Uitspraak
1.[gedaagde sub 1 (V.O.F.)] ,
2.
[gedaagde sub 2] , PRO SE EN IN ZIJN HOEDANIGHEID VAN VENNOOT,
3.
[gedaagde sub 3] , PRO SE EN IN HAAR HOEDANIGHEID VAN VENNOOT,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan over een huurovereenkomst tussen een Franse rechtspersoon en een vennootschap onder firma (V.O.F.) in Nederland. De eiseres, een rechtspersoon naar Frans recht, heeft de V.O.F. aangeklaagd wegens het niet betalen van huur en het niet storten van een waarborgsom. De huurovereenkomst, die op 15 augustus 2022 inging, had betrekking op bedrijfsruimte die door de V.O.F. werd gehuurd. De V.O.F. heeft sinds de ingangsdatum geen huur betaald en heeft het gehuurde zonder toestemming in gebruik gegeven aan een andere vennootschap. De eiseres vorderde betaling van de achterstallige huur, de waarborgsom, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2024 was de V.O.F. niet aanwezig, ondanks dat zij deugdelijk was opgeroepen. De kantonrechter heeft de eiseres in het gelijk gesteld en de vorderingen toegewezen. De V.O.F. moet de huurachterstand en de waarborgsom betalen, en de huurovereenkomst wordt ontbonden. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de V.O.F. contractuele boetes en incassokosten verschuldigd is, en dat zij de schade moet vergoeden die de eiseres lijdt door de ontbinding van de huurovereenkomst.
De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat de V.O.F. hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden, en dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is. De vordering tot ontruiming van het gehuurde is toegewezen met een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar deze zijn gematigd tot het wettelijke tarief. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson op 27 november 2024.