaurant]. Eiseres was het hier niet mee eens en voerde aan dat het rapport onjuist was en niet op objectieve gegevens was gebaseerd. De rechtbank oordeelde dat het Uwv voldoende aannemelijk had gemaakt dat er geen verplichting tot het verrichten van arbeid bestond, en dat eiseres niet verzekerd was voor de Wazo en de Zw. De rechtbank volgde eiseres niet in haar betoog, omdat zij enkel haar eigen verklaring had gegeven zonder objectieve onderbouwing. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de herziening en terugvordering in stand bleef.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/887
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 december 2024 op het beroep in de zaak tussen

[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. I. Amghar),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder
(gemachtigde: mr. R.M.H. Rokebrand).

Samenvatting

1. Het gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv twee uitkeringen die eiseres heeft ontvangen op grond van de Wet arbeid en zorg (Wazo) en de Ziektewet (Zw) terecht heeft herzien en van eiseres heeft teruggevorderd. Ze had deze uitkeringen aangevraagd vanuit een dienstverband tussen haar en [restaurant] , maar volgens het Uwv was dit achteraf gezien geen privaatrechtelijke dienstbetrekking, waardoor eiseres niet verzekerd was. Het Uwv baseert zich op het handhavingsrapport van zijn afdeling Toezicht van 6 juli 2023. Eiseres is het hier niet mee eens en vindt dat zij wél verzekerd was voor de Wazo en de Zw. Volgens eiseres is het rapport onjuist en niet gebaseerd op objectieve en verifieerbare gegevens, zodat de herziening en terugvordering niet terecht zijn. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Waarom dat zo is, legt de rechtbank hierna verder uit.

Verloop

2. Eiseres heeft per 1 maart 2021 een arbeidsovereenkomst gesloten met [restaurant] waarin staat dat zij per die datum, voor de duur van een half jaar in dienst treedt als manager voor 40 uur per week met een bruto uurloon van € 25,-- inclusief vakantiegeld. [restaurant] is het bedrijf van [A] , op dat moment de levenspartner van eiseres en de vader van haar kinderen (eiseres is dan zwanger van hun vierde kind).
3. Daarnaast heeft eiseres een arbeidsovereenkomst gesloten met [bedrijf] In die overeenkomst staat dat zij, ook per 1 maart 2021, voor de duur van een jaar in dienst treedt als administratief medewerkster / persoonlijk verzorgster voor 32 uur per week met een bruto uurloon van € 14,52 exclusief vakantiegeld.
4. In verband met haar zwangerschap en bevalling heeft eiseres vanuit beide dienstverbanden een Wazo-uitkering aangevraagd bij het Uwv. Voor het dienstverband bij [bedrijf] heeft het Uwv eiseres van 6 augustus 2021 tot en met 26 november 2021 een Wazo-uitkering toegekend, en voor het dienstverband bij [restaurant] van 11 augustus 2021 tot en met 30 november 2021. Per 1 december 2021 heeft eiseres zich bij het Uwv ziekgemeld voor haar werk bij [restaurant] (niet voor haar werk bij [bedrijf] ), waarop het Uwv per die datum een Zwuitkering heeft toegekend aan haar.
5. Omdat eiseres in totaal 72 uur per week zou werken terwijl zij drie kinderen heeft, zwanger is van haar vierde kind en voorheen altijd parttime gewerkt heeft, is het Uwv een intern onderzoek gestart naar de dienstverbanden van eiseres. Dit onderzoek is verricht door een toezichthouder van het Uwv die daarover op 6 juli 2023 heeft gerapporteerd. De toezichthouder heeft geconcludeerd dat het dienstverband van eiseres bij [restaurant] gefingeerd (verzonnen) zou zijn. Volgens de toezichthouder is namelijk voldoende aannemelijk dat eiseres geen persoonlijke arbeid heeft verricht voor [restaurant] , zodat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking.
6. Hierop is het Uwv bij besluit van 3 augustus 2023, overgegaan tot herziening van de aan eiseres voor haar werk bij [restaurant] toegekende Wazo- en Zwuitkering. Met het besluit van 4 augustus 2023 heeft het Uwv bruto € 13.260,80 aan ten onrechte uitbetaalde Wazo-uitkering en bruto € 76.315,32 aan ten onrechte uitbetaalde Zw-uitkering van eiseres teruggevorderd. Het Uwv heeft het handhavingsrapport aan de besluiten ten grondslag gelegd.
7. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de herziening en terugvordering. Bij besluit van 4 januari 2024 (hierna: het bestreden besluit) heeft het Uwv de herziening en terugvordering in stand gelaten, met de aanvullende motivering dat ook voldoende aannemelijk is dat er geen gezagsverhouding bestond tussen eiseres en haar oud-werkgever bij [restaurant] , [A] . Ook om die reden is volgens het Uwv niet voldaan aan de voorwaarden voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking en was eiseres dus niet verzekerd.
8. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is op 1 november 2024 bij de rechtbank op een zitting behandeld
.Eiseres was aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Beoordelingskader
9. De relevante wetgeving staat in de bijlage bij deze uitspraak.
10. Voor het aannemen van een privaatrechtelijke dienstbetrekking moet sprake zijn van:
1) een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid;
2) een verplichting tot het betalen van loon, en;
3) een gezagsverhouding.
Het persoonlijk verrichten van arbeid kan in principe bestaan uit iedere willekeurige (geestelijke of lichamelijke) activiteit, mits die gedurende zekere tijd wordt verricht. Er is sprake van een gezagsverhouding als de werknemer in dienst staat tot (ondergeschikt is aan) de werkgever. De arbeidsrelatie tussen familie of (ex)echtgenoten is een element dat betrokken moet worden bij de beoordeling, maar als maatstaf geldt ook in dat geval dat de werknemer aan een zeker gezag is onderworpen van de werkgever. De werkgever moet bevoegd zijn om opdrachten en instructies te geven en controle uit te oefenen op de voortgang en resultaten van het werk. Tot slot wordt als ‘loon’ aangemerkt, alles wat de werknemer in verband met het verrichten van arbeid van de werkgever ontvangt. Daarbij is voldoende dat vaststaat dat de werkgever tot betaling van loon is gehouden.
11. Om te kunnen beoordelen of een overeenkomst als een arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, moet door uitleg aan de hand van de Haviltex-maatstaf worden vastgesteld welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen. Deze maatstaf houdt in, dat acht moet worden geslagen op alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien en dat niet alleen de rechten en verplichtingen in aanmerking moeten worden genomen die partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stonden, maar moet ook acht worden geslagen op de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan hun rechtsverhouding en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Daarbij is niet één enkel element beslissend, maar moeten de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in hun onderling verband worden bezien. Als de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet de overeenkomst als zodanig worden aangemerkt. Voor deze kwalificatie is niet van belang of partijen de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen.
12. De herziening en terugvordering van uitkeringen zijn ambtshalve besluiten. De last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor herziening en terugvordering is voldaan, rust daarom in beginsel op het Uwv. Deze bewijslast wordt sterker als het gaat om een besluit met een belastend karakter, zoals hier het geval. Het is aan het Uwv om de nodige kennis omtrent de relevante feiten en omstandigheden te vergaren. Dat brengt in ieder geval mee dat het Uwv feiten moet aandragen aan de hand waarvan aannemelijk is dat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond tussen eiseres en [restaurant] . Deze verplichting geldt behoudens de plicht van eiseres om relevante gegevens en bescheiden over te leggen waarover zij redelijkerwijs kan beschikken. Als op grond van de door het Uwv gepresenteerde feiten aannemelijk is dat er geen sprake is geweest van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, dan ligt het op de weg van eiseres om de onjuistheid daarvan met tegenbewijs, berustend op objectieve en verifieerbare gegevens, aannemelijk te maken.
Verplichting persoonlijk verrichten van arbeid
Standpunt Uwv
13. Volgens het Uwv is met het handhavingsrapport voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen verplichting bestond voor eiseres tot het persoonlijk verrichten van arbeid bij [restaurant] . Allereerst zijn de verklaringen van eiseres hierover volgens het Uwv op belangrijke punten inconsequent en niet verenigbaar met andere onderzoeksbevindingen. Bij haar ziekmelding in 2021 verklaarde eiseres nog dat zij doordeweeks overdag bij [restaurant] werkte, terwijl eiseres volgens haar oud-werkgever bij [bedrijf] overdag daar op kantoor (onder zijn toezicht) of in de wijk werkte. Zijn verklaring komt overeen met het werkrooster van [bedrijf] In mei 2022 verklaarde eiseres dat zij zeven dagen per week voor [restaurant] zou hebben gewerkt. Bij de arbeidsdeskundige in 2023 heeft zij verklaard dat zij doordeweeks alleen ’s avonds en ’s nachts, en in de weekenden voor [restaurant] zou hebben gewerkt.
14. De verklaringen van eiseres over de inhoud van haar werk bij [restaurant] verschillen ook. Waar eiseres in het begin vooral verklaarde over werkzaamheden waarbij zij veel moest lopen/staan en samenwerken met de bezorgers, had zij het in latere verklaringen vooral over zittend werk (beeldschermwerk) en zou zij geen contact hebben gehad met anderen dan haar werkgever [A] . Tot slot is het volgens het Uwv opvallend dat eiseres naar eigen zeggen voldoende tijd over had om voor [restaurant] te gaan werken omdat het bij [bedrijf] niet zo druk was, terwijl zij bij beide werkgevers tegelijk is gestart.
15. Anders dan de (deels) ondersteunende verklaring van [A] , zijn er geen anderen die kunnen bevestigen dat eiseres daadwerkelijk bij [restaurant] gewerkt heeft. De verklaring van [A] kan volgens het Uwv ook niet op alle punten worden gevolgd. Zo was het volgens hem te duur om eiseres in dienst te houden, maar dat is gezien de gestegen winst uit onderneming van € 33.911,-- (in 2020) naar € 111.015,-- (in 2021) niet aannemelijk. Daar komt bij dat eiseres niet is vervangen toen zij ziek werd (daar is in elk geval niet van gebleken), terwijl zij 40 uur per week voor [restaurant] werkte.
16. De uitbetaling van het salaris doet het Uwv ook twijfelen aan de stelling van eiseres dat zij voor [restaurant] werkte. Van de vijf maanden die eiseres daar zou hebben gewerkt, zijn slechts twee maanden uitbetaald. Volgens eiseres en [A] zouden de andere salarismaanden zijn verrekend met de door eiseres gereden schade aan de bedrijfsleaseauto, maar dat is niet schriftelijk vastgelegd en de boekhouder wist daar niks vanaf. Verder zijn er discrepanties in de hoogte van het salaris op de loonstrookjes van eiseres, en het aantal (volgens de loonaangiften) door eiseres gewerkte uren. Ook de loongegevens waar het pensioenfonds vanuit is gegaan wijken voor sommige maanden sterk af.
17. Uit de stukken blijkt verder dat eiseres op 1 december 2021, de dag waarop zij zich voor haar werk bij [restaurant] heeft ziekgemeld, nog wel werkte bij [bedrijf] Eiseres heeft zelfs verklaard dat zij tot dan 24 uur per week werkte (wat niet overeenkomt met haar arbeidsovereenkomst) en dat haar dienstverband per 1 december 2021 is uitgebreid naar 32 uur per week. Volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel zou eiseres daarnaast ook nog een eigen onderneming zijn gestart. Dit is volgens het Uwv allemaal niet in lijn met de ziekmelding van eiseres en het advies van de verloskundige dat eiseres het rustiger aan moest doen.
18. Het Uwv wijst er tot slot op dat eiseres begin 2021 in het kader van de uitkering op grond van de Werkloosheidswet die zij toen ontving, in eerste instantie alleen melding heeft gemaakt van haar dienstbetrekking bij [bedrijf] . Op de inkomensverklaringen over maart en april 2021 heeft eiseres [restaurant] ook niet vermeld, terwijl zij daar toen al twee maanden zou werken. Alles samen genomen is volgens het Uwv voldoende aannemelijk dat eiseres niet bij [restaurant] heeft gewerkt.
Standpunt eiseres
19. Eiseres voert aan dat zij wel degelijk voor [restaurant] heeft gewerkt. Volgens eiseres is het handhavingsrapport waar het Uwv zich op heeft gebaseerd onjuist en niet gebaseerd op objectieve en verifieerbare gegevens. Eiseres had twee banen tegelijk, omdat zij haar schulden (ontstaan door faillissement van een vorige werkgever) zo snel mogelijk wilde afbetalen. Verder moesten zij en [A] groter gaan wonen, en wilde eiseres daar wat geld voor opzij leggen. Eiseres wist van tevoren dat zij het niet druk zou krijgen bij [bedrijf] omdat zij bij haar sollicitatie al te horen had gekregen dat zij slechts 10 cliënten kreeg toegewezen (bij een vorige werkgever had eiseres wel 80 cliënten).
20. Verder kwam eiseres er pas laat achter dat zij weer zwanger was, waardoor zij meteen moest stoppen met haar medicatie (niet kon afbouwen). Dit resulteerde erin dat zij slecht sliep, zodat zij tot laat in de nacht voor [restaurant] kon werken. De kinderen gingen overdag naar de opvang. Eiseres werkte overdag voor [bedrijf] waar zij tussendoor ook allerlei taken voor [restaurant] kon doen, zoals bellen met bedrijven en leveranciers. Haar werkgever bij [bedrijf] had daar geen problemen mee, zolang eiseres haar werk maar af had. De administratieve taken voor [restaurant] deed eiseres in de avonden vanuit huis als de kinderen op bed lagen (vanaf 20u). Als schoonfamilie kon oppassen werkte eiseres in de zaak. Zij werkte dan soms door tot 3 uur ’s nachts.
21. Er waren geen andere werknemers in dienst bij [restaurant] . Er werkten alleen wisselende bezorgers van Ubereats en Thuisbezorgd voor het bedrijf. Eiseres had geen contact met hen, zodat er anders dan [A] niemand is die kan verklaren over haar werk. Eiseres werkte op een werklaptop die zij na afloop weer heeft moeten inleveren bij [A] . Zij heeft hierdoor geen toegang meer tot haar oude werk- en e-mailaccount.
22. Dat de schade aan de leaseauto die eiseres heeft gereden zou worden ingehouden op haar salaris, had zij mondeling afgesproken met [A] . Eiseres voelde zich erg schuldig over de schade en was al lang blij dat het op deze manier opgelost kon worden. De afspraak is niet schriftelijk vastgelegd; eiseres vertrouwde erop dat [A] het verder met de boekhouder zou opnemen die de verrekening zou doorvoeren middels min-uren.
23. Eiseres werkte weliswaar veel in die tijd, maar het was ook zwaar en zij zag haar kinderen weinig. Uiteindelijk is zij ziek geworden. Eiseres heeft het juist goed willen regelen door een arbeidsovereenkomst te sluiten met [restaurant] . Zij wilde niet ‘zwart’ werken. Dat zij nu wordt geconfronteerd met een herziening en terugvordering valt eiseres dan ook zwaar.
Beoordeling rechtbank
24. Zoals gezegd (zie overweging 13) is het eerst aan het Uwv om met feiten aannemelijk te maken dat er geen sprake zou zijn van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Daar is het Uwv naar het oordeel van de rechtbank in geslaagd. De rechtbank stelt voorop dat de omstandigheid dat iemand het ouderschap combineert met een fulltime baan geen aanknopingspunt kan zijn voor nader onderzoek, maar in het geval van eiseres lag dit anders. Zij had immers een dubbel dienstverband, waarvan de rechtbank begrijpt dat dit vragen opriep bij het Uwv. Met het dubbele dienstverband in combinatie met de tegenstrijdige verklaringen over haar werktijden en werkzaamheden, het gelijktijdig beginnen bij twee werkgevers voor 72 uur per week en de afwijkende loongegevens bij [restaurant] , is voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Vervolgens ligt het op de weg van eiseres om de onjuistheid daarvan met tegenbewijs, berustend op objectieve en verifieerbare gegevens, aannemelijk te maken.
25. Hoewel de rechtbank het betoog van eiseres niet bij voorbaat op alle punten ongeloofwaardig vindt, gaat de rechtbank er niet in mee. Tegenover het handhavingsrapport van het Uwv heeft eiseres namelijk enkel haar eigen verklaring gezet. Zonder onderbouwing legt die verklaring naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gewicht in de schaal. Dat eiseres haar betoog niet kan onderbouwen, omdat zij geen toegang meer heeft tot haar werkaccount en [A] niet wil meewerken, volgt de rechtbank niet. Eiseres had bijvoorbeeld whatsappberichten, verklaringen van familieleden en informatie van de leasemaatschappij en het autoschadeherstelbedrijf kunnen overleggen. Verder zou het werk bij [restaurant] volgens eiseres voor een groot deel hebben bestaan uit het bijhouden van de socialmediakanalen zoals TikTok, Facebook en Instagram. Eiseres had dit kunnen onderbouwen door de betreffende socialmediaberichten over te leggen die zij heeft gemaakt. Tot slot had eiseres de rechtbank kunnen verzoeken om [A] op te roepen als getuige in deze beroepsprocedure. Eiseres heeft dit allemaal niet gedaan.
26. Dat betekent dat het Uwv heeft kunnen aannemen dat een verplichting tot het verrichten van arbeid in dit geval ontbrak. Al om die reden kan niet gesproken worden van een privaatrechtelijk dienstbetrekking tussen eiseres en [restaurant] . Eiseres was vanuit dat dienstverband dan ook niet verzekerd voor de Wazo en de Zw, zodat het Uwv terecht is overgegaan tot herziening en terugvordering.
Gezagsverhouding
27. Omdat het ontbreken van een verplichting tot het verrichten van arbeid al voldoende grondslag biedt voor de herziening en terugvordering, komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van de beroepsgronden van eiseres over de gezagsverhouding en de hoorplicht.
Conclusie
28. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat de herziening en terugvordering in stand blijven en dat eiseres de te veel ontvangen uitkering moet terugbetalen. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, voorzitter, en mr. K. de Meulder en mr. J.L.W. Broeksteeg, leden, in aanwezigheid van mr. N.K. Boer – de Bruin, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 december 2024.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Deze uitspraak is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.
BIJLAGE
In artikel 20 van de Zw is bepaald dat degene die als ‘werknemer’ wordt beschouwd verzekerd is voor de Ziektewet.
Ingevolge artikel 3, eerste lid van de Zw wordt als ‘werknemer’ beschouwd de natuurlijk persoon die een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking heeft.
In artikel 3:1, eerste lid van de Wazo is bepaald dat de vrouwelijke ‘werknemer’ in verband met haar bevalling recht heeft op zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Volgens artikel 1:1 van de Wazo wordt onder ‘werknemer’ verstaan degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht.
Ingevolge artikel 30a, eerste lid, onder b van de Zw herziet het Uwv een besluit tot toekenning van ziekengeld of trekt hij dat in, als het ziekengeld ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
Gelet op artikel 3:16, eerste lid, onder b van de Wazo is dit artikel van overeenkomstige toepassing met betrekking tot Wazo-uitkeringen.
In artikel 33, eerste lid van de Zw is bepaald dat het ziekengeld, dat als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 30a onverschuldigd is betaald, alsmede hetgeen anderszins onverschuldigd is betaald, door het Uwv wordt teruggevorderd.
Gelet op artikel 3:16, eerste lid, onder m van de Wazo is dit artikel van overeenkomstige toepassing met betrekking tot Wazo-uitkeringen.