ECLI:NL:RBMNE:2024:6600

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
16-050068-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van bankhelpdeskfraude met oplichting en diefstal

Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die wordt beschuldigd van bankhelpdeskfraude. De zaak betreft meerdere incidenten waarbij ouderen werden opgelicht door zich voor te doen als bankmedewerkers. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 28 maart 2022 een slachtoffer werd gebeld door een oplichter die zich voordeed als bankmedewerker. Het slachtoffer werd onder druk gezet om haar bankpas en waardevolle goederen af te geven, waarna er geld werd opgenomen met de gestolen pas. De rechtbank heeft in totaal 41 gevallen van bankhelpdeskfraude behandeld, waarbij de verdachten gebruik maakten van een vergelijkbare modus operandi. De rechtbank heeft de betrokkenheid van [verdachte] bij zeven bewezen verklaarde zaken vastgesteld, waarbij zij als medepleger werd aangemerkt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder zowel natuurlijke als rechtspersonen, die schade hebben geleden door de gepleegde fraude. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van verschillende in beslag genomen goederen uitgesproken, die zijn verkregen door middel van de strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-050068-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 december 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1991] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: [verdachte] .
INLEIDING
Op 28 maart 2022 vond in [plaats 1] een zogenoemde bankhelpdeskfraude plaats. Aangeefster werd gebeld door iemand die zich voordeed als een bankmedewerker en vervolgens werd ze bewogen tot afgifte van haar bankpas, sieraden en een schilderij uit de 16e eeuw ( [.] ). Met de bankpas werd daarna geld opgenomen bij een pinautomaat in Utrecht. Op camerabeelden van die pintransactie werd verdachte [medeverdachte 3] door agenten herkend als pinner. Uit onderzoek in de politiesystemen bleek dat [medeverdachte 3] ook in andere zaken werd herkend op camerabeelden van pinmomenten. De politie startte daarop onderzoek 2CC22Lelie, gericht op de opsporing van een groot aantal bankhelpdeskfraudes. Op 11 januari 2023 werd tijdens het opsporingsprogramma [opsporingsbureau] aandacht besteed aan een diefstal/oplichting in Eenmes. In die uitzending werden de door de daders meegenomen sieraden en het schilderij getoond. Naar aanleiding van deze uitzending kwamen er meerdere MMA-meldingen binnen, die wezen in de richting van de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Uiteindelijk zijn de telefoons van die verdachten onderzocht, vonden er doorzoekingen in hun woningen plaats, en is ook [medeverdachte 4] aangemerkt als verdachte.
In totaal zijn 41 gevallen van bankhelpdeskfraude bij de rechtbank aangebracht. In de aangiftes van deze zaken is een terugkerende werkwijze,
de modus operandi, te zien. Deze was als volgt. De aangevers, allen op hoge leeftijd, werden gebeld door een persoon die zich voordeed als een medewerker van de bank. Deze bankmedewerker stelde zich vaak voor als bijvoorbeeld [verzonnen naam 1] of [verzonnen naam 2] / [verzonnen naam 3] . De zogenaamde bankmedewerker vertelde de aangevers dat er frauduleuze transacties op hun bankrekening plaatsvonden of zouden gaan plaatsvinden. In veel gevallen werden aangevers urenlang aan de telefoon gehouden, waarbij soms ook werd gedaan alsof zij intern werden doorverbonden. De aangevers werden tijdens deze gesprekken bewogen hun bankpassen met pincodes en andere waardevolle eigendommen af te geven. Aangevers werd gevraagd de pincode in te spreken na het horen van een geluidssignaal (piep), die in werkelijkheid werd afgespeeld met een andere telefoon. Veelal moest de bankpas in een gesloten envelop worden gedaan die werd geadresseerd aan het politiebureau in de plaats waar aangever woonde. Er zou een koerier bij hen thuis langskomen om deze spullen op te halen. Aan de koerier werd een code gegeven. Deze code werd dan door de koerier aan de deur genoemd, waarna aangevers hun spullen afgaven. De aangevers waren vaak nog aan de telefoon met de zogenaamde bankmedewerker als de koerier voor de deur stond. In de meeste gevallen werd daarna met de opgehaalde pinpas gepind. Soms werden hier ook aankopen mee gedaan.
De strafzaak richt zich tegen vijf verschillende verdachten: [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . De heer [medeverdachte 1] en mevrouw [verdachte] zijn broer en zus. De heer [medeverdachte 2] en mevrouw [verdachte] zijn (ex)partners en hebben drie kinderen. Niet iedere verdachte wordt betrokkenheid verweten bij alle 41 zaken. Dit vonnis bevat de beslissingen van de rechtbank ten aanzien van verdachte [verdachte] .
Als eerste wordt het verloop van de strafprocedure weergegeven (hoofdstuk 1), gevolgd door een weergave van de verwijten die het Openbaar Ministerie [verdachte] maakt (hoofdstuk 2). Daarna worden de standpunten van de officier van justitie en de raadsman over het bewijs besproken en geeft de rechtbank haar overwegingen en beslissingen daarover weer (hoofdstuk 4). Die beslissingen monden uit in hetgeen de rechtbank bewezen acht (hoofdstuk 5) en welke strafbare feiten dat volgens de wet oplevert (hoofdstuk 6). Vervolgens bespreekt de rechtbank hoe zij tot de strafoplegging is gekomen (hoofdstukken 7 en 8). Het laatste deel van dit vonnis bevat de beslissingen van de rechtbank over de inbeslaggenomen goederen (hoofdstuk 9) en de vorderingen van de benadeelde partijen (hoofdstuk 10). Dit vonnis besluit met een weergave van de relevante wetsartikelen voor de strafoplegging (hoofdstuk 11) en het dictum (hoofdstuk 12), waar alle belangrijke beslissingen nog eens worden weergegeven.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 september 2023, 15 december 2023, 14 oktober 2024, 15 oktober 2024 en 16 oktober 2024.
De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft op 14, 15, en 16 oktober 2024 plaatsgevonden. Het onderzoek ter terechtzitting is op 3 december 2024 gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie mr. S. Mirshahi en van de standpunten van de [verdachte] en mr. P.J.A. van de Laar, advocaat in Eindhoven .
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen de volgende benadeelde partijen naar voren hebben gebracht:
- mevrouw [naam 8] , dochter van de benadeelde partij [naam 9] (
zaak 2);
- de heer [naam 1] (
zaak 34);
- de heer [naam 10] , [functie 1] bij de ABN AMRO Bank;
- mevrouw [naam 11] , [functie 2] bij de Rabobank.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als
bijlageaan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat [verdachte] :
feit 1in de periode van 7 september 2022 tot en met 16 december 2022 in [plaats 5] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Blaricum, Laren, Gouda en [plaats 1] meermalen samen met anderen goederen heeft gestolen en geldbedragen heeft gestolen van 13 bankrekeninghouders door te pinnen met de gestolen bankpassen (
valse sleutels);
feit 2in de periode van 7 september 2022 tot en met 10 maart 2023 in [plaats 5] , [plaats 1] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Naarden, Blaricum, Deventer, Gronsveld, Driebergen-Rijsenburg, Laren en Gouda meermalen samen met anderen 17 rekeninghouders door
oplichtingheeft bewogen om geld en goederen af te staan, door:
- deze personen te bellen en zich voor te doen als bankmedewerker;
- hen te vertellen dat fraude was gepleegd met hun rekening;
- te zeggen dat medewerkers van de bank/politie langs zouden komen om de bankpassen en waardevolle voorwerpen op te halen en deze in een kluis te leggen en te vragen om hun pincode van de bankpassen;
- bij de woning van deze personen langs te gaan, zich voor te doen als bank/politie en om afgifte van geld en voornoemde voorwerpen te vragen, waardoor deze personen dat hebben gedaan;
feit 3primair:in de periode van 28 november 2022 tot en met 16 maart 2023 in [plaats 5] , [plaats 1] , Naarden, Deventer en Gronsveld meermalen samen met anderen goederen heeft gestolen en geldbedragen heeft gestolen van 4 bankrekeninghouders, door te pinnen met de gestolen bankpassen (
valse sleutels)
subsidiair: dat zij sieraden, postzegels, een klok en een schilderij heeft
geheeld;
feit 4in de periode van 7 september 2022 tot en met 16 maart 2023 in [plaats 5] , [plaats 1] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Naarden, Blaricum, Deventer, Gronsveld, Driebergen-Rijsenburg, Laren en Gouda meerdere geldbedrag(en) van in ieder geval 42.318,20 euro en waardevolle goederen heeft witgewassen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4 wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat [verdachte] van alle ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken. [verdachte] had een telefoon die op naam stond van haar (voormalige) partner, medeverdachte [medeverdachte 2] , en zij moest die telefoon soms aan hem afstaan als ze ruzie hadden. De berichten op deze telefoon die bijvoorbeeld over het schilderij gaan, kunnen door medeverdachte [medeverdachte 2] zijn gestuurd. Ook haar broer [medeverdachte 1] gebruikte weleens haar telefoon. De sieraden die in haar woning zijn aangetroffen waren niet van haar. Er verbleven meerdere mensen in haar woning, waaronder medeverdachte [medeverdachte 2] en medeverdachte [medeverdachte 1] . De sieraden waren van [medeverdachte 1] . Hij kocht deze sieraden in als sloopgoud. [verdachte] was ook niet betrokken bij het schilderij uit zaak 1. Zij heeft het schilderij nooit gezien en was druk met de kinderen en het doen van boodschappen en daarom vaak niet thuis. Uit de getuigenverklaringen blijkt dat medeverdachte [medeverdachte 2] de inbrenger was van het schilderij en hierover contact had met anderen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] wordt ter zake van feiten 1, 2 en 3 primair medeplegen verweten, dus dat zij de feiten samen met een ander of anderen heeft begaan. Voor een beoordeling hiervan is van belang om – naast de rol van [verdachte] – ook de rollen van de medeverdachten te beoordelen. Dit komt dan ook aan bod in de bewijsmiddelen. Zo ontstaat er een compleet beeld van de samenwerking en beschikt de rechtbank over volledige informatie op basis waarvan de bewijsbeslissingen worden genomen.
Bewijsmiddelen [1]
Voordat de rechtbank toekomt aan de bespreking van de bewijsmiddelen per zaak, stelt zij eerst het volgende vast over de gegevensdragers.
De gegevensdragers
De rechtbank stelt vast dat de verdachte [verdachte] de gebruiker was van de telefoons Samsung Galaxy S20 en Samsung Galaxy S23 in de ten laste gelegde periode. Beide telefoons zijn in de woning van [verdachte] aangetroffen. [2] Over de S23 heeft [verdachte] tijdens de inhoudelijke behandeling aangegeven dat deze telefoon door haar werd gebruikt. [3] In de S20 is het telefoonnummer [nummeraanduiding 1] aangetroffen. [4] [verdachte] heeft op de zitting aangegeven dat dit haar telefoonnummer is. Daar komt bij dat in chats gevonden op de telefoon een ander de gebruiker aanspreekt met ‘ [begin van de achternaam van verdachte en medeverdachte 1] ’. [5] De verklaring van de [verdachte] dat zij de telefoon onder druk aan medeverdachte [medeverdachte 2] moest afstaan, acht de rechtbank niet aannemelijk. Als de rechtbank uit zou gaan van deze verklaring zou dat immers betekenen dat medeverdachte [medeverdachte 2] berichten aan zichzelf heeft gestuurd op de momenten waarop belastend materiaal is aangetroffen op de telefoon in de gesprekken tussen de gebruiker van de S20 en [medeverdachte 2] . Er is geen reden waarom hij dat zou doen.
De telefoon Samsung S9, die in beslag is genomen in de woning aan de [adres 1] in [plaats 5] , is van verdachte [medeverdachte 2] . [6] Dat is de woning van medeverdachte [verdachte] , bij wie hij volgens zijn eigen verklaring geregeld verbleef in de periode van de ten laste gelegde feiten. Uit het onderzoek naar de telefoon blijkt dat vanaf 11 oktober 2021 het telefoonnummer eindigend op [nummeraanduiding 2] gebruik maakte van de telefoon. [7] Verder wordt het e-mailadres [e-mailadres 1] gebruikt in deze telefoon. De rechtbank stelt dan ook vast dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van de Samsung S9.
Tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] in [plaats 5] is een Iphone 13 Pro Max in beslag genomen. [8] In de telefoon wordt als Apple ID het e-mailadres [e-mailadres 3]
gebruikt.Daarnaast was het e-mailadres [e-mailadres 2] verbonden aan de telefoon. [9] Bij de politie heeft [medeverdachte 1] ook verklaard dat deze Iphone 13 Pro Max van hem was. [10] Op deze telefoon wordt het snapchataccount
[account 1]gebruikt. De rechtbank stelt dan ook vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van dit account. Tijdens dezelfde doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] is ook een Iphone 11 in beslag genomen. [11] In deze telefoon wordt het e-mailadres [e-mailadres 3] gebruikt als Apple ID. Daarnaast was het e-mailadres [e-mailadres 2] verbonden aan de telefoon. Op snapchat wordt het account
[account 2]gebruikt. [12] De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] ook de gebruiker was van dit snapchataccount.
Op 30 november 2022 vindt er een (poging tot) bankhelpdeskfraude plaats waarbij verdachte [medeverdachte 3] op heterdaad wordt aangehouden. Tijdens zijn vlucht werd gezien dat hij iets in een put dumpte. Dit bleek later een grijze Iphone 11 te zijn. [13] Op deze telefoon worden berichten aangetroffen waarin de gebruiker van de telefoon wordt aangesproken met ‘ [medeverdachte 3] ’ en werd door de gebruiker van de telefoon de naam ‘ [medeverdachte 3] ’ verstuurd, zijn geboortedatum en zijn BSN-nummer. Er worden meerdere accounts onder de naam
‘ [naam 12] ’aangetroffen. De politie geeft aan dat dit de bijnaam is van [medeverdachte 3] . [14] De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 3] de gebruiker was van deze Iphone 11. Bij [medeverdachte 3] is op 19 februari 2023 tijdens het onderzoek van een andere zaak een Iphone SE in beslag genomen. Met deze telefoon zijn onder andere berichten verstuurd door de gebruiker als “ [.] [medeverdachte 3] ’. [15] De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 3] de gebruiker was van deze telefoon. In de telefoon wordt op snapchat het account
[account 3]gebruikt. De rechtbank stelt vast dat dit account door [medeverdachte 3] wordt gebruikt.
Gelet op de wijze van ten laste leggen zal de rechtbank hierna per zaak uitleggen welke feiten en omstandigheden zij relevant vindt voor de bewezenverklaring en welke conclusies zij hieraan verbindt.
Feit 1, feit 2 en feit 4
Zaak 2: [naam 13]
Op 11 november 2022 wordt aangever gebeld in haar woning in [plaats 2] . De persoon aan de telefoon zei dat ze [verzonnen naam 2] was en vertelde aangeefster dat haar bankpas niet meer goed was. Ze moest haar bankpas door midden knippen en in een envelop doen. Er zou een koerier aan de deur komen met de code [code 1] . Tien minuten later stond deze koerier voor de deur. Het was een man die zichzelf [naam 14] noemde. Hij zei dat hij de bankpas van aangeefster kwam ophalen. Aangeefster heeft hem de envelop met de doorgeknipte bankpas gegeven. [16] In de loop van de avond werd aangeefster gebeld door de Rabobank dat diezelfde dag rond 20.08 uur een bedrag van 1150 euro met haar pas was gepind bij de Geldmaat op de [straat 1] in [plaats 2] . [17]
Op de telefoon van [verdachte] (S20) is een notitie aangetroffen met de aanmaakdatum 11 november 2022 om 13:34 uur en aanpassingstijd van 19:50 uur. In de notitie staat de code ‘ [code 1] ’, die overeenkomt met de code die aangever moest noemen. In de notitie wordt verder gesproken over een viercijferige code (vermoedelijk pincode), de naam ‘ [verzonnen naam 2] ’ en ‘Rabo’. [18] Uit de telefoongegevens van de gebelde aangevers blijkt dat aangever [naam 13] op 11 november 2022 is gebeld vanaf 19.23 uur, voor 40 minuten. Er werd gebeld met het nummer + [nummeraanduiding 3] . Dit nummer is ook gebruikt in zaak 4. [19] Mede gelet op het tijdstip van aanpassen van de notitie in vergelijking met het tijdstip waarop aangever is gebeld, stelt de rechtbank vast dat de notitie is gebruikt voor deze bankhelpdeskfraude. Bovendien is het telefoonnummer waarmee aangever is gebeld (eindigend op [nummeraanduiding 3] ), teruggevonden in een van vijf Nokia telefoons die in de woning van [verdachte] zijn aangetroffen. [20]
Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] (Iphone 13) is een screenshot aangetroffen met aanmaakdatum 11 november 2022 om 19:28 uur, met daarop de website telefoonboek.nl met de naam en het adres van aangeefster. [21]
De camerabeelden van de geldmaat waar is gepind met de pas van aangever zijn door de politie onderzocht en bekeken. Op de beelden is te zien dat op 11 november 2022 om 20:20 een man voor de camera verschijnt. Deze man had twee Iphones vast. [22] Door een agent is de persoon op de beelden herkend als verdachte [medeverdachte 3] . [23] Uit de telefoon van verdachte [medeverdachte 3] blijkt dat de locatiegegevens die dag tussen 19.44 en 20.12 overeenkomen met het adres van aangeefster in [plaats 2] . Ook staat in de telefoon een notitie van die dag met als tijdstip 20.05 uur. In de notitie staat ‘Ophaaldienst’ en de code ‘ [code 1] ’, die overeenkomt met de genoemde koerierscode uit de aangifte. [24]
Zaak 4: [naam 15]
Op 14 november 2022 wordt aangever rond 19.30 uur gebeld in haar woning in [plaats 4] . De persoon aan de telefoon deed zich voor als een medewerker van de ING Bank en noemde zichzelf [naam 16] . Er was een verdachte transactie gesignaleerd op de rekening van aangever en hij zou haar helpen. Vervolgens werd aangever doorverbonden naar de supervisor genaamd [verzonnen naam 2] . De vrouw vroeg aangever om haar pincode. Zij moest haar betaalpas met pincode in een envelop doen en een koerier zou de betaalpas en de Ipad van aangever komen ophalen. Rond 19:45 kwam de koerier aan de deur, terwijl aangever nog aan de telefoon was. Zij heeft aan de koerier zijn Ipad en de envelop met de betaalpas met pincode afgegeven. Uiteindelijk is met haar pinpas van de ING Bank 8850 euro gepind op verschillende locaties, waaronder om 20.55 bij de [winkelnaam 1] in [plaats 3] en drie keer bij de Geldmaat aan het [straat 2] in [plaats 4] om 21.24 uur, 21.43 uur en 21.51 uur. Ook is geld overgemaakt naar een rekening van Bunq. [25] Uit onderzoek bleek dat om 20:55 bij de [winkelnaam 1] een betaling had plaatsgevonden van de rekening van aangever voor een bedrag van 250 euro. [26]
Op de telefoon van [verdachte] (S20) is een notitie aangetroffen met aanmaakdatum
14 november 2022 om 17:59 en aanpassingstijd om 19:24 uur. In de notitie staat: ‘ [.]
. Uit onderzoek is gebleken dat dit laatste nummer overeenkomt met het telefoonnummer van de vader van aangever. [27] Aangever is rond 19:30 uur gebeld door een telefoonnummer eindigend op [nummeraanduiding 3] voor 72 minuten. [28] Het tijdstip van bellen past bij het tijdstip waarop de notitie is aangepast. Bovendien is het nummer (zoals eerder bij zaak 2 beschreven) waarmee naar aangever is gebeld, aangetroffen in een Nokia die in de woning van [verdachte] is gevonden. [29]
Op de telefoon van [medeverdachte 1] (Iphone 13) is een screenshot aangetroffen met aanmaakdatum 14 november 2022 om 19:54 uur, met daarop de website telefoonboek.nl met de naam en het adres van aangeefster. [30] Daarnaast is een afbeelding aangetroffen van een videogesprek, waarin een afbeelding van een succesvolle overboeking is te zien van 1.970 euro van de rekening van aangeefster naar een rekening van Bunq. [31] Deze afschrijving komt overeen met de aangifte. Ten slotte is een schermafbeelding te zien van 21:28 uur waarin een videogesprek plaatsvond tussen de gebruiker van de telefoon ( [medeverdachte 1] ) en
[.](medeverdachte [medeverdachte 2] ). In deze afbeelding is een rekeningoverzicht te zien, met daarop de naam en het rekeningnummer van aangeefster. [32]
Uit de telefoon van verdachte [medeverdachte 2] blijkt dat hij een screenshot van 16 november 2022 had met daarop de website van telefoonboek.nl en de gegevens van aangever. [33]
De camerabeelden van de [winkelnaam 1] zijn door de politie onderzocht en bekeken. Op de beelden is te zien dat op 14 november 2022 een manspersoon voor 250 euro aan [.] pint. [34] Op deze beelden wordt verdachte [medeverdachte 3] herkend als de pinner. [35] Uit de telefoon van [medeverdachte 3] blijkt dat de locatiegegevens van die dag rond 20.07 uur overeenkomen met de locatie van de woning van aangeefster. [36]
Zaak 12: [naam 30] / [naam 31]
Op 16 december 2022 wordt aangeefster rond 14:30 uur gebeld in haar woning in De Bilt door een vrouw die zich voordoet als medewerker van de ING. De vrouw zei dat er mogelijk een dreiging was voor aangeefster. Er zou een koerier langskomen om haar pinpassen op te halen en ze kreeg een code die de koerier aan de deur aan haar zou geven. Aangeefster heeft uiteindelijk aan de koerier een tas meegegeven met daarin twee pinpassen, een laptop, een tablet en sieraden (in een tasje). De inlogcodes voor het internetbankieren stonden op post-it briefjes, geplakt op de Ipad. [37] Uiteindelijk bleek dat van de ING bankrekening van aangeefster twee bedragen zijn gepind bij de Geldmaat in Bilthoven: om 16:03 uur is 450 euro opgenomen en diezelfde dag (tijdstip onbekend) is weer 450 euro opgenomen. [38]
Op de telefoon van [verdachte] (S20) zijn op 16 december 2022 berichten aangetroffen met medeverdachte [medeverdachte 2] , waarin rond 14:31 uur werd gesproken over armbanden, een ketting, gouden horloges en ringen. Ook werd om 11:04 uur de code [code 3] gestuurd, die overeenkomt met de code uit de aangifte. [39] Uit de telefoongegevens van het slachtoffer blijkt dat zij rond 14.30 uur die dag ruim 2,5 uur is gebeld. [40]
Op de telefoon van [medeverdachte 1] (Iphone 13) zijn via Snapchat twee berichten gestuurd rond 15:56 uur naar mevr [achternaam van verdachte en medeverdachte 1] , het snapchataccount van [verdachte] , met als inhoud viercijferige codes. [41] Ook is een Snapchatbericht aangetroffen van 16 december 2022 om 12:19 uur, waarin door [account 2] de code ‘ [code 3] ’ wordt verstuurd naar [account 3] ( [medeverdachte 3] ). [42] Dit is dezelfde code die aangeefster via de telefoon te horen kreeg en de koerier bij haar aan de deur noemde.
De camerabeelden van de woning van aangeefster ( [locatie] ) zijn onderzocht en bekeken. Op de beelden is om 15:44 een persoon te zien die richting de ingang van [locatie] loopt. Even later om 15:50 uur komt de persoon weer in beeld in de centrale hal met een tas in zijn hand. [43] Verdachte [medeverdachte 3] wordt op deze beelden herkend. [44]
Op deze telefoon van [medeverdachte 3] wordt een video aangetroffen die op 16 december 2022 rond 17.18 uur werd verstuurd via Snapchat. Op de video is een persoon in een auto te zien, met een tasje met daarin allerlei sieraden. [45] Aan aangeefster is dit filmpje getoond en zij herkent op de beelden deze sieraden als zijnde de sieraden die zij aan de koerier heeft meegegeven. [46]
Zaak 33: [naam 19]
Op 12 oktober 2022 wordt aangever rond 14:15 uur gebeld in zijn woning in Laren door iemand die zich voordeed als een medewerker van de Rabobank. Ze stelde zich voor als [naam 18] . Er zou die dag geprobeerd zijn om geld van de rekening van aangever af te schrijven. Aangever moest zijn oude bankpas(sen) inleveren en zou later een nieuwe pas krijgen. Aangever werd geïnstrueerd om zijn twee bankpassen door midden te knippen en in een envelop te doen, die een koerier rond 14:45 uur die dag kwam ophalen. Aangever gaf deze man de envelop. [47] Uit de bankgegevens van de Rabobank blijkt dat later die dag bij de Geldmaat aan de [straat 4] in De Bilt om 16:06 uur een bedrag van 1100 euro is opgenomen van de rekening van aangever. [48]
Op de telefoon van verdachte [verdachte] (S20) is een gesprek aangetroffen van
12 oktober 2022 met medeverdachte [medeverdachte 2] . Dit gesprek begint vanaf 15:02 uur, waarin door het telefoonnummer van [verdachte] wordt gestuurd: “jaaaa, heb ik het geregeld, jajajjjaaaaaa”. [medeverdachte 2] stuurt dan terug dat hij trots is op [verdachte] en dat zij het zelfs beter doet dan hij, waarop [verdachte] reageert: “gelijk 1ste.” De rechtbank weegt dit gesprek in samenhang met de notitie die op de telefoon van [verdachte] (S20) is aangetroffen van
12 oktober 2022 met aanmaakdatum 14:18 uur en aanpassingsdatum 19:48 uur. In de notitie staat ‘heeft u meerdere rekeningen’. [49] De rechtbank leidt hieruit af dat [verdachte] die dag rond het tijdstip van half 3 bezig was met bankhelpdeskfraude. Dit tijdstip past binnen de tijd die aangever is gebeld door de zogenaamde bankmedewerker.
Op de telefoon van [medeverdachte 1] (Iphone 13) is een schermafbeelding aangetroffen van
12 oktober 2022 om 14:06 uur, met daarop de website van telefoonboek.nl met de naam en het adres van aangever. [50] Er is een foto te zien van twee bankpassen (om 15:05 uur) met daarop de naam en de rekeningnummers van aangever. Op beide passen liep door de breedte een dunne donkere streep. Op deze streep zat een strook plakband. [51] De doorgeknipte bankpassen komen overeen met de verklaring van aangever. Ten slotte is op de telefoon een videogesprek op Snapchat aangetroffen om 16:06 uur, waarin een stuk van het beeldscherm van een Geldmaat te zien is. [52]
Zaak 34: [naam 1]
Op 13 oktober 2022 wordt aangever gebeld in zijn woning in [plaats 2] door een man die zich voordeed als iemand van de politie Utrecht. De man gaf aan dat aangever in gevaar zou zijn en dat geprobeerd was geld van zijn rekening over te maken. Aangever heeft de telefoon opgehangen en rond 20:12 uur is hij weer gebeld. Hij voelde zich gedwongen om de bankpassen met pincodes en inlogcodes in een envelop te doen. Aangever kreeg een verificatiecode [code 2] mee en een koerier zou aan de deur komen om de envelop op te halen. Aangever heeft uiteindelijk aan de koerier drie dozen met postzegelverzamelingen, een schilderij, een laptop, een tablet, een telefoon en de bankpassen met pincodes aan de koerier meegegeven. Later die avond (rond 00:13 uur) is aangever wederom gebeld door een vrouw die vragen stelde over de waardevolle goederen. Zij vroeg onder andere de waarde van het schilderij en de postzegelverzameling. Het gaat om een oud schilderij met een afbeelding van [naam 17] , gemaakt van gips met reliëf.
Later kreeg aangever van de SNS Bank en de ING te horen dat een totaalbedrag van
€ 10.592,20 is weggenomen, te weten:
  • op 14 oktober 2022 om 00.01:43 uur er een bedrag van 1000 euro werd gepind bij de geldmaat op de locatie [straat 3] te [plaats 5] ;
  • om 01:01:51 uur een banktransactie plaatsvond vanaf de lopende SNS rekening naar ‘ [onderneming 1] ’. Hierbij werd een bedrag van 2467,30 euro overgeschreven;
  • om 01:08:57 uur er een 2e banktransactie plaatsvond vanaf de lopende SNS rekening naar [onderneming 1] . Ditmaal ging het om een bedrag van 2322,40 euro;
  • om 02:42:19 uur wederom een banktransactie plaatsvond vanaf de SNS rekening naar hetzelfde rekeningnummer van [onderneming 1] . Een bedrag van 2622,50 euro werd overgeboekt;
  • op 13 oktober 2022 om 23.58 uur er een pintransactie plaatsvond bij een Geldmaat in [plaats 5] . Er werd een bedrag van 180 euro opgenomen;
  • op 14 oktober 2022 om 00:16 uur opnieuw een pintransactie bij een Geldmaat te
[plaats 5] plaatsvond. Een bedrag van500 euro werd opgenomen;
- de laatste pintransactie plaatsvond om 00:53 uur. Hierbij werd een bedrag van 1500 euro opgenomen. [53]
Op de telefoon van verdachte [verdachte] (S20) is een notitie aangetroffen van 13 oktober 2022 met aanmaakdatum 18:31 uur. [54] In deze notitie staat de code [code 2] , die sterk overeenkomt met de code die in de aangifte wordt genoemd. In een andere notitie van dezelfde dag om 21:07 uur staat een soort belscript, waarin wordt gesproken over een schilderij en [.] , welke auto iemand rijdt, Mitsubishi en ’ [.] ’. De politie beschrijft dat dit laatste het kenteken betreft van de personenauto van aangever van het merk Mitsubishi. De rechtbank overweegt dat in de notitie van [verdachte] hele specifieke informatie staat genoemd, die overeenkomt met de gegevens van aangever en het belgesprek met hem. Daar komt bij dat op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] een foto is aangetroffen van [naam 17] met daarbij tekst ‘ [.] ’. [55] De verbalisant heeft het vloerkleed op de foto van het schilderij op de telefoon van [verdachte] vergeleken met het vloerkleed zoals gezien tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres 1] in [plaats 5] (woning van [verdachte] ) en concludeert dat de foto met het schilderij in de woning van [verdachte] gemaakt moet zijn. [56] De rechtbank overweegt dat, gelet op de notities in de telefoon van [verdachte] en de foto van het afhandig gemaakte schilderij in de woning van [verdachte] , de betrokkenheid van [verdachte] ook voor dit feit wettig en overtuigend is komen vast te staan.
Op de telefoon van [medeverdachte 1] (Iphone 13) is een schermafbeelding aangetroffen van 13 oktober 2022 om 20:33 uur, met daarop de website van telefoonboek.nl met de naam en het adres van aangever. [57] Rond 20:41 uur wordt via snapchat door
[account 1]( [medeverdachte 1] ) de code [code 2] gestuurd naar het account [account 4] ( [naam 21] ). [58] Deze laatste persoon is als pinner aangehouden in deze zaak en hij bekent dat hij de persoon is op de beelden die geld opneemt. [59] Op zijn telefoon wordt ook een videogesprek aangetroffen van 13 oktober 2022. Onder in beeld wordt verdachte [medeverdachte 1] door de politie herkend. Tijdens het videogesprek wordt een schilderij getoond, die lijkt op [naam 17] (het schilderij dat is weggegeven door aangever). [60] Er is, zoals al is overwogen, ook een afbeelding van het schilderij met de tekst: ‘ [.] ’. [61] Daarnaast zijn er diverse screenshots van transactieoverzichten van de ING-rekening van aangever. [62]
Zaak 39: [naam 22]
Op 10 december 2022 rond 15:57 uur wordt aangever gebeld in haar woning in Gouda, door een vrouw die zich voordeed als een medewerker van de ING. De vrouw zei tegen aangever dat er geprobeerd was om geld van haar rekening op te nemen. Ze moest haar pinpas afgeven en er zou een medewerker aan de deur komen om de pas in ontvangst te nemen. De medewerker aan de deur zou de code [code 3] noemen. Aangeefster heeft toen haar pas doorgeknipt en afgegeven aan de koerier. Aangeefster werd nog steeds aan de lijn gehouden door met de bankmedewerker die vervolgens vroeg naar waardevolle spullen. De koerier is nog een tweede keer langsgekomen en heeft toen sieraden en een Ipad meegenomen. Direct nadat de verbinding werd verbroken heeft aangeefster de ING bank gebeld en is haar rekening geblokkeerd. Er is een aantal keer geprobeerd om met haar pas van de ING bank te pinnen, maar dat is niet gelukt. [63]
Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] is een bericht aangetroffen van 10 december 2022, waarin om 17:34 door [verdachte] naar medeverdachte [medeverdachte 2] wordt gestuurd: ‘hangen, we hebben niets aan die pas’. [64] De rechtbank leidt hieruit af dat medeverdachte [medeverdachte 2] op dat moment aan het bellen was met aangeefster en dat [verdachte] op de hoogte was dat de rekening van aangeefster inmiddels door de bank was geblokkeerd. Het tijdstip van het bericht komt namelijk overeen met het moment waarop aangeefster zegt dat er met haar werd gebeld.
Op de telefoon van [medeverdachte 1] (Iphone 13) is een schermafbeelding aangetroffen van
10 december 2022 om 16:04 uur, met daarop de website van telefoonboek.nl met de naam en het adres van aangever. Daarnaast is een videogesprek aangetroffen van 17:00 uur, waarin het rekeningoverzicht van aangever is te zien. [65]
Zaak 40: [naam 23]
Op 12 december 2022 werd aangeefster gebeld in haar woning in [plaats 1] door een vrouw die zich voordeed als bankmedewerker. De vrouw vertelde dat iemand probeerde om geld van de rekening van aangeefster af te halen. De vrouw gaf aan dat er iemand langs zou komen om geld en sieraden op te halen. Aangeefster kreeg de code [code 4] . Dit was de code die de koerier zou noemen als hij de spullen zou komen ophalen. Tijdens het telefoneren kwam de koerier aan de deur. Aangeefster gaf hem 350 euro en drie gouden ringen. De bankpas die is weggenomen is van de Rabobank. [66]
Op de telefoon van [verdachte] (S20) is een snapchatgesprek aangetroffen met medeverdachte [medeverdachte 2] van 12 december 2022. Daarin wordt om 20:28 uur door medeverdachte [medeverdachte 2] naar [verdachte] de code [code 4] doorgestuurd, die overeenkomt met de aangifte. [67] Ook wordt gesproken over geldbedragen en sieraden in de gesprekken. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer eindigend op [nummeraanduiding 4] blijkt dat hiermee rond 20:20 uur het telefoonnummer van aangeefster is gebeld, gedurende 69 minuten. [68] De rechtbank overweegt dat – gelet op het tijdstip van het verzenden van de koerierscode en het tijdstip waarop aangeefster is gebeld– deze berichten zien op betrokkenheid van [verdachte] bij deze bankhelpdeskfraude. De simkaart met het nummer dat eindigt op [nummeraanduiding 4] is in de woning van [verdachte] aangetroffen. [69]
Op de telefoon van [medeverdachte 1] (Iphone 13) is een schermafbeelding aangetroffen van
12 december 2022 rond 20:23 uur, met daarop de website telefoonboek.nl met de naam en het adres van aangever. Om 20:34 ontvangt [account 1] , waarvan [medeverdachte 1] de gebruiker is, via snapchat een bericht van connection, met daarin de code: " [code 4] ". [70] Dit is de code uit de aangifte en de code die in de gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] wordt genoemd.
Feit 3, subsidiair
[naam 24] (zaak 1)
Uit de aangifte van [naam 24] (zaak 1) blijkt dat zij op 28 november 2022 in [plaats 1] door oplichting een schilderij uit de 16e eeuw ter waarde van 90.000 euro heeft meegeven aan een persoon die als koerier bij haar aan de deur kwam. [71] Getuige [naam 25] verklaart bij de rechter-commissaris dat hij een schilderij met daarop [.] heeft gezien in de woning van [verdachte] (die hij kent als de vrouw van medeverdachte [medeverdachte 2] ). Het stond daar in de keuken tegen het aanrecht. [verdachte] was daarbij aanwezig. [72] Getuige [naam 26] (antiquair) verklaart bij de politie dat hij eind januari 2023 een bericht kreeg van [medeverdachte 2] met daarin foto’s van een schilderij. [73] Verbalisanten hebben deze foto’s onderzocht en concluderen dat zij de locatie van de foto’s herkennen als de keuken in de woning van verdachte [verdachte] . [74] Uit de telefoon van verdachte [verdachte] (S20) blijkt dat in een gesprek op 17 januari 2023 met [naam 27] door verdachte wordt gesproken over het schilderij en de taxatie daarvan. [naam 27] vraagt aan [verdachte] of zij naar de consignatieovereenkomst wil kijken en of ze wil laten weten of het goed is omschreven, waarop [verdachte] bepaalde artikelen aangepast wil zien. [75] Uit de telefoon van [verdachte] blijkt ook dat [medeverdachte 2] haar op 24 november 2022 een bericht stuurde met de inhoud: ‘Klok, antiek, spiegel, antieke kist, jaar 1760 schilderijen en ketting’. [76] In de handtas van [verdachte] is een taxatieovereenkomst van het schilderij aangetroffen. [77]
[naam 6] en [naam 5] (zaak 14)
Uit de aangifte van [naam 6] / [naam 5] blijkt dat zij op 24 december 2022 in Naarden door oplichting sieraden heeft meegegeven aan een persoon die als koerier bij haar aan de deur kwam. [78] Tijdens de doorzoeking op 16 maart 2023 in de woning van [verdachte] ( [adres 1] in [plaats 5] ) zijn meerdere sieraden aangetroffen en in beslag genomen. [79] De sieraden lagen in een glazen bak die in een kast in de woonkamer lag. [80] Deze sieraden zijn aan aangeefster getoond en zij herkende de sieraden die zij aan de deur had afgegeven. [81] Op 24 december 2022 om 14.36 stuurt [medeverdachte 2] een sms bericht naar [verdachte] : ‘Jaa ik heb een kkk boose hit’. [82] Dat tijdstip sluit aan bij de historische verkeersgegevens van aangever waaruit blijkt dat zij die dag tussen 13.02 en 14.55 is gebeld. [83]
[naam 28] (zaak 19)
Uit de aangifte van [naam 28] blijkt dat zij op 6 februari 2023 in Deventer door oplichting sieraden heeft meegegeven aan een persoon die als koerier bij haar aan de deur kwam. [84] Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] ( [adres 1] in [plaats 5] ) zijn op 16 maart 2023 meerdere sieraden aangetroffen en in beslag genomen. De sieraden lagen in een glazen bak die in een kast in de woonkamer lag. Deze sieraden zijn aan aangeefster getoond en zij herkende hierop haar sieraden. [85] Uit de aangifte blijkt ook dat die dag een bedrag van 2000 euro was gepind bij de [winkelnaam 2] . In de woning van [verdachte] werd tussen de administratie een doosje aangetroffen met daarin 14 activatiebewijzen.
Deze zijn bij een [winkelnaam 2] winkel geactiveerd en hebben betrekking op de aankoop van [.] cadeaubonnen. Dertien (13) cadeaubonnen vertegenwoordigden een waarde van € 150,-, één (1) cadeaubon een waarde van € 50,-. Dit vormt in het totaal een bedrag van € 2000,-. De bonnen zijn allemaal op 6 februari 2023 tussen 15.19.12 uur en 15.20. 44 uur geactiveerd. [86] Dit komt overeen met het door aangeefster opgegeven pinmoment bij de [winkelnaam 2] .
[naam 42] en [naam 29] (zaak 20)(sieraden en postzegels)
Uit de aangifte van [naam 29] blijkt dat zij op 10 maart 2023 in Gronsveld door oplichting sieraden en postzegels heeft meegegeven aan een persoon die als koerier bij haar aan de deur kwam. [87] Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] zijn tussen haar make-up spullen in haar slaapkamer diverse sieraden aangetroffen, waaronder een goud(kleurig)e hanger met kinderkopjes met daarop de namen en geboortedata van de kinderen van aangever. De sieraden zijn getoond aan aangeefster en zij herkende die als haar sieraden. [88]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
Bewezenverklaring
Op basis van de feiten en omstandigheden die uit de opgenomen bewijsmiddelen volgen, stelt de rechtbank vast dat [verdachte] zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan bankhelpdeskfraude in de zaken [naam 13] (zaak 2), [naam 15] (zaak 4), [naam 30] (zaak 12), [naam 19] (zaak 33), [naam 1] (zaak 34), De [naam 22] (zaak 39) en [naam 23] (zaak 40) in de zin van oplichting en diefstal door middel van sleutels.
De goederen en geldbedragen die door de verschillende aangevers van die zaken zijn afgegeven acht de rechtbank bewezen onder feit 2, de oplichting. De geldbedragen die vervolgens met de gestolen bankpassen zijn gepind, acht de rechtbank bewezen onder feit 1, diefstal met valse sleutels.
Gedeeltelijke vrijspraken
De rechtbank spreekt de [verdachte] vrij voor zaak 3, zaak 6, zaak 8, zaak 15 en zaak 37. Hoewel er vijf Nokia telefoons in de woning van [verdachte] zijn aangetroffen, die mogelijk gelinkt kunnen worden aan enkele oplichtingen, kan de rechtbank enkel op basis van dit bewijs niet vaststellen dat [verdachte] een strafrechtelijk relevante betrokkenheid had bij die oplichtingen en diefstallen.
De rechtbank spreekt de [verdachte] vrij voor zaak 26 wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor betrokkenheid bij die oplichting en diefstal. Het bericht dat is aangetroffen in de telefoon van [medeverdachte 1] van [medeverdachte 1] aan [verdachte] waarin staat: “hebben we beet’ is hiervoor onvoldoende.
Medeplegen
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] als medepleger betrokken was bij deze 7 bankhelpdeskfraudes, in wisselende samenstellingen met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] is een aantal keer op de camerabeelden herkend als de pinner en de rechtbank heeft vastgesteld dat hij ook in enkele zaken als koerier aan de deur is geweest. [medeverdachte 1] heeft gebeld met aangevers en stuurde codes door naar de koerier, die aan de deur bij aangevers is langsgegaan. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] zelf ook heeft gebeld met aangevers. Uit verschillende aangiftes blijkt namelijk dat er ook een vrouw aan de lijn kwam, vaak als [verzonnen naam 2] . Dat gegeven, in combinatie met gegevens op de telefoon(s) van [verdachte] die zijn gebruikt ten behoeve van (o.a. koerier codes en de naam [verzonnen naam 2] ) of afkomstig waren uit (o.a. kenteken van de auto van een aangever) die telefoongesprekken, leidt tot de vaststelling dat ook [verdachte] heeft gebeld. Zij hield zich verder samen met [medeverdachte 2] bezig met het doorsturen van codes en gegevens van aangevers.
Verdachten stemden hun handelingen op elkaar af en zij deelden informatie met elkaar. Er was dan ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verschillende verdachten, waarbij de rollen inwisselbaar waren.
Verder blijkt dat [verdachte] evenredig deelde in de opbrengst. Dit laatste baseert de rechtbank op een berichtenuitwisseling met haar (ex)partner [medeverdachte 2] . Daarin is te lezen hoeveel de verkoop van bepaalde goederen heeft opgeleverd. De verdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] spreken in deze uitwisseling met elkaar af om tegen ‘ [....] ’ te zeggen dat alles slechts 14k was en aan hem een lager bedrag door te geven. Dit doen zij met de kennelijke bedoeling om het aandeel van medeverdachte [medeverdachte 1] in de opbrengst te verkleinen. [89]
Dat [verdachte] evenredig meedeelde in de opbrengsten blijkt ook uit twee videofragmenten die zijn aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 1] . De politie herkent op deze videofragmenten de woning van [verdachte] en de stemmen van deze drie verdachten. Gezeten aan de keukentafel praten zij in het eerste fragment over de goudprijs en wat voor opbrengst zij kunnen verwachten. [medeverdachte 2] spreekt dan over het zelf omsmelten van goud. In het tweede fragment vertelt [medeverdachte 1] dat hij goudstaven wil nalaten aan zijn toekomstige kinderen en maant hij zijn zus en schoonbroer aan om ook iets verstandigs te doen met hun geld. Hierop reageert [medeverdachte 2] bevestigend en zegt hij te gaan investeren in vastgoed. [90]
De conclusie luidt dan ook dat [verdachte] een wezenlijke bijdrage heeft geleverd in al de 7 bewezenverklaarde zaken, zodat zij als medepleger daarvan moet worden aangemerkt.
Ten aanzien van feit 2, feit 3 primair – zaken 1, 14, 19 en 20.
(Gedeeltelijke) vrijspraak
De rechtbank spreekt de [verdachte] vrij voor zaak 1, zaak 14, zaak 19 en zaak 20. Op basis van het dossier kan de rechtbank de directe betrokkenheid van [verdachte] bij de oplichting (feit 2) of bij het pinnen met de pinpas (feit 3 primair) bij deze zaken niet vaststellen.
Ten aanzien van feit 3, subsidiair
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wel bewezen dat [verdachte] de goederen die zijn weggenomen bij zaken 1, 14, 19 en 20 heeft geheeld. Zij overweegt over de verschillende zaken als volgt.
Zaak 1: [naam 24]
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] het schilderij uit de 16e eeuw opzettelijk voorhanden heeft gehad. Voor de overtuiging dat [verdachte] opzet had op de heling, acht de rechtbank van belang dat [verdachte] is geobserveerd terwijl zij met [naam 27] een gesprek voerde over een schilderij. In dat gesprek bespreekt zij het feit dat er een MMA-melding over haar is gedaan. [91] Dit sluit aan bij de anonieme tips die waren binnengekomen na de televisie-uitzending waarin het gestolen schilderij van aangever [naam 24] was getoond.
Zaak 14 ( [naam 6] ), zaak 19 ( [naam 28] ), zaak 20 ( [naam 29] )
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de sieraden heeft geheeld. Zij had deze sieraden op meerdere plekken in haar woning liggen, waaronder tussen haar make-up spullen en in een glazen bak in de woonkamer. De rechtbank acht de verklaring van [verdachte] dan ook ongeloofwaardig dat zij niet wist dat zich (bepaalde) sieraden in haar woning bevonden, dan wel dat de sieraden ‘sloopgoud’ van haar broer [medeverdachte 1] waren. Wat betreft de aangetroffen activatiebewijzen overweegt de rechtbank dat hoewel deze niet ten laste zijn gelegd, het bezit hiervan bijdraagt aan een bewezenverklaring voor de opzetheling van de sieraden. De bonnen ter waarde van 2000 euro zijn namelijk bij de [winkelnaam 2] geactiveerd, op de dag en het tijdstip dat er met de pinpas van aangever 2000 euro bij de [winkelnaam 2] is gepind. De rechtbank overweegt dat dit wijst op wetenschap van de bankhelpdeskfraude in deze zaak, aangezien de ‘buit’ bij [verdachte] in de woning is aangetroffen. De rechtbank concludeert dat [verdachte] wist dat de sieraden van oplichting/diefstal afkomstig waren.
Ten aanzien van feit 4 – witwassen
Het bedrag uit de tenlastelegging betreft alle bedragen uit feit 2 bij elkaar op geteld, totaal
€ 42.318,20. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring in 7 zaken.
De rechtbank kan – nu er voor dit feit geen medeplegen ten laste is gelegd – niet vaststellen dat [verdachte] de volledige opbrengst in deze bewezenverklaarde zaken zelf voorhanden heeft gehad. Gelet op de eerder onder feit 1 en feit 2 vastgestelde rol van [verdachte] , gaat de rechtbank voor de bewezenverklaring uit van het voorhanden hebben van meerdere geldbedragen zonder vast te stellen om welk totaalbedrag het precies gaat. De rechtbank acht alleen het eenvoudig witwassen bewezen, nu niet is gebleken dat [verdachte] enige verbergings- of verhullingshandeling heeft verricht.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
feit 1in de periode van 12 oktober 2022 tot en met 16 december 2022 te [plaats 5] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Blaricum, Laren, Gouda, [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen, welke toebehoorden aan een of meerdere personen en/of rekeninghouder(s), van de ING bank en/of de Rabobank en/of de SNS bank te weten:
- [naam 13] (zaak 2) (1150 euro)
- [naam 15] (zaak 4) (8850 euro)
- [naam 30] (zaak 12) (900 euro)
- [naam 19] (zaak 33) (1100 euro)
- [naam 1] (zaak 34) (10.592,20 euro)
een ander of anderen dan aan haar, verdachte, en haar mededaders, waarbij zij, verdachte en/of haar mededaders het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutels, door onder valse voorwendselen en zonder toestemming gebruik te maken van de bankpassen van bovengenoemde personen en de bij de bankpassen behorende pincodes, en door (vervolgens) geldopnames te doen en/of betalingen te verrichten;
feit 2in de periode van 12 oktober 2022 tot en met 16 december 2022 te [plaats 5] , [plaats 1] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Naarden, Blaricum, Deventer, Gronsveld, Driebergen-Rijsenburg, Laren, Gouda, althans in Nederland, meermalen, telkens tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere personen en/of rekeninghouder(s), van de ING bank en/of de Rabobank en/of SNS bank, te weten
- [naam 13] (zaak 2)
- [naam 15] (zaak 4) (tablet)
- [naam 30] (zaak 12) (sieraden, tablet en laptop)
- [naam 19] (zaak 33)
- [naam 1] (zaak 34) (laptop, tablet, telefoon, schilderij en postzegelverzameling)
- [naam 22] (zaak 39) (tablet en sieraden)
- [naam 23] (zaak 40) (350 euro en sieraden)
heeft bewogen tot de afgifte van contant geld en/of bankpassen en/of creditcards en/of tablets en/of laptops en/of diverse sieraden en/of schilderijen en/of andere waardevolle voorwerpen en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecodes en/of pincodes van zijn/haar/hun bankaccounts en/of vergrendelcodes van de hierboven genoemde devices, althans gegevens, door:
- voornoemde personen te bellen en
- (vervolgens) zich voor te doen als een bankmedewerker of politie en/of (vervolgens)
- voornoemde personen te vertellen dat er fraude was gepleegd met zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er getracht werd geld over te maken van
zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er een (groot) geldbedrag was gepind of geprobeerd was te pinnen van zijn/haar/hun bankrekening en/of dat zijn/haar/hun bankrekening was gehackt en/of geblokkeerd en
- voornoemde personen te vertellen dat er een medewerker van de bank of politie langs zou komen om de bankpassen en/of creditcards en/of het contante geld en/of sieraden en/of schilderij(en) en/of andere waardevolle voorwerpen op te halen, teneinde deze veilig in een kluis te leggen, en/of voornoemde personen te vragen de pincode (na een of meerdere piepjes) in te spreken en (vervolgens)
- bij de woning van voornoemde personen langs te gaan en zich voor te doen als medewerker van de bank en/of politie en/of daar om afgifte van voornoemde bankpassen en/of creditcards en/of tablet(s) en/of het contante geld en/of sieraden en/of andere waardevolle voorwerpen te vragen,
waarna voornoemde personen werden bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en bankpassen en/of creditcards en/of tablet(s) en/of laptop(s) en /of diverse sieraden en/of schilderijen en/of andere waardevolle voorwerpen en/of de voornoemde (inlog)gegevens waardoor bovengenoemde personen) werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
feit 3subsidiair: in de periode van 28 november 2022 tot en met 10 maart 2023 te [plaats 5] , [plaats 1] , Naarden, Deventer, Gronsveld, althans in Nederland,
- een schilderij en een klok en sieraden toebehorende aan [naam 24] en
- sieraden toebehorende aan [naam 6] en
- sieraden toebehorende aan [naam 28] en
- sieraden toebehorende aan [naam 29]
voorhanden heeft gehad terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 4in de periode van 12 oktober 2022 tot en met 10 maart 2023 te [plaats 5] , [plaats 1] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Naarden,
Blaricum, Deventer, Gronsveld, Driebergen-Rijsenburg, Laren, Gouda, althans in Nederland, telkens voorwerpen, te weten geldbedragen en waardevolle goederen, voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist, dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig eigen misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 2
: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3:
opzetheling, meermalen gepleegd;
feit 4:
eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De officier van justitie heeft gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak op te heffen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman voert aan dat rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke situatie van [verdachte] . Zij is moeder van drie kinderen en in verwachting van een vierde. Over enige maanden is zij uitgerekend. Ze heeft zich tijdens de schorsing aan alle voorwaarden gehouden en de reclassering zegt dat er geen toezicht meer nodig is. [verdachte] is bereid een taakstraf uit te voeren. [verdachte] heeft een vervelende situatie in de PI meegemaakt toen zij in voorarrest zat: er was sprake van verbale seksuele intimidatie. Zij zegt daardoor te zijn getraumatiseerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan
[verdachte] heeft zich samen met anderen gedurende een periode van circa vijf maanden schuldig gemaakt aan bankhelpdeskfraude, waarbij meerdere personen zijn gedupeerd met een totaal schadebedrag van ongeveer 20.000 euro. Daarnaast zijn kostbare goederen, waaronder sieraden en schilderijen (een replica van [.] uit 1900 en een schilderij uit de 16e eeuw met een waarde van 90.000 euro volgens aangever) weggenomen. Aangevers zijn gebeld door iemand die zich voordeed als bankmedewerker en er werd gezegd dat er een probleem was met hun bankrekening. Aangevers moesten hun bankpassen met bijbehorende pincodes afgeven aan een koerier die aan de deur kwam. Zij werden urenlang aan de telefoon gehouden, totdat de verdachten geld of goederen in handen hadden. Met de afhandig gemaakte geldbedragen en voorwerpen heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan witwassen. Tot slot heeft zij zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een schilderij, sieraden en postzegels, die afkomstig was uit bankhelpdeskfraude, gepleegd door anderen.
Bankhelpdeskfraude is een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die voor verdachten op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. [verdachte] en haar medeverdachten hebben zich gedurende een langere periode op georganiseerde wijze beziggehouden met dit type fraude. [verdachte] heeft grovelijk misbruik gemaakt van het gewekte vertrouwen van aangevers, die dachten dat zij juist konden voorkomen dat zij geld en kostbare voorwerpen zouden kwijtraken. Het tegendeel bleek waar. Hierdoor is het vertrouwen van deze aangevers in het handelsverkeer geschaad.
De slachtoffers waren allen op leeftijd en daardoor extra kwetsbaar, hierop werden zij bewust uitgekozen. De gevolgen voor deze kwetsbare groep zijn extra groot nu zij vaak niet meer durven te vertrouwen op de hulp van anderen (bij hun bankzaken), terwijl zij van die hulp vaak afhankelijk zijn. [verdachte] heeft zich hier niets van aangetrokken en heeft enkel oog gehad voor haar eigen financiële gewin.
De rechtbank neemt de rol die [verdachte] in de groep heeft gespeeld en het uitblijven van het nemen van enige verantwoordelijkheid daarvoor in strafverzwarende zin mee. Uit het dossier blijkt dat de rol van [verdachte] groter en zelfstandiger is geweest dan zij heeft willen doen voorkomen. Uit het dossier ontstaat het beeld dat [verdachte] bij meerdere bankhelpdeskfraudes een dirigerende rol bekleedde. Kenmerkend hiervoor is zaak 1 met het schilderij uit de 16e eeuw. [verdachte] was degene die onderhandelde over de voorwaarden van de consignatieovereenkomst en op de achtergrond de touwtjes in handen had. Zij is degene geweest die aan één van de getuigen bericht dat hij de deal met de kunsthandelaar moet afblazen. Ook tekenend is het gegeven dat in de woning van [verdachte] vijf Nokia’s zijn gevonden, die in ieder geval gebruikt zijn om aangevers te bellen in de zaken 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 15. Daarnaast lagen verspreid over de hele woning van [verdachte] de opbrengsten van verschillende bankhelpdeskfraudes. De woning van [verdachte] was daarmee in ieder geval één van de plekken van waaruit de groep opereerde en waar ook veel buit mee naar terug werd genomen. De rechtbank gaat dan ook niet mee in de verklaring van [verdachte] dat er misbruik van haar is gemaakt door haar broer en (ex)partner, waarbij die laatste telkens haar telefoon zou hebben afgepakt. Uit het reclasseringsrapport komt juist het beeld naar voren dat [verdachte] goed voor zichzelf kan opkomen en bestaat niet de indruk dat zij beïnvloedbaar is.
8.3.2.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar het uittreksel justitiële documentatie (
strafblad) van [verdachte] van 4 september 2024. Hieruit blijkt niet dat de [verdachte] eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en het strafblad wordt daarom niet meegenomen in de strafoverweging.
Op 30 september 2024 heeft de reclassering een advies uitgebracht over [verdachte] ten behoeve van deze strafzaak. De reclassering beschrijft dat er op dit moment geen grote problemen lijken te spelen in het leven van [verdachte] . Wel is sprake van een negatief sociaal netwerk en familiaire criminele banden. Het is niet duidelijk in hoeverre dit delict gerelateerd is. Bij een veroordeling adviseert de reclassering geen interventies in strafrechtelijk kader.
Over de persoonlijke omstandigheden zoals die door de raadsman naar voren zijn gebracht, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank kan niet vaststellen in hoeverre [verdachte] te maken heeft gehad met grensoverschrijdend seksueel gedrag in de P.I., nu daar niet (ook niet in de vorm van een ingediende klacht) enige onderbouwing van is gegeven. Dat maakt dat de rechtbank dit niet kan betrekken bij de strafoplegging. Het gegeven dat [verdachte] de zorg draagt voor haar minderjarige kinderen legt wel gewicht in de schaal, maar niet zodanig dat de rechtbank tot een andere strafmodaliteit komt of dat sterk meerekent in de duur van de op te leggen gevangenisstraf. Daarvoor is de ernst van de feiten gewoonweg te groot. De rechtbank zal dit wel betrekken bij de vraag of de voorlopige hechtenis van [verdachte] met deze uitspraak zou moeten herleven (zie hierna).
8.3.3.
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met opgelegde straffen in soortgelijke zaken. Gelet op de ernst van de feiten oordeelt de rechtbank dat enkel een gevangenisstraf een passende straf is. De rechtbank ziet geen redenen om een voorwaardelijk deel op te leggen, gelet op het advies van de reclassering.
Alles overwegende legt de rechtbank op een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de [verdachte] voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal de schorsing van de voorlopige hechtenis bij [verdachte] niet opheffen. Bij uitspraak van heden wordt medeverdachte [medeverdachte 2] , vader van de kinderen, eveneens veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft oog voor het belang van de kinderen om niet gelijktijdig hun beide ouders de gevangenis in te zien gaan. De rechtbank staat daarmee voor het dilemma welke ouder geschorst mag blijven om voor de kinderen te zorgen. De rechtbank heeft echter te weinig zicht op de thuissituatie van het gezin en op de behoeften van de kinderen om dat dilemma in dit vonnis te kunnen beslechten. Zij kiest er daarom voor om geen keuze te maken en het verzoek tot opheffing van de schorsing bij beide verdachten af te wijzen.

9.BESLAG

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat alle goederen, met uitzondering van de rugzak (46) en de bankpas (39) verbeurd dienen te worden verklaard. De rugzak en de bankpas kunnen retour naar beslagene. De raadsman heeft geen standpunt ingenomen over het beslag.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Luidspreker (G2043944);
  • 2. 1 STK Decoder (G2043889);
  • 3. 1 STK Bouwmateriaal (G2043896);
  • 4. 1 STK Computer (G2043900);
  • 5. 1 STK Bouwmateriaal (G2043903);
  • 6. 1 STK Bouwmateriaal (G2043915);
  • 7. 1 STK Computer (G2043947);
  • 8. 900 EUR (G3135356);
  • 9. 900 EUR (G3135380);
  • 10. 1000 EUR (G3135381);
  • 31. 2 STK Krant (G3134867);
  • 33. 2 STK Muntenverzameling (G3134894);
  • 34. 1 STK Horloge (G3135396);
  • 36. 1 STK Papier (G3134876);
  • 37. 14 STK Cadeaubon (G3134930);
  • 38. 1 STK Simkaart van zaktelefoon (G3135297);
  • 40. 1 STK Papier (G3135378);
  • 50. 2 STK Krant (G3134867);
  • 67. 1 STK Munt (G3135334).
verbeurd verklaren.
Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van het strafbare feit verkregen.
Met behulp van de gegevensdragers en simkaarten zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 39. 1 STK Pas (G3135351);
  • 46. 1 STK Rugzak (G3135376).

10.BENADEELDE PARTIJ

De volgende benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd. Zij vorderen schade ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde.
[naam 20] namens [naam 13] (
zaak 2): 1834,80 euro, waarvan 1.334,80 euro materiële schade en 500 euro immateriële schade;
[naam 7] (
zaak 8): 7.089 aan materiële schade en het verzoek aan de rechter om de immateriële schade te schatten;
[naam 31] namens [naam 30] (
zaak 12): 5.451,50 euro aan materiële schade en 145 euro aan ‘proceskosten’, zijnde de taxatiekosten van de sieraden;
[naam 5] namens [naam 6] (
zaak 14): 43.000 euro aan materiële schade en het verzoek aan de rechter om de immateriële schade te schatten;
[naam 1] (
zaak 34): 11.784,93 euro aan materiële schade;
[naam 22] / [naam 32] (
zaak 39): 1.300 euro aan materiële schade;
[naam 23]
(zaak 40): 1.850 euro aan materiële schade;
ABN AMRO Bank N.V.: 15.257 euro aan materiële schade en 840 euro aan proceskosten;
ING Bank N.V.: 9.750 euro aan materiële schade;
Coöperatieve Rabobank U.A. : 28.060 euro aan materiële schade;
De Volksbank N.V.: 1.240 euro aan materiële schade;
[onderneming 2] : 4.406,23 euro aan materiële schade.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich wat betreft de vorderingen benadeelde partijen op de volgende standpunten.
De natuurlijke personen
De vorderingen van de benadeelde partijen [naam 13] (zaak 2), [naam 7] (
zaak 8), [naam 30] (
zaak 12) en [naam 22] (
zaak 39)dienen integraal te worden toegewezen.
De vordering van de benadeelde partij [naam 23]
(zaak 40) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, aangezien deze onvoldoende is onderbouwd.
De vordering van de benadeelde partij [naam 6] (
zaak 14) dient deels te worden toegewezen tot een bedrag van 500 euro en de rest dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Ten slotte kan de vordering van de benadeelde partij [naam 1] (
zaak 34) deels worden toegewezen tot een bedrag van 7.986,94 euro, de rest kan niet-ontvankelijk worden verklaard.
De officier van justitie vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor alle slachtoffers uit de tenlastelegging, inclusief de benadeelde partijen. Daarnaast vordert de officier van justitie hoofdelijkheid en oplegging van de wettelijke rente.
De rechtspersonen
De vorderingen van de ABN-AMRO, de Rabobank en de Volksbank zijn onderbouwd en dienen integraal te worden toegewezen.
De vorderingen van de ING Bank en [onderneming 2] zijn onvoldoende onderbouwd en dienen daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor de drie vorderingen die dienen te worden toegewezen, verzoekt de officier van justitie aan de rechtbank om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen bij deze rechtspersonen onder verwijzing naar twee uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Primair stelt de raadsman zich op het standpunt dat de vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, gelet op de verzochte vrijspraken. Subsidiair stelt de raadsman zich op de volgende standpunten.
De natuurlijke personen
De vorderingen van de benadeelde partijen [naam 13] (
zaak 2), [naam 30] (
zaak 12) en [naam 33] (
zaak 29), wordt betwist. De vordering van de benadeelde partij [naam 4]
(zaak 11) dient te worden afgewezen, omdat deze reeds is vergoed door de Rabobank.
De vordering van de benadeelde partijen [naam 34] (
zaak 5), [naam 35] (
zaak 23), [naam 36] (
zaak 24),[naam 37] (
zaak 30), [naam 1] (
zaak 34) dienen te worden afgewezen, omdat geen onderbouwing aanwezig is voor de gevorderde bedragen.
De vorderingen van de benadeelde partijen [naam 7] (
zaak 8) en [naam 22] (
zaak 39), zijn niet onderbouwd.
De rechtspersonen
De vorderingen van de benadeelde partijen ABN AMRO Bank N.V., ING Bank N.V., Coöperatieve Rabobank U.A. en De Volksbank N.V. dienen te worden afgewezen. De bank heeft geen rechtstreekse schade geleden. Bovendien zijn de coulance-uitkeringen onverplicht gedaan, zodat de schadebeperkingsplicht speelt. De gemaakte kosten voor het fraudeonderzoek dienen ook te worden afgewezen, aangezien niet is onderbouwd waar de gevorderde bedragen op zijn gebaseerd.
De vordering van de benadeelde partij [onderneming 2] is niet onderbouwd en betreft geen rechtstreekse schade, waardoor ook deze vordering dient te worden afgewezen. .
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partijen – natuurlijke personen
Immateriële schade
Voor zover de benadeelde partijen immateriële schade (smartengeld) hebben gevorderd, overweegt de rechtbank het volgende. Op basis van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank schadevergoeding toewijzen in de gevallen dat sprake is van (1) lichamelijk letsel, (2) als iemand in zijn eer of goede naam is geschaad of (3) als iemand op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van de eerste twee grondslagen is in deze zaak geen sprake, aangezien er geen fysiek letsel is ontstaan en niemand juridisch is geschaad in zijn eer of goede naam. Van de laatste grondslag kan sprake zijn indien de rechtbank grond daarvoor ziet in de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan.
De rechtbank concludeert dat in deze zaken sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. De benadeelde partijen, vrijwel allemaal op leeftijd, zijn urenlang aan de telefoon gehouden, opgelicht en bestolen. Daarbij is ingespeeld op het vertrouwen en de bijzondere kwetsbaarheid van deze ouderen richting de digitale bankwereld. Onder deze omstandigheden hebben zij kostbare spullen afgestaan, waaronder erfstukken, sieraden en schilderijen. Het is de rechtbank gebleken dat de gevolgen van deze zaak voor de meeste benadeelde partijen zo groot zijn geweest, dat zij niet eens meer de telefoon durven op te nemen als wordt gebeld. De rechtbank overweegt in deze zaken dat de aard en de ernst van de normschending met zich meebrengt dat de nadelige gevolgen daarvan voor het slachtoffer zo voor de hand liggen, dat kan worden aangenomen dat sprake is van een aantasting in de persoon. De rechtbank acht een bedrag van 500 euro aan immateriële schade, in die zaken waarin gevorderd, billijk.
De schadevergoedingsmaatregel
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank niet voor alle aangevers de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De schadevergoedingsmaatregel wordt alleen opgelegd in de zaken waarin een vordering door de benadeelde partij is ingediend.
[naam 20] namens [naam 13] (zaak 2)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Er is een bedrag van 1334,80 euro aan materiële schade gevorderd en 500 euro aan immateriële schade. De rechtbank zal het bedrag aan materiële schade deels toewijzen, voor een bedrag van 1150 euro. Dit is het bedrag dat door de verdachten van de rekening van de benadeelde partij is gehaald. Het overige bedrag van 184,80 euro heeft de benadeelde gevorderd voor de reiskosten van haar zoon en dochter. De rechtbank ziet geen juridische grondslag voor toewijzing van dit deel van de vordering en zal dit deel dan ook afwijzen. De rechtbank wijst aan immateriële schade toe een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van
[naam 20] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.650, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 26 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[naam 7] (zaak 8)
De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, aangezien zij verdachte vrijspreekt voor deze zaak. De benadeelde kan zijn vordering wel nog aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[naam 31] namens [naam 30] (zaak 12)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De gevorderde materiële kosten worden deels toegewezen voor een bedrag van 5.103,77 euro.
Het bedrag van 900 euro wordt afgewezen, aangezien dit bedrag reeds is vergoed door de bank. De kosten van 4600 euro voor de sieraden en de 145 euro taxatiekosten worden toegewezen, aangezien deze voldoende zijn onderbouwd. Over de schade voor de HP laptop en de Ipad wordt afschrijving toegepast zodat een bedrag wordt toegewezen conform de marktwaarde op dit moment. Dat betekent dat een bedrag van 273,79 voor de HP laptop (aankoopprijs van 649 euro verminderd met een afschrijving van 25% over drie jaren) wordt toegewezen en een bedrag van 85,28 euro voor de Ipad (aankoopprijs van 202,15 euro verminderd met een afschrijving van 25% over drie jaren).
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van
[naam 30] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.103,77, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[naam 5] namens [naam 6] (zaak 14)
De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, aangezien verdachte voor deze zaak wordt vrijgesproken. De benadeelde kan zijn vordering wel nog aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[naam 1] (zaak 34)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft 11.784,93 euro aan materiële schade gevorderd. De rechtbank zal de schade voor het deel van de gepinde geldbedragen (2180 euro ING en 8412,20 euro SNS) toewijzen. De vordering zal voor de kosten van de laptop (695,73 euro) worden afgewezen, aangezien deze laptop reeds gedeeltelijk is vergoed. De telefoon en de Samsung Tablet die zijn weggenomen komen uit 2019. De rechtbank zal voor deze twee schadeposten gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en schat de waarde op 150 euro voor de telefoon en 150 euro voor de Samsung Tablet. Concluderend wijst de rechtbank een bedrag aan materiële schade toe van 10.892,20 euro.
De benadeelde partij heeft ook schadevergoeding gevorderd voor de weggenomen postzegelverzameling en een schilderij uit 1900 (kopie van [.] ). De waarde van deze goederen is onbekend. De rechtbank overweegt dat hoewel het onmiskenbaar is dat deze goederen van (grote) waarde zijn, zij op basis van de vordering wegens het ontbreken van een onderbouwing door bv. een taxatierapport deze waarde niet kan vaststellen. De vordering wordt voor dit deel niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank wijst aan immateriële schade toe een bedrag van 500 euro.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [naam 1] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 11.392,20, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 13 oktober 2022
tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 91 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij
[naam 22] (zaak 39)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële kosten voor de Ipad worden toegewezen met afschrijving, zodat het schadebedrag marktconform is. Na de afschrijving komt dat neer op een bedrag van 210,95 euro aan materiële schade (aankoopprijs van 500 euro verminderd met 25% over 3 jaren). De overige materiële schade wat betreft de weggenomen sieraden wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [naam 22] / verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 210,95, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 10 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 4 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[naam 23] (zaak 40)
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële schade wordt deels toegewezen tot een bedrag van 350 euro (het contant weggenomen geld). De benadeelde partij wordt in zijn vordering voor de overige schadeposten (de sieraden) niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van
[naam 23] verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 350, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 7 dagen, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Hoofdelijkheid – voor de natuurlijke personen
In de zaken 2, 12, 34, 39 en 40 waarin ook medeverdachte(n) zijn veroordeeld, wordt de schade (voor zover toegewezen) naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Benadeelde partijen – rechtspersonen
Coulancebetalingen
De rechtbank oordeelt dat – anders dan de verdediging heeft aangevoerd – uit vaste jurisprudentie blijkt dat bij coulancebetalingen die door de banken zijn verricht sprake is van rechtstreekse schade. De rechtbank acht deze schadeposten dan ook voor toewijzing vatbaar en verwerpt het verweer. Dat geldt ook voor het standpunt dat de banken niet hebben voldaan aan hun schadebeperkingsplicht (de rechtbank begrijpt dit als een beroep op artikel 6:101 BW). De rechtbank volgt de verdediging niet dat het doen van een coulancebetaling (of het verrichten van intern onderzoek naar vermoedens van bankhelpdeskfraude) een omstandigheid is die de schade (mede) heeft veroorzaakt.
Onderzoekskosten
Sommige banken hebben proceskosten gevorderd en verwijzen daarvoor naar de kosten die zij gemaakt hebben voor het fraudeonderzoek. Op grond van artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek onder lid 2 sub b blijkt dat onder vermogensschade ook de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid vallen. De rechtbank zal deze kostenposten daarom beschouwen als materiële schade.
Schadevergoedingsmaatregel Banken
Voor zover de banken verzocht hebben om de schadevergoedingsmaatregel toe te passen, zal de rechtbank dit verzoek afwijzen. De schadevergoedingsmaatregel is er om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon. De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
ABN AMRO Bank N.V.
De rechtbank verklaart de ABN AMRO niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, aangezien verdachte voor deze zaken is vrijgesproken van de aan haar tenlastegelegde diefstal en oplichting.
Nu de ABN AMRO niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
ING Bank N.V.
De rechtbank verklaart ING Bank N.V. niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding. De vordering is onvoldoende onderbouwd, omdat de rechtbank op basis van de stukken niet eenvoudig kan afleiden op welke slachtoffers het verzoek tot schadevergoeding betrekking heeft.
Nu ING niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Coöperatieve Rabobank U.A.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De Rabobank heeft 26.620 euro gevorderd aan materiële schade, welk bedrag is opgebouwd uit uitgekeerde schadeloosstellingen aan de door fraude gedupeerde klanten. De rechtbank zal alleen het bedrag in de zaak [naam 19] (1100 euro) toewijzen. De rechtbank spreekt de verdachte van de overige aan haar ten laste gelegde zaken die terug komen in de vordering vrij. De materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
De Volksbank N.V.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De Volksbank heeft 1000 euro gevorderd aan materiële schade, welk bedrag is opgebouwd uit uitgekeerde schadeloosstellingen aan een door fraude gedupeerde klant (aangever [naam 29] ). De rechtbank zal dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de verdachte voor dit feit is vrijgesproken. De Volksbank vordert 240 euro aan schade voor het fraudeonderzoek naar twee zaken. Aangezien verdachte voor een van deze zaken is vrijgesproken, zal de rechtbank enkel voor de zaak [naam 1] het bedrag toewijzen van 120 euro. De overige kosten worden niet-ontvankelijk verklaard.
Concluderend wijst de rechtbank toe een bedrag van 120 euro aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[onderneming 2]
De rechtbank verklaart [onderneming 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding. Uit de vordering en bijbehorende stukken blijkt niet of de persoon die de vordering heeft ingediend gemachtigd is om namens de [onderneming 2] op te treden.
Nu [onderneming 2] niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Hoofdelijkheid – banken
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn/haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
- 33, 33a, 36f, 47, 57, 311, 326, 416, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 3, primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte hiervoor vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3 subsidiair en feit 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
20 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen
verbeurd:
  • 1 STK Luidspreker (G2043944);
  • 2. 1 STK Decoder (G2043889);
  • 3. 1 STK Bouwmateriaal (G2043896);
  • 4. 1 STK Computer (G2043900);
  • 5. 1 STK Bouwmateriaal (G2043903);
  • 6. 1 STK Bouwmateriaal (G2043915);
  • 7. 1 STK Computer (G2043947);
  • 8. 900 EUR (G3135356);
  • 9. 900 EUR (G3135380);
  • 10. 1000 EUR (G3135381);
  • 31. 2 STK Krant (G3134867);
  • 33. 2 STK Muntenverzameling (G3134894);
  • 34. 1 STK Horloge (G3135396);
  • 36. 1 STK Papier (G3134876);
  • 37. 14 STK Cadeaubon (G3134930);
  • 38. 1 STK Simkaart van zaktelefoon (G3135297);
  • 40. 1 STK Papier (G3135378);
  • 50. 2 STK Krant (G3134867);
  • 67. 1 STK Munt (G3135334);
- gelast
de teruggaveaan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 39. 1 STK Pas (G3135351);
  • 46. 1 STK Rugzak (G3135376);
Benadeelde partijen- natuurlijke personen
1.Benadeelde partij [naam 13] (zaak 2):
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag
  • veroordeelt verdachte
  • wijstde vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
    af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
2.Benadeelde partij [naam 7] (zaak 8)
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
3.Benadeelde partij [naam 30] (zaak 12)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van €
  • veroordeelt verdachte
  • wijstde vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
    af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [naam 31] / [naam 30] aan de Staat €
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
4.Benadeelde partij [naam 6] (zaak 14)
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
5.
Benadeelde partij [naam 1] (zaak 34)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van €
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
6.Benadeelde partij [naam 22] (zaak 39)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
7.Benadeelde partij [naam 23] (zaak 40)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [naam 23] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partijen –rechtspersonen
8.Benadeelde partij ABN AMRO Bank N.V.
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
9.Benadeelde partij ING Bank N.V.
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
10.
Benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
11.Benadeelde partij De Volksbank N.V.
  • wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
12. [onderneming 2]
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.M.H. van Ek, voorzitter, mr. J.P. Verboom en mr. I. Jadib, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Visser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 december 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
feit 1zij in of omstreeks de periode van 07 september 2022 tot en met 16 december 2022 te [plaats 5] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Blaricum, Laren, Gouda,
[plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) en/of goederen, welk(e) geldbedrag(en) en/of goederen geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere personen en/of rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de ABN AMRO bank en/of ING bank en/of de Rabobank en/of de SNS bank en/of de Bunq bank, te weten
1. [naam 13] (zaak 2) (1150 euro) en/of
2. [naam 38] (zaak 3) (3318 euro en mobiele telefoon) en/of
3. [naam 15] (zaak 4) (8850 euro en tablet) en/of
4. [naam 2] en/of [..] (zaak 6) (1400 euro) en/of
5. [naam 7] (zaak 8) (2508 euro en sieraden) en/of
6. [naam 30] en/of [naam 31] (zaak 12) (900 euro en sieraden, tablet en laptop) en/of
7. [naam 39] (zaak 15) (1150 euro en sieraden, tablet en een ets van [naam 3] ) en/of
8. [naam 40] (zaak 26) (schade onbekend) en/of
9. [naam 19] (zaak 33) (1100 euro) en/of
10. [naam 1] (zaak 34) (10.592,20 euro en de laptop, tablet, telefoon, schilderij en postzegelverzameling) en/of
11. [naam 41] (zaak 37) (1150 euro) en/of
12. [naam 22] (zaak 39) (tablet en sieraden) en/of
13. [naam 23] (zaak 40) (350 euro en sieraden)
en/of een ander of anderen dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), waarbij zij, verdachte en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s),
- door onder valse voorwendselen en/of zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas(sen) van bovengenoemde perso(o)n(en) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s), en/of
- door (vervolgens) geldopnames te doen en/of betalingen te verrichten,
in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
feit 2zij in of omstreeks de periode van 07 september 2022 tot en met 10 maart 2023 te [plaats 5] , [plaats 1] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Naarden,
Blaricum, Deventer, Gronsveld, Driebergen-Rijsenburg, Laren, Gouda, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere personen en/of rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de ING bank en/of de Rabobank en/of de ABN AMRO bank en/of SNS bank en/of de Bunq bank en/of de Regiobank, te weten
1. [naam 24] (zaak 1) (1300 euro en een schilderij, klok en sieraden) en/of
2. [naam 13] (zaak 2) (1150 euro) en/of
3. [naam 38] (zaak 3) (3318 euro en mobiele telefoon) en/of
4. [naam 15] (zaak 4) (8850 euro en tablet) en/of
5. [naam 2] en/of [..] (zaak 6) (1400 euro) en/of
6. [naam 7] (zaak 8) (2508 euro en sieraden) en/of
7. [naam 30] en/of [naam 31] (zaak 12) (900 euro en sieraden, tablet en laptop) en/of
8. [naam 6] (zaak 14) (3450 euro en sieraden) en/of
9. [naam 39] (zaak 15) (1150 euro en sieraden, tablet en een ets van [naam 3] ) en/of
10. [naam 28] (zaak 19) (4000 euro en sieraden) en/of
11. [naam 29] (zaak 20) (1100 euro en sieraden en postzegels) en/of
12. [naam 40] (zaak 26) (schade onbekend) en/of
13. [naam 19] (zaak 33) (1100 euro) en/of
14. [naam 1] (zaak 34) (10.592,20 euro en de laptop, tablet, telefoon, schilderij en postzegelverzameling) en/of
15. [naam 41] (zaak 37) (1150 euro) en/of
16. [naam 22] (zaak 39) (tablet en sieraden) en/of
17. [naam 23] (zaak 40) (350 euro en sieraden)
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (contant) geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of tablet(s) en/of laptop(s) en/of diverse sieraden en/of schilderij(en) en/of andere waardevolle voorwerpen, althans enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecode(s) en/of pincode(s)) van zijn/haar/hun bankaccount(s) en/of vergrendelcode(s) van de/het hierboven genoemde device(s), althans gegevens, door:
- voornoemde perso(o)n(en) te bellen en/of (vervolgens)
- zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of de politie en/of (vervolgens)
- voornoemde perso(o)n(en) te vertellen dat er fraude was gepleegd met zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er getracht werd geld over te maken van zijn/haar/hun bankrekening en/of dat er een (groot) geldbedrag was gepind of geprobeerd was te pinnen van zijn/haar/hun bankrekening en/of dat zijn/haar/hun bankrekening was gehackt en/of geblokkeerd en/of (vervolgens)
- voornoemde perso(o)n(en) te vertellen dat er een medewerker van de bank en/of politie langs zou komen om de bankpas(en) en/of creditcard(s) en/of het contante geld
en/of sieraden en/of schilderij(en) en/of andere waardevolle voorwerpen op te halen, teneinde deze veilig in een kluis te leggen, en/of voornoemde perso(o)n(en) te vragen de
pincode (na een of meerdere piepjes) in te spreken en/of (vervolgens)
- bij de woning van voornoemde perso(o)n(en) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of politie en/of daar om afgifte van voornoemde
bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of tablet(s) en/of het contante geld en/of sieraden en/of andere waardevolle voorwerpen te vragen,
waarna voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of
tablet(s) en/of laptop(s) en/of diverse sieraden en/of schilderij(en) en/of andere waardevolle voorwerpen en/of de voornoemde (inlog)gegevens waardoor bovengenoemde perso(o)n(en) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 3primair:zij in of omstreeks de periode van 28 november 2022 tot en met 16 maart 2023 te [plaats 5] , [plaats 1] , Naarden, Deventer, Gronsveld, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meer geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die
rekeninghouder(s), van de ABN AMRO bank en/of Rabobank en/of de Regiobank, te weten
1. [naam 24] (zaak 1) (1300 euro en een schilderij, klok en sieraden) en/of
2. [naam 6] (zaak 14) (3450 euro en sieraden) en/of
3. [naam 28] (zaak 19) (4000 euro en sieraden) en/of
4. [naam 29] (zaak 20) (1100 euro en sieraden en postzegels) en/of
en/of een ander of anderen dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), waarbij zij, verdachte en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), en/of een ander of anderen dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), waarbij
zij, verdachte en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s),
- door onder valse voorwendselen en/of zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas(sen) van bovengenoemde perso(o)n(en) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s), en/of
- door (vervolgens) geldopnames te doen en/of betalingen te verrichten,
in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
subsidiair: zij in de periode van 28 november 2022 tot en met 16 maart 2023 te [plaats 5] , [plaats 1] , Naarden, Deventer, Gronsveld, althans in Nederland,
- een schilderij en/of een klok en/of sieraden toebehorende aan [naam 24] en/of
- sieraden toebehorende aan [naam 6] en/of
- sieraden toebehorende aan [naam 28] en/of
- sieraden en/of postzegels toebehorende aan [naam 29] ,
althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 4zij in of omstreeks de periode van 07 september 2022 tot en met 16 maart 2023 te [plaats 5] , [plaats 1] , [plaats 2] , Amersfoort, [plaats 4] , Zwolle, Bilthoven, Naarden,
Blaricum, Deventer, Gronsveld, Driebergen-Rijsenburg, Laren, Gouda, althans in Nederland, één of meer voorwerp(en), te weten meerdere dan wel enig (groot) geldbedrag (van in
ieder geval 42.318,20 euro), en/of waardevolle goederen, (telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie
de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden
had, terwijl zij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf
en/of(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten meerdere dan wel enig (groot) geldbedrag (van in ieder geval 42.318,20 euro) en/of waardevolle goederen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl zij wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal deel 1 t/m 7 en het aanvullend proces-verbaal van 15 juni 2023, 22 juni 2023, 21 november 2023, 30 november 2023, genummerd 20230202.0956.10514, 20231706.1825.10514, 20230810.1359, 20230627.0817, 2022.358.962 en 20231001.0946, opgemaakt door Districtsrecherche Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 2375. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 1067 tot en met 1070.
3.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14, 15, en 16 oktober 2024, zoals weergegeven in het proces-verbaal ter terechtzitting.
4.Pagina 1143.
5.Pagina 1145.
6.Pagina 1158.
7.Pagina 1160.
8.Pagina 1408.
9.Pagina 1501.
10.Pagina 236.
11.Pagina 1408.
12.Pagina 1792.
13.Pagina 2270.
14.Pagina 2273.
15.Pagina 1021.
16.Pagina 471.
17.Pagina 472.
18.Pagina 1154.
19.Pagina 1223.
20.Pagina 1232.
21.Pagina 1813.
22.Pagina 479.
23.Pagina 483 en 484.
24.Pagina 2274.
25.Pagina 522 t/m 525.
26.Pagina 537.
27.Pagina 1154.
28.Pagina 1224.
29.Pagina 1232.
30.Pagina 1818.
31.Pagina 1818.
32.Pagina 1815.
33.Pagina 1175.
34.Pagina 539.
35.Pagina 544 en pagina 802.
36.Pagina 2277.
37.Pagina 751 t/m 758.
38.Pagina 758.
39.Pagina 1150.
40.Pagina 2337.
41.Pagina 1833 en pagina 1909.
42.Pagina 1024.
43.Pagina 761.
44.Pagina 764.
45.Pagina 1024.
46.Pagina 1434.
47.Pagina 2026 en 2027.
48.Pagina 2030.
49.Pagina 1909.
50.Pagina 1874.
51.Pagina 1875.
52.Pagina 1876.
53.Pagina 1602 t/m 1605.
54.Pagina 1153.
55.Pagina 1879.
56.Pagina 1881.
57.Pagina 1877.
58.Pagina 1877.
59.Pagina 2106.
60.Pagina 1878.
61.Pagina 1879.
62.Pagina 1879 en 1880.
63.Pagina 2183 t/m 2187.
64.Pagina 1190.
65.Pagina 1887.
66.Pagina 2195 en 2196.
67.Pagina 1150.
68.Pagina 1191.
69.Pagina 1233.
70.Pagina 1888.
71.Pagina 412.
72.Een schriftelijk bescheid, inhoudende een proces-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door de rechter-commissaris van deze rechtbank van 11 april 2024.
73.Pagina 1101.
74.Pagina 1110.
75.Pagina 1144.
76.Pagina 1149.
77.Pagina 1086.
78.Pagina 812 t/m 822.
79.Pagina 1244.
80.Pagina 1239.
81.Pagina 1241, 1244.
82.Pagina 1196.
83.Pagina 1196.
84.Pagina 956, 957.
85.Pagina 1249, 1251.
86.Pagina 1254.
87.Pagina 968.
88.Pagina 1264, pagina 1266, pagina 1274 en pagina 1282.
89.Pagina 1208.
90.Pagina 1541.
91.Pagina 1059 en 1060.