ECLI:NL:RBMNE:2024:6601

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
16-087583-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van bankhelpdeskfraude met oplichting en diefstal

Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van bankhelpdeskfraude, oplichting en diefstal. De zaak betreft een serie van 41 gevallen waarin ouderen werden benaderd door personen die zich voordeden als bankmedewerkers of politie. De slachtoffers werden misleid tot het afgeven van hun bankpassen en waardevolle goederen, waaronder sieraden en schilderijen. De rechtbank oordeelde dat [verdachte] als medepleger betrokken was bij deze oplichtingen en diefstallen, waarbij hij samen met anderen handelde. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, en de rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven. De rechtbank benadrukte dat bankhelpdeskfraude een toenemend probleem is dat het vertrouwen van ouderen in de digitale bankwereld schaadt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-087583-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 december 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1996] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in [woonplaats] ,
hierna: [verdachte] .
INLEIDING
Op 28 maart 2022 vond in Eemnes een zogenoemde bankhelpdeskfraude plaats. Aangeefster werd gebeld door iemand die zich voordeed als een bankmedewerker en vervolgens werd ze bewogen tot afgifte van haar bankpas, sieraden en een schilderij uit de 16e eeuw ( [naam] ). Met de bankpas werd daarna geld opgenomen bij een pinautomaat in Utrecht. Op camerabeelden van die pintransactie werd verdachte [medeverdachte 4] door agenten herkend als pinner. Uit onderzoek in de politiesystemen bleek dat [medeverdachte 4] ook in andere zaken werd herkend op camerabeelden van pinmomenten. De politie startte daarop onderzoek 2CC22Lelie, gericht op de opsporing van een groot aantal bankhelpdeskfraudes. Op 11 januari 2023 werd tijdens het opsporingsprogramma Bureau Hengeveld aandacht besteed aan een diefstal/oplichting in Eenmes. In die uitzending werden de door de daders meegenomen sieraden en het schilderij getoond. Naar aanleiding van deze uitzending kwamen er meerdere MMA-meldingen binnen, die wezen in de richting van de verdachten [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . Uiteindelijk zijn de telefoons van die verdachten onderzocht, vonden er doorzoekingen in hun woningen plaats, en is ook [medeverdachte 3] aangemerkt als verdachte.
In totaal zijn 41 gevallen van bankhelpdeskfraude bij de rechtbank aangebracht. In de aangiftes van deze zaken is een terugkerende werkwijze,
de modus operandi, te zien. Deze was als volgt. De aangevers, allen op hoge leeftijd, werden gebeld door een persoon die zich voordeed als een medewerker van de bank. Deze bankmedewerker stelde zich vaak voor als bijvoorbeeld [fake naam 1] of [fake naam 2] / [fake naam 3] . De zogenaamde bankmedewerker vertelde de aangevers dat er frauduleuze transacties op hun bankrekening plaatsvonden of zouden gaan plaatsvinden. In veel gevallen werden aangevers urenlang aan de telefoon gehouden, waarbij soms ook werd gedaan alsof zij intern werden doorverbonden. De aangevers werden tijdens deze gesprekken bewogen hun bankpassen met pincodes en andere waardevolle eigendommen af te geven. Aangevers werd gevraagd de pincode in te spreken na het horen van een geluidssignaal (piep), die in werkelijkheid werd afgespeeld met een andere telefoon. Veelal moest de bankpas in een gesloten envelop worden gedaan die werd geadresseerd aan het politiebureau in de plaats waar aangever woonde. Er zou een koerier bij hen thuis langskomen om deze spullen op te halen. Aan de koerier werd een code gegeven. Deze code werd dan door de koerier aan de deur genoemd, waarna aangevers hun spullen afgaven. De aangevers waren vaak nog aan de telefoon met de zogenaamde bankmedewerker als de koerier voor de deur stond. In de meeste gevallen werd daarna met de opgehaalde pinpas gepind. Soms werden hier ook aankopen mee gedaan.
De strafzaak richt zich tegen vijf verschillende verdachten: [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . De heer [verdachte] en mevrouw [medeverdachte 1] zijn broer en zus. De heer [medeverdachte 2] en mevrouw [medeverdachte 1] zijn (ex)partners en hebben drie kinderen. Niet iedere verdachte wordt betrokkenheid verweten bij alle 41 zaken. Dit vonnis bevat de beslissingen van de rechtbank ten aanzien van verdachte [verdachte] .
Als eerste wordt het verloop van de strafprocedure weergegeven (hoofdstuk 1), gevold door een weergave van de verwijten die het Openbaar Ministerie [verdachte] maakt (hoofdstuk 2). Daarna worden de standpunten van de officier van justitie en de raadsman over het bewijs besproken en geeft de rechtbank haar overwegingen en beslissingen daarover weer (hoofdstuk 4). Die beslissingen monden uit in hetgeen de rechtbank bewezen acht (hoofdstuk 5) en welke strafbare feiten dat volgens de wet oplevert (hoofdstuk 6). Vervolgens bespreekt de rechtbank hoe zij tot de strafoplegging is gekomen (hoofdstukken 7 en 8). Het laatste deel van dit vonnis bevat de beslissingen van de rechtbank over de inbeslaggenomen goederen (hoofdstuk 9) en de vorderingen van de benadeelde partijen (hoofdstuk 10). Dit vonnis besluit met een weergave van de relevante wetsartikelen voor de strafoplegging (hoofdstuk 11) en het dictum (hoofdstuk 12), waar alle belangrijke beslissingen nog eens worden weergegeven.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 september 2023, 15 december 2023, 8 maart 2024, 14 oktober 2024, 15 oktober 2024 en 16 oktober 2024.
De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft op 14, 15, en 16 oktober 2024 plaatsgevonden.
Het onderzoek ter terechtzitting is op 3 december 2024 gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie mr. S. Mirshahi en van de standpunten van de [verdachte] en mr. P.J.A. van de Laar, advocaat in Eindhoven.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen de volgende benadeelde partijen naar voren hebben gebracht:
- mevrouw [A] , dochter van de benadeelde partij [benadeelde 1] (
zaak 2);
- de heer [benadeelde 2] (
zaak 34);
- de heer [B] , fraudeonderzoeker bij de ABN AMRO Bank;
- mevrouw [C] , adviseur veiligheidszaken bij de Rabobank.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als
bijlageaan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat [verdachte] :
feit 1in de periode van 5 september 2022 tot en met 10 maart 2023 in Eindhoven en Helmond, meermalen samen met anderen goederen heeft gestolen en geldbedragen heeft gestolen van 39 bankrekeninghouders door te pinnen met de gestolen bankpassen (
valse sleutels);
feit 2
in de periode van 5 september 2022 tot en met 10 maart 2023 in Eindhoven en Helmond, meermalen samen met anderen 39 rekeninghouders door
oplichtingheeft bewogen om geld en goederen af te staan, door:
- deze personen te bellen en zich voor te doen als bankmedewerker;
- hen te vertellen dat fraude was gepleegd met hun rekening;
- te zeggen dat medewerkers van de bank/politie langs zouden komen om de bankpassen en waardevolle voorwerpen op te halen en deze in een kluis te leggen en te vragen naar hun pincode van de bankpassen;
- bij de woning van deze personen langs te gaan, zich voor te doen als bank/politie en om afgifte van geld en voornoemde voorwerpen te vragen, waardoor deze personen dat hebben gedaan;
feit 3in de periode van 17 juli 2021 tot en met 21 september 2022 in Eindhoven en Helmond niet-openbare gegevens heeft geheeld (aangetroffen op zijn Iphone 13 pro max in de woning [adres] in [woonplaats] ), namelijk drie bestanden met namen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen en geboortegegevens.
feit 4in de periode van 5 september 2022 tot en met 12 juni 2023 in Eindhoven en Helmond meermalen geldbedragen (van in totaal 102.216,19 euro) en waardevolle voorwerpen heeft witgewassen;
feit 5op 12 juni 2023 in Eindhoven opzettelijk 9,99 gram cocaïne aanwezig heeft gehad;
feit 6op 12 juni 2023 in Eindhoven opzettelijk 802,36 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 tot en met feit 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie vordert partiële vrijspraak voor de zaken 11, 16, 18 en 20. In deze zaken is alleen bewijs voorhanden waaruit blijkt dat de slachtoffers zijn gebeld door een telefoonnummer dat contact maakte met een mast nabij de [straat] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van [verdachte] heeft geen verweer gevoerd over het bewijs en sluit zich voor de bewezenverklaring aan bij hetgeen de officier van justitie heeft gevorderd. [verdachte] bekent immers de zaken waarvan hij wordt verdacht.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
feit 1, feit 2 en feit 4
De feiten zijn door [verdachte] begaan. [verdachte] heeft het onder feit 1, feit 2 en feit 4 ten laste gelegde (voor zover bewezen verklaard) bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor de feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 14 oktober 2024 [2] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] van 28 november 2022 (
zaak 1) [3] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] (
zaak 2) [4] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] (
zaak 3) [5] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] (
zaak 4) [6] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] (
zaak 5) [7] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [benadeelde 8] (
zaak 6) [8] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] (
zaak 7) [9] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] (
zaak 8) [10] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 11] (
zaak 9) [11] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [benadeelde 12] (
zaak 12) [12] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] namens [benadeelde 13] (
zaak 13) [13] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] namens [benadeelde 14] (
zaak 14) [14] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 15] (
zaak 15) [15] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 16] (
zaak 17) [16] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 17] (
zaak 18) [17] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 18] (
zaak 19) [18] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 19] (
zaak 21) [19] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 20] (
zaak 22) [20] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 21] (
zaak 23) [21] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 22] (
zaak 24) [22] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 23] (
zaak 25) [23] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 24] (
zaak 26) [24] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 25] (
zaak 27) [25] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 26] (
zaak 28) [26] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] namens [benadeelde 27]
(zaak 29) [27] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 28] (
zaak 30) [28] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 29] (
zaak 31) [29] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 30] (
zaak 32) [30] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 31] (
zaak 33) [31] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] en [benadeelde 32] (
zaak 34) [32] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 33] (
zaak 35) [33] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 34] (
zaak 36) [34] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 35] (
zaak 37) [35] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 36] (
zaak 39) [36] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 37] (
zaak 40) [37] ;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 38] (
zaak 41) [38] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het onderzoek naar de telefoon van verdachte [verdachte] (Iphone 13 Pro max) [39] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het aanvullend onderzoek naar voornoemde telefoon van verdachte [verdachte] [40] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het onderzoek naar de telefoon van verdachte [verdachte] (Iphone 11) waaruit volgt dat [verdachte] het account [accountnaam verdachte] gebruikte [41] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het onderzoek naar de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 4] (Iphone SE) met betrekking tot zaak 13 en zaak 18 [42] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het aanvullend onderzoek naar de telefoon van verdachte [medeverdachte 4] (Iphone SE) met betrekking tot zaak 41 [43] ;
feit 3
Het feit is door [verdachte] begaan. [verdachte] heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 14 oktober 2024 [44] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het onderzoek naar de telefoon van verdachte [verdachte] (Iphone 13 Pro Max) [45] ;
feit 5 en feit 6
De feiten zijn door [verdachte] begaan. [verdachte] heeft de ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 14 oktober 2024 [46] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de doorzoeking aan de [adres] in [woonplaats] [47] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende een onderzoek naar de verdovende middelen in beslag genomen op het adres [adres] in [woonplaats] (hash en hennep) [48] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende een onderzoek naar de verdovende middelen in beslag genomen op het adres [adres] in [woonplaats] (cocaïne) [49] ;
- een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 2 augustus 2023 [50] ;
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
Bewezenverklaring
De rechtbank acht op basis van de opgesomde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] als medepleger betrokken was bij de oplichtingen in de zaken
1 tot en met 9, 12 tot en met 15, 17 tot en met 19, 21 tot en met 37, 39, 40 en 41 en de diefstallen in diezelfde zaken, behalve zaak 26, 32, 39 en 40.
Anders dan de officier van justitie en de raadsman, acht de rechtbank ook zaak 18 wettig en overtuigend bewezen. Naast de mastgegevens van het telefoonnummer waarmee aangever is gebeld, bevat het dossier ook een bericht van het account van [verdachte]
[accountnaam verdachte]naar het account van medeverdachte [medeverdachte 4]
[accountnaam medeverdachte 4]met de tekst: [code] . Deze code komt overeen met de code die aangever noemt.
De goederen en geldbedragen die uit de woningen zijn meegenomen, dan wel door de aangevers zijn afgegeven acht de rechtbank bewezen onder feit 2, de oplichting. De geldbedragen die vervolgens met de gestolen bankpassen zijn gepind, acht de rechtbank bewezen onder feit 1, diefstal met valse sleutels.
Partiële vrijspraken
Wat betreft feit 1 spreekt de rechtbank [verdachte] partieel vrij voor zaak 26 en zaak 32, aangezien er uiteindelijk niet met de gestolen pinpassen is gepind en er dus geen geldbedragen zijn weggenomen door middel van diefstal met valse sleutels. Ditzelfde geldt voor de zaken 39 en 40.
De rechtbank zal [verdachte] partieel vrijspreken voor zaak 11, zaak 16 en zaak 20, vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor betrokkenheid van
[verdachte] bij deze zaken.
Medeplegen
[verdachte] heeft bekend zich met anderen bezig te hebben gehouden met bankhelpdeskfraude. Uit de Iphone 13 van [verdachte] blijkt dat hij gedurende een langere periode bezig was met het oplichten en bestelen van mensen. In zijn telefoon zijn talloze screenshots van telefoonboek.nl met daarop gegevens van aangevers (en anderen) aangetroffen. Ook blijkt uit het berichtverkeer van en naar de accounts
[accountnaam]en
[accountnaam verdachte]waarvan [verdachte] de gebruiker was, dat [verdachte] zich bezighield met het doorsturen van koeriercodes en pincodes. Op de telefoon van [verdachte] zijn meerdere video’s van groepsgesprekken aangetroffen waarop te zien is dat iemand pint bij een Geldmaat terwijl anderen in het videogesprek meekijken en -luisteren. Ook zijn er meerdere video’s op zijn telefoon aangetroffen waarop te zien is dat [verdachte] met de slachtoffers in gesprek is terwijl hij zich op dat moment voordoet als bankmedewerker.
Net als de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat sprake is van medeplegen.
[verdachte] heeft gebeld met aangevers en stuurde codes door naar de koerier, die aan de deur bij aangevers is langsgegaan (de haler). Vervolgens werd er met de weggenomen pas met de verkregen pincode ook daadwerkelijk gepind (de pinner). Er was sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en de haler en pinner waarbij de rollen inwisselbaar waren.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank kan – nu er voor dit feit geen medeplegen ten laste is gelegd – niet vaststellen dat [verdachte] de volledige opbrengst in de bewezenverklaarde zaken zelf voorhanden heeft gehad. Gelet op de eerder onder feit 1 en feit 2 vastgestelde rol van [verdachte] , gaat de rechtbank voor de bewezenverklaring uit van meerdere geldbedragen zonder vast te stellen om welk totaalbedrag het precies gaat. De rechtbank acht alleen het eenvoudig witwassen bewezen, nu niet is gebleken dat [verdachte] enige verbergings- of verhullingshandeling heeft verricht.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
feit 1
in de periode van 12 augustus 2022 tot en met 6 februari 2023 te Eindhoven, Helmond, althans in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen, welke toebehoorden aan meerdere personen en/of rekeninghouder(s), van de ABN AMRO bank en/of ING bank en/of de Rabobank en/of de SNS bank en/of de Regiobank en/of de Bunq bank, te weten
- [benadeelde 3] (zaak 1) (1300 euro);
- [benadeelde 4] (zaak 2) (1150 euro);
- [benadeelde 5] (zaak 3) (3318 euro);
- [benadeelde 6] (zaak 4) (8850 euro);
- [benadeelde 7] (zaak 5) (1300 euro);
- [benadeelde 8] (zaak 6) (1400 euro);
- [benadeelde 9] (zaak 7) (1200 euro);
- [benadeelde 10] (zaak 8) (2508 euro);
- [benadeelde 11] (zaak 9) (900 euro);
- [benadeelde 12] (zaak 12) (900 euro);
- [benadeelde 13] (zaak 13) (1450 euro);
- [benadeelde 14] (zaak 14) (1150);
- [benadeelde 15] (zaak 15) (1150 euro);
- [benadeelde 16] (zaak 17) (2950,99 euro);
- [benadeelde 17] (zaak 18) (1100 euro);
- [benadeelde 18] (zaak 19) (4000 euro);
- [benadeelde 19] (zaak 21) (1000 euro);
- [benadeelde 20] (zaak 22) (800 euro);
- [benadeelde 21] (zaak 23) (2.250 euro);
- [benadeelde 22] (zaak 24) (7782,20 euro);
- [benadeelde 23] (zaak 25) (500 euro);
- [benadeelde 25] (zaak 27) (1850 euro);
- [benadeelde 26] (zaak 28) (1100 euro);
- [benadeelde 27] (zaak 29) (500 euro);
- [benadeelde 28] (zaak 30) (1200 euro);
- [benadeelde 29] (zaak 31) (3375 euro);
- [benadeelde 31] (zaak 33) (1100 euro);
- [benadeelde 2] en/of [benadeelde 32] (zaak 34) (10.592 euro);
- [benadeelde 33] (zaak 35) (2000 euro);
- [benadeelde 34] (zaak 36) (1150 euro);
- [benadeelde 35] (zaak 37) (1150 euro);
- [benadeelde 38] (zaak 41) (1100 euro);
waarbij hij, verdachte en zijn mededaders het weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, door onder valse voorwendselen en zonder toestemming gebruik te maken van de bankpassen van bovengenoemde personen en de bij de bankpassen behorende pincodes, en door (vervolgens) geldopnames te doen en betalingen te verrichten;
feit 2
in de periode van 12 augustus 2022 tot en met 6 februari 2023 te Eindhoven, Helmond, althans in Nederland, meermalen, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere personen en/of rekeninghouder(s), van de ABN AMRO bank en/of ING bank en/of de Rabobank en/of de SNS bank en/of de Regiobank en/of de Bunq bank, te weten
- [benadeelde 3] (zaak 1) (een schilderij, klok en sieraden);
- [benadeelde 4] (zaak 2);
- [benadeelde 5] (zaak 3) (mobiele telefoon);
- [benadeelde 6] (zaak 4) (een tablet);
- [benadeelde 7] (zaak 5);
- [benadeelde 8] n (zaak 6);
- [benadeelde 9] (zaak 7);
- [benadeelde 10] (zaak 8) (sieraden);
- [benadeelde 11] (zaak 9);
- [benadeelde 12] (zaak 12) (sieraden, tablet en laptop);
- [benadeelde 13] (zaak 13);
- [benadeelde 14] (zaak 14) (2300 euro en sieraden);
- [benadeelde 15] (zaak 15) (sieraden, tablet en een ets van Pabo Picasso);
- [benadeelde 16] (zaak 17);
- [benadeelde 17] (zaak 18);
- [benadeelde 18] (zaak 19) (sieraden);
- [benadeelde 19] (zaak 21) (sieraden);
- [benadeelde 20] (zaak 22);
- [benadeelde 21] (zaak 23) (13.200 euro en sieraden);
- [benadeelde 22] (zaak 24);
- [benadeelde 23] (zaak 25) (2200 euro en sieraden);
- [benadeelde 24] (zaak 26);
- [benadeelde 25] (zaak 27) (400 euro en sieraden);
- [benadeelde 26] (zaak 28) (6500 euro);
- [benadeelde 27] (zaak 29) (300 euro en sieraden);
- [benadeelde 28] (zaak 30);
- [benadeelde 29] (zaak 31) (tablet);
- [benadeelde 30] (zaak 32);
- [benadeelde 31] (zaak 33);
- [benadeelde 2] en/of [benadeelde 32] (zaak 34) (laptop, tablet, telefoon, schilderij en postzegelverzameling);
- [benadeelde 33] (zaak 35) (een tablet);
- [benadeelde 34] (zaak 36);
- [benadeelde 35] (zaak 37);
- [benadeelde 36] (zaak 39) (tablet en sieraden);
- [benadeelde 37] (zaak 40) (350 euro en sieraden);
- [benadeelde 38] (zaak 41);
heeft bewogen tot de afgifte van contant geld en bankpassen en/of creditcards en/of tablets en/of laptops en/of diverse sieraden en schilderijen en/of andere waardevolle voorwerpen en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecodes en/of
pincodes van zijn/haar/hun bankaccounts en/of vergrendelcodes van de hierboven genoemde devices, althans gegevens, door:
- voornoemde personen te bellen en
- (vervolgens) zich voor te doen als een bankmedewerker of de politie en (vervolgens)
- voornoemde personen te vertellen dat er fraude was gepleegd met zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er getracht werd geld over te maken van zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er een (groot) geldbedrag was gepind of geprobeerd was te pinnen van zijn/haar/hun bankrekening of dat zijn/haar/hun bankrekening was gehackt en geblokkeerd en
- voornoemde personen te vertellen dat er een medewerker van de bank of politie langs zou komen om de bankpassen en/of creditcards en/of het contante geld en/of sieraden en/of schilderij(en) en/of andere waardevolle voorwerpen op te halen, teneinde deze veilig in een kluis te leggen, en/of voornoemde personen te vragen de pincode (na een of meerdere piepjes) in te spreken en/of (vervolgens)
- bij de woning van voornoemde personen langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of politie en/of daar om afgifte van voornoemde bankpassen en/of creditcards en/of tablet(s) en/of het contante geld en/of sieraden en/of andere waardevolle voorwerpen te vragen,
waarna voornoemde personen werden bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en bankpassen en/of creditcards en/of tablets en /of laptop(s) en/of diverse sieraden en/of schilderijen en/of andere waardevolle voorwerpen en/of de voornoemde (inlog)gegevens waardoor bovengenoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
feit 3in de periode van 17 juli 2021 tot en met 21 september 2022 te Eindhoven en/of Helmond
niet-openbare gegevens, te weten diverse leads (lijsten), te weten bestanden genaamd
- ’ [bestandsnaam] .xdlsx” (bevattende 1485 namen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen, geboortegegevens),
‘’ [bestandsnaam] .xlsx” (bevattende 884 namen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen, geboortegegevens en
bankrekeningnummers), en
- " [bestandsnaam] .xlsx” (bevattende 200 namen, adressen, telefoonnummers, e- mailadressen, geboortegegevens en/of bankrekeningnummers),
allen aangetroffen op de iPhone 13 pro max van verdachte, die onder verdachte in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in beslag is genomen, voorhanden heeft gehad en heeft verworven , terwijl hij, verdachte, wist dat het door misdrijf verkregen gegevens betrof;
feit 4
in de periode van 05 september 2022 tot en met 12 juni 2023 te Eindhoven en/of Helmond
telkens voorwerpen, te weten geldbedragen en waardevolle voorwerpen voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig eigen misdrijf;
feit 5
op 12 juni 2023 te Eindhoven opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9,99 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 6op 12 juni 2023 te Eindhoven opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 802,36 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Het onder feiten 1 en 2 ten laste gelegde aanvangstijdstip van de pleegperiode "5 september 2022" beschouwt de rechtbank als een kennelijke verschrijving die aldus wordt verbeterd dat in plaats daarvan wordt gelezen "12 augustus 2022", dus die van zaken 21, 22 en 23. Daarbij overweegt de rechtbank dat de opsteller van de tenlastelegging heeft bedoeld als aanvangstijdstip de datum van de oudste aangifte op te nemen. Ook uit de in de tenlastelegging opgenomen zaaknummers blijkt dat de opsteller van de tenlastelegging zich heeft vergist. Er zijn immers specifieke zaken (met daaraan gekoppelde namen van aangevers, geldbedragen en goederen) ten laste gelegd die (net) buiten de opgenomen pleegperiode vallen. Bij de behandeling van de zaak ter terechtzitting is niet gebleken dat deze verschrijving tot onduidelijkheid van de tenlastelegging heeft geleid, noch dat de verdediging, die op dit punt overigens ook geen verweer heeft gevoerd, door verbeterde lezing van de tenlastelegging in haar belangen is geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 2
: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3:
niet-openbare gegevens verwerven of voorhanden hebben, terwijl hij ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen van deze gegevens wist dat deze door misdrijf zijn verkregen, meermalen gepleegd;
feit 4:
eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 6:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
[verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte (34 zaken) te veroordelen tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest.
De officier van justitie heeft gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak op te heffen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat een gevangenisstraf dient te worden opgelegd waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest. Daarnaast kan een aanzienlijk voorwaardelijk deel worden opgelegd, met de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. [verdachte] heeft zich bereid verklaard tot naleving van deze voorwaarden.
De raadsman verzoekt de rechtbank om de schorsing van de voorlopige hechtenis niet op te heffen. [verdachte] heeft medische problemen, accepteert hulpverlening en wil zijn (eventuele) hoger beroep in vrijheid afwachten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van
[verdachte] , zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan
[verdachte] heeft zich samen met anderen gedurende een periode van circa vijf maanden schuldig gemaakt aan bankhelpdeskfraude, waarbij tientallen personen zijn gedupeerd met een totaal schadebedrag van ongeveer 100.000 euro. Daarnaast zijn kostbare goederen, waaronder sieraden en schilderijen (een ets van Picasso, een replica van Da Vinci uit 1900 en een schilderij met onbekende waarde uit de 16e eeuw) weggenomen. Met de afhandig gemaakte geldbedragen en voorwerpen heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan witwassen. [verdachte] had daarnaast ook lijsten met gegevens (zogenoemde
leads) voorhanden die veelal in criminele circuit worden gebruikt voor het plegen van dergelijke feiten. Hij heeft zich tot slot schuldig gemaakt aan het verboden bezit van hard- en softdrugs.
Bankhelpdeskfraude is een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die voor verdachten op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. [verdachte] en zijn medeverdachte hebben hiermee een spoor van vernieling achtergelaten en zij hebben op grote schaal misbruik gemaakt van het gewekte vertrouwen van aangevers, die dachten dat zij op deze wijze konden voorkomen dat zij geld zouden kwijtraken. Het tegendeel bleek waar. Hierdoor is het vertrouwen van deze aangevers in het online handelsverkeer geschaad. [verdachte] heeft zich hier niets van aangetrokken en heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. De rechtbank rekent dit [verdachte] zwaar aan.
De rechtbank neemt in strafverzwarende zin mee dat vaak urenlang op de aangevers is ingepraat aan de telefoon, dat er veel waardevolle goederen en soms ook goederen van hoge persoonlijke waarde (bijv. trouwringen) zijn meegegeven. Ook is strafverzwarend dat de aangevers zijn uitgezocht op leeftijd. Zij waren vrijwel allen op hoge leeftijd. De gevolgen voor deze kwetsbare groep zijn extra groot nu zij vaak niet meer durven te vertrouwen op de hulp van anderen (bij hun bankzaken), terwijl zij van die hulp vaak afhankelijk zijn.
In de meeste zaken zijn de weggenomen goederen en schilderijen niet meer teruggevonden. [verdachte] heeft geen openheid van zaken gegeven over wat er is gebeurd met deze goederen.
Hoewel bij [verdachte] uiteindelijk 36 zaken bewezen zijn verklaard, geeft het dossier de indruk dat [verdachte] mogelijk betrokken is geweest bij ongeveer 120 zaken. Die betrokkenheid blijkt onder andere uit de werkwijze waarbij [verdachte] en zijn mededaders postcodegebieden gewoon ‘afbelden’. Deze betrokkenheid is wegens gebrek aan capaciteit bij politie en justitie niet verder onderzocht, maar de rechtbank heeft wel de indruk gekregen dat [verdachte] zich een lange periode op grote schaal, en vrijwel dagelijks, bezig hield met bankhelpdeskfraude.
Bijzonder kwalijk acht de rechtbank de filmpjes, die op de telefoon van de [verdachte] zijn aangetroffen en op de zitting zijn getoond. Op deze filmpjes is [verdachte] te zien met een haast professionele uitrusting, zoals een headset en bel-scripts bij de hand. Te zien is hoe
[verdachte] kalm, geroutineerd en met een nonchalante houding duizenden euro’s afhandig maakt van meerdere aangevers. Daarbij schuwde hij niet een mate van wreedheid te gebruiken jegens zijn slachtoffers. Zo vraagt hij meermaals aan het einde van een oplichtingsgesprek aan één aangever om de bedragen op te tellen die zojuist van zijn bankrekening zijn gehaald. Wanneer het verbouwereerde slachtoffer daar niet goed uitkomt, rekent [verdachte] zelf het bedrag uit om vervolgens te vragen: ‘Hebt u daar hard voor gewerkt meneer?’ Op het bevestigende antwoord van het slachtoffer reageert [verdachte] lachend: ‘Volgende keer niet meer zo dom zijn, want ik heb u zwaar opgelicht!’
[verdachte] heeft ter terechtzitting gezegd dat hij zich schaamde voor zijn daden en dat hij er vreselijk veel spijt van heeft. Tegelijkertijd stelde de [verdachte] dat hij niet wist wat hij deed omdat hij ten tijde van de feiten ernstig onder invloed zou zijn geweest van alcohol en verdovende middelen. Op de hierboven al omschreven filmpjes komt [verdachte] echter niet over alsof hij zwaar onder invloed was. Hij sprak coherent, was goed verstaanbaar en kon goed rekenen.
Op zitting heeft [verdachte] verklaard dat ene [D] hem heeft betrokken bij de bankhelpdeskfraudes en hem pushte om daarin mee te gaan. Deze [D] is volgens
[verdachte] degene die de lakens uitdeelde. Hoewel de rechtbank in het dossier aanwijzingen ziet voor de betrokkenheid van (een) ander(en) dan de vijf verdachten die nu terechtstaan, ziet zij geen aanknopingspunten voor de vaststelling dat verdachte slechts in opdracht van een ander taken uitvoerde. De hierboven beschreven filmpjes wijzen eerder op het tegenovergestelde, namelijk op een verdachte die zelf de touwtjes in handen had en anderen aanstuurde. De rechtbank ziet in de verklaringen van [verdachte] over deze [D] dan ook geen reden om lager te straffen.
8.3.2.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank gekeken naar het uittreksel justitiële documentatie (
het strafblad) van [verdachte] van 12 maart 2024. Hieruit is niet gebleken dat [verdachte] eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en de rechtbank neemt dit daarom ook niet mee in haar strafoverweging.
De reclassering heeft een advies opgesteld op 30 september 2024 over [verdachte] . Hij heeft bij de reclassering niet inhoudelijk willen praten over waar hij van werd verdacht. Hij verklaarde enkel dat hij uit angst handelde omdat hij bedreigd en afgeperst werd. De reclassering kan door deze proceshouding moeilijk beoordelen welke factoren delict gerelateerd zijn.
[verdachte] werkt goed mee aan het schorsingstoezicht. [verdachte] is arbeidsongeschikt vanwege lichamelijke klachten en wordt op dat gebied begeleid door het UWV. Hij ontvangt een uitkering waarmee hij in zijn onderhoud kan voorzien. Op de zitting heeft [verdachte] aangegeven dat hij destijds veel middelen gebruikte, waaronder wiet, cocaïne en lachgasballonnen. De reclassering adviseert om een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde een meldplicht en ambulante behandeling bij De Omslag of soortgelijke instelling.
8.3.3.
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met opgelegde straffen in soortgelijke zaken. De rechtbank zal aan [verdachte] een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Zij ziet geen redenen voor een voorwaardelijk strafdeel. Bij de reclassering heeft [verdachte] geen openheid van zaken gegeven. De reclassering heeft daarom niets kunnen zeggen over het recidive risico. De geadviseerde ambulante behandeling oogt vooral te zijn ingegeven vanwege de veronderstelde beïnvloedbaarheid van [verdachte] , gelet op zijn verhaal dat hij werd bedreigd en afgeperst. Daar komt bij dat door de ernst van de bewezenverklaarde feiten enkel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is, en bepaalde hulp ook in het kader van een eventuele voorwaardelijke invrijheidsstelling mogelijk is.
Alles overwegende legt de rechtbank op een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden (4 jaar) met aftrek van het voorarrest. De rechtbank komt tot een hogere straf dan door de officier van justitie is geëist, gelet op de strafverzwarende omstandigheden die de rechtbank hiervoor heeft genoemd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de [verdachte] voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
In de schorsingsbeslissing van 8 maart 2024 is overwogen dat de inhoudelijke behandeling pas in oktober 2024 zal gaan plaatsvinden, en mede daarom werden de persoonlijke belangen van [verdachte] destijds zwaarder gewogen. De situatie is nu anders. Gelet op de bewezenverklaring en de duur van de gevangenisstraf die de rechtbank oplegt, is zij van oordeel dat het maatschappelijk belang op dit moment zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de [verdachte] . Zij zal daarom de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden opheffen. Dat betekent dat de [verdachte] direct terug moet naar de gevangenis.

9.BESLAG

Onder de verdachte [verdachte] zijn de volgende goederen in beslag genomen:
  • 1 STK Computer (G3177065);
  • 1 STK Telefoonautomaat (G3177077);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177079, grijs, Samsung);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177083, zwart Apple);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177089, Zilver, Apple);
  • 1 STK Horloge (G3177602, Laco);
  • 1 STK Horloge (G3177613, Movado);
  • 1 STK Horloge (G3177648, Ebel).
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat alle goederen verbeurd dienen te worden verklaard, nu deze door een misdrijf zijn verkregen of gebruikt zijn bij het ten laste gelegde. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Computer (G3177065);
  • 1 STK Telefoonautomaat (G3177077);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177079, grijs, Samsung);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177083, zwart Apple);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177089, Zilver, Apple);
  • 1 STK Horloge (G3177602, Laco);
  • 1 STK Horloge (G3177613, Movado);
  • 1 STK Horloge (G3177648, Ebel).
verbeurd verklaren.
De horloges zijn door middel van de strafbare feiten verkregen.
Met behulp van de gegevensdragers zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

De volgende benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd. Zij vorderen schade ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde.
[E] namens [benadeelde 4] (
zaak 2): 1834,80 euro, waarvan 1.334,80 euro materiële schade en 500 euro immateriële schade;
[benadeelde 7] (
zaak 5): 500 euro aan immateriële schade;
[benadeelde 10] (
zaak 8): 7.089 euro aan materiële schade en het verzoek aan de rechter om de immateriële schade te schatten;
[benadeelde 39]
(zaak 11): 1.500 euro aan materiële schade
[aangever 2] namens [benadeelde 12] (
zaak 12): 5.451,50 euro aan materiële schade en 145 euro aan ‘proceskosten’, zijnde de taxatiekosten van de sieraden;
[F] namens [benadeelde 14] (
zaak 14): 43.000 euro aan materiële schade en het verzoek aan de rechter om de immateriële schade te schatten;
[benadeelde 21] (
zaak 23): 13.350 euro aan materiële schade;
[benadeelde 22] (
zaak 24):420 euro aan immateriële schade;
[benadeelde 26]
(zaak 28):7.600 euro aan materiële schade en 1100 euro aan immateriële schade;
[aangever 5] namens [benadeelde 27] (
zaak 29): 800 euro aan materiële schade en het verzoek aan de rechter om de immateriële schade te schatten;
[benadeelde 28] (
zaak 30): 1805,18 euro, waarvan 1.305,18 euro aan materiële schade en 500 euro aan immateriële schade;
[benadeelde 2] (
zaak 34): 11.784,93 euro aan materiële schade;
[benadeelde 36] (
zaak 39): 1.300 euro aan materiële schade;
[benadeelde 37]
(zaak 40): 1.850 euro aan materiële schade;
ABN AMRO Bank N.V.: 15.257 euro aan materiële schade en 840 euro aan onderzoekskosten;
ING Bank N.V.: 9.750 euro aan materiële schade;
Coöperatieve Rabobank U.A. : 28.060 euro aan materiële schade;
De Volksbank N.V.: 1.240 euro aan materiële schade;
[benadeelde 40] : 4.406,23 euro aan materiële schade.
10.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich wat betreft de vorderingen benadeelde partijen op de volgende standpunten.
De natuurlijke personen
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 4] (zaak 2), [benadeelde 7] (
zaak 5), [benadeelde 10] (
zaak 8), [benadeelde 12] (
zaak 12), [benadeelde 22] (
zaak 24),[benadeelde 28]
(zaak 30) en [benadeelde 36] / (
zaak 39)dienen integraal te worden toegewezen.
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 21] (
zaak 23) en [benadeelde 37]
(zaak 40) dienen geheel niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu deze vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 39]
(zaak 11) dient te worden afgewezen, aangezien deze schade reeds is vergoed door de Rabobank.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 14] / (
zaak 14) dient deels te worden toegewezen tot een bedrag van 500 euro en de rest dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 26]
(zaak 28)dient deels te worden toegewezen voor een bedrag van 1000 euro immaterieel en de rest moet niet-ontvankelijk worden verklaard wegens onvoldoende onderbouwing. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 27] (
zaak 29) dient deels te worden toegewezen, namelijk 500 euro materieel en 500 euro immaterieel. De benadeelde partij moet voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu deze onvoldoende is onderbouwd. Ten slotte kan de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] (
zaak 34) deels worden toegewezen tot ene bedrag van 7.986,94 euro, de rest kan niet-ontvankelijk worden verklaard.
De officier van justitie vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor alle slachtoffers uit de tenlastelegging, inclusief de benadeelde partijen. Daarnaast vordert de officier van justitie hoofdelijkheid en oplegging van de wettelijke rente.
De rechtspersonen
De vorderingen van de ABN-AMRO, de Rabobank en de Volksbank zijn onderbouwd en dienen integraal te worden toegewezen.
De vorderingen van de ING Bank en [benadeelde 40] zijn onvoldoende onderbouwd en dienen daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor de drie vorderingen die dienen te worden toegewezen, verzoekt de officier van justitie aan de rechtbank om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen bij deze rechtspersonen onder verwijzing naar twee uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich wat betreft de vorderingen van de benadeelde partijen op de volgende standpunten.
De natuurlijke personen
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 4] (
zaak 2),
[benadeelde 12] (
zaak 12) en [benadeelde 27] (
zaak 29) worden betwist.
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 7] (
zaak 5), [benadeelde 21] (
zaak 23), [benadeelde 22] (
zaak 24),[benadeelde 28] (
zaak 30) en [benadeelde 2] (
zaak 34) dienen te worden afgewezen, omdat geen onderbouwing aanwezig is voor de gevorderde bedragen.
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 10] (
zaak 8), [benadeelde 14] / (
zaak 14), [benadeelde 36] (
zaak 39), [benadeelde 37]
(zaak 40) zijn niet onderbouwd.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 39]
(zaak 11) dient te worden afgewezen, omdat deze reeds is vergoed door de Rabobank. De vordering van [benadeelde 26]
(zaak 28)dient ook deels te worden afgewezen omdat deze al is vergoed en het overige deel dient te worden afgewezen want de immateriële schade is onvoldoende onderbouwd.
De rechtspersonen
De vorderingen van de benadeelde partijen ABN AMRO Bank N.V., ING Bank N.V., Coöperatieve Rabobank U.A. en De Volksbank N.V. dienen te worden afgewezen. De bank heeft geen rechtstreekse schade geleden. Bovendien zijn de coulance-uitkeringen onverplicht gedaan, zodat de schadebeperkingsplicht speelt. De gemaakte kosten voor het fraudeonderzoek dienen ook te worden afgewezen, aangezien niet is onderbouwd waar de gevorderde bedragen op zijn gebaseerd.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 40] is niet onderbouwd en betreft geen rechtstreekse schade, waardoor ook deze vordering dient te worden afgewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partijen – natuurlijke personen
Immateriële schade
Voor zover de benadeelde partijen immateriële schade (smartengeld) hebben gevorderd, overweegt de rechtbank het volgende. Op basis van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank schadevergoeding toewijzen in de gevallen dat sprake is van (1) lichamelijk letsel, (2) als iemand in zijn eer of goede naam is geschaad of (3) als iemand op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van de eerste twee grondslagen is in deze zaak geen sprake, aangezien er geen fysiek letsel is ontstaan en niemand juridisch is geschaad in zijn eer of goede naam. Van de laatste grondslag kan sprake zijn indien de rechtbank grond daarvoor ziet in de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan.
De rechtbank concludeert dat in deze zaken sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. De benadeelde partijen, vrijwel allemaal op leeftijd, zijn urenlang aan de telefoon gehouden, opgelicht en bestolen. Daarbij is ingespeeld op het vertrouwen en de bijzondere kwetsbaarheid van deze ouderen richting de digitale bankwereld. Onder deze omstandigheden hebben zij kostbare spullen afgestaan, waaronder erfstukken, sieraden en schilderijen. Het is de rechtbank gebleken dat de gevolgen van deze zaak voor de meeste benadeelde partijen zo groot zijn geweest, dat zij niet eens meer de telefoon durven op te nemen als er wordt gebeld. De rechtbank overweegt in deze zaken dat de aard en de ernst van de normschending met zich meebrengt dat de nadelige gevolgen daarvan voor het slachtoffer zo voor de hand liggen, dat kan worden aangenomen dat sprake is van een aantasting in de persoon. De rechtbank acht een bedrag van 500 euro aan immateriële schade, in die zaken waarin gevorderd, billijk.
De schadevergoedingsmaatregel
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank niet voor alle 41 aangevers de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De schadevergoedingsmaatregel wordt alleen opgelegd in de zaken waarin een vordering door de benadeelde partij is ingediend.
Aan de schadevergoedingsmaatregel wordt vervangende gijzeling verbonden. Voor de bepaling van de omvang van de vervangende gijzeling is het bepaalde in artikel 36f, vijfde lid, juncto artikel 24c, derde lid, Sr van toepassing. Hieruit volgt dat de vervangende gijzeling ten minste een dag en ten hoogste een jaar (365 dagen) mag belopen.
Zoals hierna zal blijken, zullen in dit geval vorderingen van benadeelde partijen worden toegewezen tot grote geldbedragen. Indien de vervangende gijzeling van al deze toe te wijzen vorderingen bij elkaar zou worden opgeteld, zou de vervangende gijzeling de maximaal toegestane duur van een jaar ruimschoots overschrijden. De rechtbank zal daarom de gijzeling naar evenredigheid over de schadevergoedingsmaatregelen verdelen, zodat de gijzeling uitkomt op de maximale duur van 365 dagen.
[E] namens [benadeelde 4](zaak 2)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Er is een bedrag van 1334,80 euro aan materiële schade gevorderd en 500 euro aan immateriële schade. De rechtbank zal het bedrag aan materiële schade deels toewijzen, voor een bedrag van 1150 euro. Dit is het bedrag dat door de verdachten van de rekening van de benadeelde partij is gehaald. Het overige bedrag van 184,80 euro heeft de benadeelde gevorderd voor de reiskosten van haar zoon en dochter. De rechtbank ziet geen juridische grondslag voor toewijzing van dit deel van de vordering en zal dit deel dan ook afwijzen. De rechtbank wijst aan immateriële schade toe een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [E] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.650, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 21 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 7](zaak 5)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank wijst toe aan immateriële schade een bedrag van 500 euro.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 7] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 500, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 7 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 10](zaak 8)
De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. In de vordering is onvoldoende informatie gegeven over de afwikkeling vanuit de verzekeraar, waardoor de rechtbank de rechtstreekse (overgebleven) schade niet kan vaststellen. De benadeelde kan zijn vordering wel nog aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[benadeelde 39] (zaak 11)
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 39] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte in deze zaak partieel is vrijgesproken voor feit 1 en feit 2.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[aangever 2] namens [benadeelde 12](zaak 12)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De gevorderde materiële kosten worden toegewezen voor tot een bedrag van 5.103,77 euro.
Het gevorderde bedrag van 900 euro voor het bedrag dat van de rekening is afgeschreven wordt afgewezen, aangezien dit bedrag reeds is vergoed door de bank. De kosten van
4600 euro voor de sieraden en de 145 euro aan taxatiekosten worden toegewezen, aangezien deze voldoende zijn onderbouwd. Over de schade voor de HP laptop en de Ipad wordt afschrijving toegepast zodat een bedrag wordt toegewezen conform de marktwaarde op dit moment. Dat betekent dat een bedrag van 273,79 voor de HP laptop (aankoopprijs van € 649 verminderd met 25% over 3 jaren) wordt toegewezen en een bedrag van 85,28 euro voor de Ipad (aankoopprijs van 202,15 euro verminderd met 25% over 3 jaren).
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 12] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van
€5103,77, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 46 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[F] namens [benadeelde 14] (zaak 14)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Het weggenomen contant geldbedrag aan materiële schade wordt toegewezen conform de aangifte, namelijk een bedrag van 2300 euro. Het overige (de sieraden met diamanten) wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank wijst aan immateriële schade toe een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 14] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2800, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 24 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 30 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[benadeelde 21](zaak 23)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De schade voor de sieraden is onvoldoende onderbouwd en de benadeelde partij wordt voor dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaard. Van het gevorderde bedrag is reeds 4575 euro vergoed door de Rabobank en de verzekering, dus deze kosten worden ook niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank wijst de materiële schade toe voor 13.200 euro (bestaande uit contant weggenomen geld).
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 21] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van
€ 13.200, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 augustus 2022
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 77 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[benadeelde 22](zaak 24)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank wijst aan immateriële schade toe een bedrag van 420 euro. De rechtbank zal bij de schadevergoedingsmaatregel een bedrag van 500 euro hanteren, gelet op de eerdere overwegingen over het smartengeld.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 22] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 500, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 31 augustus 2022
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 7 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[G] namens [benadeelde 26](zaak 28)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële schade van 1100 euro voor het weggenomen geld door het pinnen en 6500 euro voor het weggenomen contant geld is voldoende onderbouwd en wordt door de rechtbank toegewezen als totaalbedrag van 7600 euro.
De rechtbank zal de gevorderde immateriële schade toewijzen tot een bedrag van 500 euro. Het overige wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 26] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 8100, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf
13 september 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 59 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[aangever 5] namens [benadeelde 27](zaak 29)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële schade van 800 euro is voldoende onderbouwd en wordt geheel toegewezen. De immateriële schade wordt toegewezen voor een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 27] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1300, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 22 september 2022
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 18 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[benadeelde 28](zaak 30)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële schade wordt deels toegewezen, voor een bedrag van 1200 euro (afgeschreven bedragen). De overige gevorderde materiële schade wordt afgewezen, omdat voor de vergoeding van reiskosten van derden geen juridische grondslag bestaat. De immateriële schade wordt toegewezen voor een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 28] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1700, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 5 oktober 2022
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 22 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[benadeelde 2](zaak 34)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft 11.784,93 euro aan materiële schade gevorderd. De rechtbank zal de schade voor het deel van de gepinde geldbedragen (2180 euro ING en 8412,20 euro SNS) toewijzen. De vordering zal voor de kosten van de laptop (695,73 euro) worden afgewezen, aangezien deze laptop reeds gedeeltelijk is vergoed. De telefoon en de Samsung Tablet die zijn weggenomen komen uit 2019. De rechtbank zal voor deze twee schadeposten gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en schat de waarde op 150 euro voor de telefoon en 150 euro voor de Samsung Tablet. Concluderend wijst de rechtbank een bedrag aan materiële schade toe van 10.892,20 euro.
De benadeelde partij heeft ook schadevergoeding gevorderd voor de weggenomen postzegelverzameling en een schilderij uit 1900 (kopie van Leonardo Da Vinci). De waarde van deze goederen is onbekend. De rechtbank overweegt dat hoewel het onmiskenbaar is dat deze goederen van (grote) waarde zijn, zij op basis van de vordering wegens het ontbreken van een onderbouwing door bv. een taxatierapport deze waarde niet kan vaststellen. De vordering wordt voor dit deel niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank wijst aan immateriële schade toe een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 2] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 11.392,20, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 13 oktober 2022
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 70 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[benadeelde 36](zaak 39)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële kosten voor de Ipad worden toegewezen met afschrijving, zodat het schadebedrag marktconform is. Na de afschrijving komt dat neer op een bedrag van 210,95 euro aan materiële schade (aankoopprijs van 500 euro verminderd met 25% afschrijving over 3 jaren). De overige materiële schade wat betreft de weggenomen sieraden wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 36] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 210,95, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf
10 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 3 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[benadeelde 37] (zaak 40)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële schade wordt deels toegewezen tot een bedrag van 350 euro (het contant weggenomen geld). De benadeelde partij wordt in zijn vordering voor de overige schadeposten (de sieraden) niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van
[benadeelde 37] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 350, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf
12 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 5 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
Hoofdelijkheid – voor de natuurlijke personen
In de zaken 2, 5, 8, 12, 14, 34, 39 en 40 waarin ook medeverdachte(n) zijn veroordeeld, wordt de schade (voor zover toegewezen) naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Benadeelde partijen – rechtspersonen
Coulancebetalingen
De rechtbank oordeelt dat – anders dan de verdediging heeft aangevoerd – uit vaste jurisprudentie blijkt dat bij coulancebetalingen die door de banken zijn verricht sprake is van rechtstreekse schade. De rechtbank acht deze schadeposten dan ook voor toewijzing vatbaar en verwerpt het verweer. Dat geldt ook voor het standpunt dat de banken niet hebben voldaan aan hun schadebeperkingsplicht (de rechtbank begrijpt dit als een beroep op artikel 6:101 BW). De rechtbank volgt de verdediging niet dat het doen van een coulancebetaling (of het verrichten van intern onderzoek naar vermoedens van bankhelpdeskfraude) een omstandigheid is die de schade (mede) heeft veroorzaakt.
Onderzoekskosten
Sommige banken hebben proceskosten gevorderd en verwijzen daarvoor naar de kosten die zij gemaakt hebben voor het fraudeonderzoek. Op grond van artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek onder lid 2 sub b blijkt dat onder vermogensschade ook de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid vallen. De rechtbank zal deze kostenposten daarom beschouwen als materiële schade.
Schadevergoedingsmaatregel Banken
Voor zover de banken verzocht hebben om de schadevergoedingsmaatregel toe te passen, zal de rechtbank dit verzoek afwijzen. De schadevergoedingsmaatregel is er om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon. De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
ABN AMRO Bank N.V.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De ABN Amro heeft 15.257 euro gevorderd aan materiële schade, welk bedrag is opgebouwd uit uitgekeerde schadeloosstellingen aan de door fraude gedupeerde klanten. De rechtbank wijst de materiële schade geheel toe tot een bedrag van 15.257 euro, aangezien deze voldoende is onderbouwd. De kosten gemaakt voor het fraudeonderzoek van 840 euro zijn ook voldoende onderbouwd en worden daarom toegewezen. Het totale materiële bedrag van 16.097 euro wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 maart 2023 (zijnde de datum waarop de laatste coulancebetaling is gedaan, waarna de volledige schade is ontstaan) tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
ING Bank N.V.
De rechtbank verklaart ING Bank N.V. niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding. De vordering is onvoldoende onderbouwd, omdat de rechtbank op basis van de stukken niet eenvoudig kan afleiden op welke slachtoffers het verzoek tot schadevergoeding betrekking heeft.
Nu ING niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Coöperatieve Rabobank U.A.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De Rabobank heeft 26.620 euro gevorderd aan materiële schade, welk bedrag is opgebouwd uit uitgekeerde schadeloosstellingen aan de door fraude gedupeerde klanten. De rechtbank zal de materiële schade toewijzen, met uitzonderingen van de bedragen voor de zaken waarvoor verdachte is vrijgesproken. Dit betreft zaken 11 ( [benadeelde 39] met een bedrag van 1500 euro) en zaak 16 ( [benadeelde 41] met een bedrag van 290 euro). Het deel van de vordering dat ziet op aangever [aangever 6] (zaak 38, voor een bedrag van 1.150,00 euro) wordt afgewezen, aangezien deze zaak niet aan de verdachte ten laste is gelegd.
De kosten voor het fraudeonderzoek van 1.440 euro worden toegewezen voor de zaken die bij verdachte bewezen zijn verklaard (dus met uitzondering van zaak 11, zaak 16 en zaak 38). De rechtbank schat dit bedrag op 1260 euro en wijst dit bedrag toe.
Concluderend wijst de rechtbank de materiële schade gedeeltelijk toe tot een bedrag van 24.940 euro. Het materiële bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2023 (zijnde de datum waarop de laatste coulancebetaling is gedaan, waarna de volledige schade is ontstaan) tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
De Volksbank N.V.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De Volksbank heeft 1000 euro gevorderd aan materiële schade, welk bedrag is opgebouwd uit uitgekeerde schadeloosstellingen aan een door fraude gedupeerde klant (aangever [aangever 7] ). De rechtbank zal dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de verdachte voor dit feit is vrijgesproken. De Volksbank vordert 240 euro aan schade voor het fraudeonderzoek naar twee zaken. Aangezien verdachte voor een van deze zaken is vrijgesproken, zal de rechtbank enkel voor de zaak [benadeelde 2] het bedrag toewijzen van 120 euro. De overige kosten worden niet-ontvankelijk verklaard.
Concluderend wijst de rechtbank toe een bedrag van 120 euro aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[benadeelde 40]
De rechtbank verklaart [benadeelde 40] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding. Uit de vordering en bijbehorende stukken blijkt niet of de persoon die de vordering heeft ingediend gemachtigd is om namens de Verzekeringsmakelaar op te treden.
Nu [benadeelde 40] niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Hoofdelijkheid – banken
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn/haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36f, 47, 57, 60a, 139, 311, 326 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 tot en met feit 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
48 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Computer (G3177065);
  • 1 STK Telefoonautomaat (G3177077);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177079, grijs, Samsung);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177083, zwart Apple);
  • 1 STK Telefoontoestel (G3177089, Zilver, Apple);
  • 1 STK Horloge (G3177602, Laco);
  • 1 STK Horloge (G3177613, Movado);
  • 1 STK Horloge (G3177648, Ebel);
Benadeelde partijen – natuurlijke personen
1.Benadeelde partij [benadeelde 4] (zaak 2):
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag
  • veroordeelt verdachte
  • wijst de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
2.Benadeelde partij [benadeelde 7] (zaak 5)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
3.Benadeelde partij [benadeelde 10] (zaak 8)
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
4.Benadeelde partij [benadeelde 39] (zaak 11)
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
5.Benadeelde partij [benadeelde 12] (zaak 12)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • wijstde vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
    af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
  • legt verdachte de
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
6.Benadeelde partij [benadeelde 14] (zaak 14)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
7.
Benadeelde partij [benadeelde 21]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 21] aan de Staat € 13.200 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
8.Benadeelde partij [benadeelde 22] (zaak 24)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 22] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
9.Benadeelde partij [benadeelde 26] (zaak 28)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 26] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
10.Benadeelde partij [benadeelde 27] (zaak 29)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 27] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
11.Benadeelde partij [benadeelde 28] (zaak 30)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • wijst de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 28] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
12.
Benadeelde partij [benadeelde 2] (zaak 34)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
13.Benadeelde partij [benadeelde 36] (zaak 39)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
14.Benadeelde partij [benadeelde 37] (zaak 40)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 37] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partijen –rechtspersonen
15.Benadeelde partij ABN AMRO Bank N.V.
  • wijst de vordering van de benadeelde partij geheel toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
16.Benadeelde partij ING Bank N.V.
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
17.
Benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
18.Benadeelde partij De Volksbank N.V.
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
19. [benadeelde 40]
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.M.H. van Ek, voorzitter, mr. J.P. Verboom en mr. I. Jadib, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Visser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 december 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
feit 1hij in of omstreeks de periode van 05 september 2022 tot en met 10 maart 2023 te Eindhoven en/of Helmond, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meer geldbedrag(en) en/of goederen, welk(e) geldbedrag(en) en/of goederen geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere personen en/of
rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de ABN AMRO bank en/of ING bank en/of de Rabobank en/of de SNS bank en/of de Regiobank en/of de Bunq bank, te weten
1. [benadeelde 3] (zaak 1) (1300 euro en een schilderij, klok en sieraden) en/of
2. [benadeelde 4] (zaak 2) (1150 euro) en/of
3. [benadeelde 5] (zaak 3) (3318 euro en mobiele telefoon) en/of
4. [benadeelde 6] (zaak 4) (8850 euro en tablet) en/of
5. [benadeelde 7] (zaak 5) (1300 euro) en/of
6. [benadeelde 8] en/of [aangever 1] (zaak 6) (1400 euro) en/of
7. [benadeelde 9] (zaak 7) (1200 euro) en/of
8. [benadeelde 10] (zaak 8) (2508 euro en sieraden) en/of
9. [benadeelde 11] (zaak 9) (900 euro) en/of
10. [benadeelde 39] (zaak 11) (1500 euro) en/of
11. [benadeelde 12] en/of [aangever 2] (zaak 12) (900 euro en sieraden, tablet en laptop) en/of
12. [benadeelde 13] en/of [aangever 3] (zaak 13) (1450 euro) en/of
13. [benadeelde 14] en/of [aangever 4] (zaak 14) (3450 euro en sieraden) en/of
14. [benadeelde 15] (zaak 15) (1150 euro en sieraden, tablet en een ets van Pabo Picasso) en/of
15. [benadeelde 41] (zaak 16) (290 euro) en/of
16. [benadeelde 16] (zaak 17) (2950,99 euro) en/of
17. [benadeelde 17] (zaak 18) (1100 euro) en/of
18. [benadeelde 18] (zaak 19) (4000 euro en sieraden) en/of
19. [benadeelde 42] en/of [aangever 7] (zaak 20) (1100 euro en sieraden en postzegels) en/of
20. [benadeelde 19] (zaak 21) (1000 euro en sieraden) en/of
21. [benadeelde 20] (zaak 22) (800 euro) en/of
22. [benadeelde 21] (zaak 23) (15.450 euro en sieraden) en/of
23. [benadeelde 22] (zaak 24) (7782,20 euro) en/of
24. [benadeelde 23] (zaak 25) (2700 euro en sieraden) en/of
25. [benadeelde 24] (zaak 26) (schade onbekend) en/of
26. [benadeelde 25] (zaak 27) (2250 euro en sieraden) en/of
27. [benadeelde 26] (zaak 28) (7600 euro) en/of
28. [benadeelde 27] en/of [aangever 5] (zaak 29) (800 euro en sieraden) en/of
29. [benadeelde 28] (zaak 30) (1200 euro) en/of
30. [benadeelde 29] (zaak 31) (3375 euro en tablet) en/of
31. [benadeelde 30] (zaak 32) (2000 euro) en/of
32. [benadeelde 31] (zaak 33) (1100 euro) en/of
33. [benadeelde 2] en/of [benadeelde 32] (zaak 34) (10.592 euro en de laptop, tablet, telefoon, schilderij en postzegelverzameling) en/of
34. [benadeelde 33] (zaak 35) (2000 euro en een tablet) en/of
35. [benadeelde 34] (zaak 36) (1150 euro) en/of
36. [benadeelde 35] (zaak 37) (1150 euro) en/of
37. [benadeelde 36] (zaak 39) (tablet en sieraden, waarde onbekend) en/of
38. [benadeelde 37] (zaak 40) (350 euro en sieraden) en/of
39. [benadeelde 38] (zaak 41) (1100 euro)
en/of een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door onder valse voorwendselen en/of zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas(sen) van bovengenoemde perso(o)n(en) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s), en/of
door (vervolgens) geldopnames te doen en/of betalingen te verrichten, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
feit 2hij in of omstreeks de periode van 05 september 2022 tot en met 10 maart 2023 te Eindhoven en/of Helmond, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere personen en/of rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend
namens die rekeninghouder(s), van de ABN AMRO bank en/of ING bank en/of de Rabobank en/of de SNS bank en/of de Regiobank en/of de Bunq bank, te weten
1. [benadeelde 3] (zaak 1) (1300 euro en een schilderij, klok en sieraden) en/of
2. [benadeelde 4] (zaak 2) (1150 euro) en/of
3. [benadeelde 5] (zaak 3) (3318 euro en mobiele telefoon) en/of
4. [benadeelde 6] (zaak 4) (8850 euro en tablet) en/of
5. [benadeelde 7] (zaak 5) (1300 euro) en/of
6. [benadeelde 8] en/of [aangever 1] (zaak 6) (1400 euro) en/of
7. [benadeelde 9] (zaak 7) (1200 euro) en/of
8. [benadeelde 10] (zaak 8) (2508 euro en sieraden) en/of
9. [benadeelde 11] (zaak 9) (900 euro) en/of
10. [benadeelde 39] (zaak 11) (1500 euro) en/of
11. [benadeelde 12] en/of [aangever 2] (zaak 12) (900 euro en sieraden, tablet en laptop) en/of
12. [benadeelde 13] en/of [aangever 3] (zaak 13) (1450 euro) en/of
13. [benadeelde 14] en/of [aangever 4] (zaak 14) (3450 euro en sieraden) en/of
14. [benadeelde 15] (zaak 15) (1150 euro en sieraden, tablet en een ets van Pabo Picasso) en/of
15. [benadeelde 41] (zaak 16) (290 euro) en/of
16. [benadeelde 16] (zaak 17) (2950,99 euro) en/of
17. [benadeelde 17] (zaak 18) (1100 euro) en/of
18. [benadeelde 18] (zaak 19) (4000 euro en sieraden) en/of
19. [benadeelde 42] en/of [aangever 7] (zaak 20) (1100 euro en sieraden en postzegels) en/of
20. [benadeelde 19] (zaak 21) (1000 euro en sieraden) en/of
21. [benadeelde 20] (zaak 22) (800 euro) en/of
22. [benadeelde 21] (zaak 23) (15.450 euro en sieraden) en/of
23. [benadeelde 22] (zaak 24) (7782,20 euro) en/of
24. [benadeelde 23] (zaak 25) (2700 euro en sieraden) en/of
25. [benadeelde 24] (zaak 26) (schade onbekend) en/of
26. [benadeelde 25] (zaak 27) (2250 euro en sieraden) en/of
27. [benadeelde 26] (zaak 28) (7600 euro) en/of
28. [benadeelde 27] en/of [aangever 5] (zaak 29) (800 euro en sieraden) en/of
29. [benadeelde 28] (zaak 30) (1200 euro) en/of
30. [benadeelde 29] (zaak 31) (3375 euro en tablet) en/of
31. [benadeelde 30] (zaak 32) (2000 euro) en/of
32. [benadeelde 31] (zaak 33) (1100 euro) en/of
33. [benadeelde 2] en/of [benadeelde 32] (zaak 34) (10.592 euro en de laptop, tablet, telefoon, schilderij en postzegelverzameling) en/of
34. [benadeelde 33] (zaak 35) (2000 euro en een tablet) en/of
35. [benadeelde 34] (zaak 36) (1150 euro) en/of
36. [benadeelde 35] (zaak 37) (1150 euro) en/of
37. [benadeelde 36] (zaak 39) (tablet en sieraden, waarde onbekend) en/of
38. [benadeelde 37] (zaak 40) (350 euro en sieraden) en/of
39. [benadeelde 38] (zaak 41) (1100 euro)
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (contant) geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of tablet(s) en/of laptop(s) en/of diverse sieraden en/of schilderij (en) en/of andere waardevolle voorwerpen, althans enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecode(s) en/of pincode(s)) van zijn/haar/hun bankaccount(s) en/of vergrendelcode(s) van de/het hierboven genoemde device(s), althans gegevens,
door:
- voornoemde perso(o)n(en) te bellen en/of
- (vervolgens) zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of de politie en/of (vervolgens)
- voornoemde perso(o)n(en) te vertellen dat er fraude was gepleegd met zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er getracht werd geld over te maken van
zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er een (groot) geldbedrag was gepind of geprobeerd was te pinnen van zijn/haar/hun bankrekening en/of dat zijn/haar/hun bankrekening was gehackt en/of geblokkeerd en/of (vervolgens)
- voornoemde perso(o)n(en) te vertellen dat er een medewerker van de bank en/of politie langs zou komen om de bankpas(en) en/of creditcard(s) en/of het contante geld en/of sieraden en/of schilderij(en) en/of andere waardevolle voorwerpen op te halen, teneinde deze veilig in een kluis te leggen, en/of voornoemde perso(o)n(en) te vragen de pincode (na een of meerdere piepjes) in te spreken en/of (vervolgens)
- bij de woning van voornoemde perso(o)n(en) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of politie en/of daar om afgifte van voornoemde bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of tablet(s) en/of het contante geld en/of sieraden en/of andere waardevolle voorwerpen te vragen,
waarna voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of tablet(s) en/of laptop(s) en/of diverse sieraden en/of schilderij (en) en/of andere waardevolle voorwerpen en/of de voornoemde (inlog)gegevens waardoor bovengenoemde perso(o)n(en) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 3hij op of omstreeks de periode van 17 juli 2021 tot en met 21 september 2022 te Eindhoven en/of Helmond, althans in Nederland,
niet-openbare gegevens, te weten diverse leads (lijsten), te weten bestanden genaamd
- ’ [bestandsnaam] .xdlsx” (bevattende 1485 namen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen, geboortegegevens),
‘’ [bestandsnaam] .xlsx” (bevattende 884 namen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen, geboortegegevens en/of
bankrekeningnummers), en
- " [bestandsnaam] .xlsx” (bevattende 200 namen, adressen, telefoonnummers, e- mailadressen, geboortegegevens en/of bankrekeningnummers,
allen aangetroffen op de iPhone 13 pro max van verdachte, die onder verdachte in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in beslag is genomen, voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven en/of uit winstbejag voorhanden heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betrof;
feit 4hij in of omstreeks de periode van 05 september 2022 tot en met 12 juni 2023 te Eindhoven, en/of Helmond, althans in Nederland,
één of meer voorwerp(en), te weten meerdere dan wel enig (groot) geldbedrag (van in ieder geval 102.216,19 euro) en/of waardevolle voorwerpen,
(telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf
en/of
(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten meerdere dan wel enig (groot) geldbedrag (van in ieder geval 102.216,19 euro en/of waardevolle voorwerpen), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en)
- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
feit 5hij op 12 juni 2023 te Eindhoven, althans in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 9,99 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 6hij op 12 juni 2023 te Eindhoven, althans in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 802,36 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal deel 1 t/m 7 en het aanvullend proces-verbaal van 15 juni 2023, 22 juni 2023, 21 november 2023, 30 november 2023, genummerd 20230202.0956.10514, 20231706.1825.10514, 20230810.1359, 20230627.0817, 2022.358.962 en 20231001.0946, opgemaakt door Districtsrecherche Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 2375. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 oktober 2024, zoals weergegeven in het proces-verbaal ter terechtzitting van 14, 15 en 16 oktober 2024.
3.Pagina 412 t/m 418.
4.Pagina 471 t/m 474.
5.Pagina 486 t/m 491.
6.Pagina 522 t/m 525.
7.Pagina 557 t/m 560.
8.Pagina 574 t/m 580.
9.Pagina 592 t/m 595.
10.Pagina 610 t/m 613.
11.Pagina 641 t/m 645.
12.Pagina 751 t/m 758.
13.Pagina 776 t/m 789.
14.Pagina 812 t/m 822.
15.Pagina 833 t/m 844.
16.Pagina 887 t/m 889.
17.Pagina 919 t/m 921.
18.Pagina 956 t/m 961.
19.Pagina1936 t/m 1938.
20.Pagina 1945 t/m 1947.
21.Pagina 1952 t/m1954.
22.Pagina 1962 t/m 1964.
23.Pagina 1970 t/m 1972.
24.Pagina1587 t/m 1588.
25.Pagina 1984 t/m 1985.
26.Pagina 2016 t/m 2018.
27.Pagina 2021 t/m 2023.
28.Pagina2028 t/m 2030.
29.Pagina 2037 t/m 2039.
30.Pagina 2040 t/m 2042.
31.Pagina2058 t/m 2061.
32.Pagina2078 t/m 2081.
33.Pagina2161 t/m 2163.
34.Pagina 2164 t/m 2167.
35.Pagina 2171 t/m 2174.
36.Pagina 2193 t/m 2197.
37.Pagina 2204 t/m 2206.
38.Pagina 1598 t/m 1599.
39.Pagina 1498 t/m 1585.
40.Pagina 1809-1896.
41.Pagina 1791 t/m 1793.
42.Pagina 1024, pagina 1030 en pagina 1031.
43.Pagina 1915 t/m 1917.
44.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 oktober 2024, zoals weergegeven in het proces-verbaal ter terechtzitting van 14, 15 en 16 oktober 2024.
45.Pagina 1580-1581.
46.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 oktober 2024, zoals weergegeven in het proces-verbaal ter terechtzitting van 14, 15 en 16 oktober 2024.
47.Pagina 1408 t/m 1412.
48.Pagina 1930 t/m 1931.
49.Pagina 1932 t/m 1934.
50.Een geschrift, inhoudende een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 2 augustus 2023, pagina 1935 van het procesdossier.