ECLI:NL:RBMNE:2024:6590
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, woonachtig in Curaçao, en de Dienst/Toeslagen. Eiseres had beroep aangetekend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter besloten om de zaak niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet had betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig werd geacht.
De rechtbank heeft eiseres op 27 september 2024 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht binnen twee weken. Deze brief is op 14 oktober 2024 afgehaald, maar eiseres heeft geen bewijs geleverd dat het griffierecht tijdig is betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet of niet tijdig is ontvangen en dat eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor deze situatie.
Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, en de beslissing is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.