In deze zaak heeft eiser, een inwoner van [woonplaats], beroep ingesteld tegen de minister van Klimaat en Groene Groei omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Het verzoek werd op 13 februari 2024 ingediend, maar de minister heeft pas op 25 september 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank Midden-Nederland, die de zaak van de rechtbank Den Haag heeft overgenomen, heeft vastgesteld dat de minister de wettelijke beslistermijn heeft overschreden. Eiser heeft de minister op 1 mei 2024 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank heeft besloten dat de minister alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de minister veroordeeld om het griffierecht van € 187,- aan eiser te betalen. De uitspraak is gedaan op 12 november 2024 en is openbaar uitgesproken.