In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de Dienst Toeslagen niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar heeft verzuimd het vereiste griffierecht van € 51,- te betalen. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het betalen van griffierecht een voorwaarde is voor de ontvankelijkheid van een beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiseres op 8 oktober 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief is op 10 oktober 2024 bezorgd, maar eiseres heeft het griffierecht niet betaald en geen geldige reden opgegeven voor deze verzuim. De rechtbank heeft daarom besloten dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld, conform artikel 8:54 Awb.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig betalen van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures en de consequenties van het niet voldoen aan deze verplichting. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegekend, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.