Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: [verdachte] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
feit 4)
feit 5)
feit 6)
feit 7)
feit 8)
op 24 februari 2023 in Almere samen met anderen de telefoon van [benadeelde 4] heeft gestolen.
feit 9)
feit 10)
feit 11)
feit 12)
feit 13)
feit 14)
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] van 20 januari 2023, genummerd PL2000-2023017381-2, opgemaakt door de politie opgemaakt door de politie Eenheid Zeeland- West-Brabant
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] van 20 maart 2023, genummerd PL0900-2023089501-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] van 20 maart 2023, genummerd PL0900-2023089501-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] van 18 februari 2023, genummerd PL0100-2023044566-2, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Nederland
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] van 18 februari 2023, genummerd PL0100-2023044566-2, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Nederland
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] van 24 februari 2023, genummerd PL0900-2023060325-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] ) van 7 augustus 2023, genummerd PL1700-2023249392-6, opgemaakt door de politie Eenheid Rotterdam
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] van 7 augustus 2023, genummerd PL1700-2023249392-5, opgemaakt door de politie Eenheid Rotterdam
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] [woonplaats] ) van 7 augustus 2023, genummerd PL1700-2023249392-6, opgemaakt door de politie Eenheid Rotterdam
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [woonplaats] ) van 21 september 2023, genummerd PL1700-2023303693-5, opgemaakt door de politie Eenheid Rotterdam
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] van 21 september 2023, genummerd PL1700-2023303693-2, opgemaakt door de politie Eenheid Rotterdam
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [woonplaats] ) van 21 september 2023, genummerd PL1700-2023303693-5, opgemaakt door de politie Eenheid Rotterdam
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
uittreksel justitiële documentatiebetreffende [verdachte] van 12 juli 2024, waaruit blijkt dat [verdachte] eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten die zien op bankpasfraude en diefstal.
psychiatrisch rapportvan 23 september 2024, opgemaakt door drs. F.M.J. Bruggeman, psychiater, en een aanvullend
psychologisch rapportvan 13 september 2024, opgemaakt door drs. E.F. de Witt, GZ-psycholoog. Er is sprake van overeenstemming tussen de psychiater en de psycholoog.
rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) van 13 november 2024, opgesteld door E. Sengul, raadsonderzoeker.
rapportage van Samen Veilig Midden-Nederland(hierna: SAVE) van 14 november 2024, opgesteld door S. Messabel, medewerker SAVE.
.
9.BENADEELDE PARTIJEN
[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3]als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert voor ieder van hen een bedrag van € 5.500,-. Dit bedrag bestaat uit € 5.000,- immateriële schade en € 500,- nader te onderbouwen schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 12, 13 en 14 ten laste gelegde feit.
[minderjarige 4]als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.500,-. Dit bedrag bestaat uit € 3.000,- immateriële schade en € 500,- nader te onderbouwen schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 12, 13 en 14 ten laste gelegde feit.
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
jeugddetentievan
149 dagen;
maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van drie jaren;
nietzal worden
ten uitvoer gelegd,
tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 450,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling.
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 318,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Coöperatieve Rabobank U.A. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [slachtoffer 4] wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 4.466,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling.
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [minderjarige 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [minderjarige 1] wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [minderjarige 1] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [minderjarige 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [minderjarige 2] wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [minderjarige 2] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [minderjarige 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [minderjarige 3] wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [minderjarige 3] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [minderjarige 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [minderjarige 4] wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [minderjarige 4] aan de Staat € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten, niet worden aangevuld met gijzeling.