3.1.De vader vordert dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad:
het op 14 oktober 2024 gewezen verstekvonnis vernietigt en de moeder niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen over de vervangende toestemming voor de verhuizing, uitschrijving van [minderjarige 1 (voornaam)] van de school in [plaats 3] en inschrijving op een school in [plaats 2] wegens gebrek aan bewijs, althans haar de verleende vervangende toestemmingen ontzegt, met veroordeling van de moeder in de kosten van de procedure;
de moeder beveelt binnen één week na dagtekening van het vonnis in deze kortgedingprocedure, dan wel een door de voorzieningenrechter redelijk te achten termijn, met [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] terug te verhuizen naar een woning binnen een straal van 15 kilometer van de huidige woning van de vader aan de [adres] in [plaats 1] , onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat zij niet aan voornoemd bevel voldoet, met een maximum van € 25.000,-;
de kinderen van partijen per direct aan hem toevertrouwt wekelijks van woensdagmiddag na school/bso 17.00 uur tot zondag 19.00 uur, waarbij de moeder de kinderen woensdag naar school/bso brengt en zondag bij vader ophaalt, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor iedere dag dat de moeder de kinderen niet aan hem afgeeft;
in het geval de kinderen conform vordering 3. aan de vader worden toevertrouwd, een zorgregeling tussen de moeder en de kinderen vaststelt waarbij de kinderen vanaf zondag 19.00 uur tot woensdagochtend naar school/bso bij haar zijn, waarbij de moeder de kinderen zondag ophaalt bij vader en woensdag naar school/bso brengt.