In deze zaak heeft eiseres op 24 juni 2024 beroep ingesteld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. Het bezwaar, dat op 31 maart 2023 door verweerder is ontvangen, betreft een besluit van 24 maart 2023 over de wijziging van de WIA-uitkering van eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres verweerder op 21 maart 2024 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen acht weken na de uitspraak een beslissing moet nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, en het griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 15 november 2024.