Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiseres sub 1] B.V.,
2.
[eiser sub 2],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, staat de vraag centraal of ASR SCHADEVERZEKERING N.V. dekking moet verlenen voor schade na een eenzijdig verkeersongeval waarbij [eiser sub 2] betrokken was. Het ongeval vond plaats op 25 januari 2021, waarbij [eiser sub 2] met een auto van zijn garagebedrijf tegen meerdere bomen botste. ASR weigerde dekking, stellende dat [eiser sub 2] roekeloos had gereden en onjuiste verklaringen had afgelegd over zijn snelheid. De rechtbank heeft een deskundigenonderzoek bevolen, waaruit bleek dat [eiser sub 2] inderdaad roekeloos had gereden met een snelheid van ten minste 150 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid 60 kilometer per uur was. Hierdoor werden de vorderingen van [eiser sub 2] in conventie afgewezen, behalve de vordering tot beperking van de registratie van zijn persoonsgegevens in het Externe Verwijzingsregister (EVR). De rechtbank oordeelde dat de registratie voor een periode van 7 tot 8 jaar niet proportioneel was en bepaalde dat ASR de registratie per 1 januari 2025 moest verwijderen. In reconventie werd ASR in het gelijk gesteld en werd [eiser sub 2] veroordeeld tot betaling van expertise- en onderzoekskosten aan ASR. De proceskosten werden ook aan [eiser sub 2] opgelegd, aangezien hij grotendeels in het ongelijk was gesteld.