ECLI:NL:RBMNE:2024:6586
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 15 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Bozia, en de Dienst Toeslagen, verweerder. Eiser had beroep ingesteld omdat hij meende dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 8 oktober 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief is op 10 oktober 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.