ECLI:NL:RBMNE:2024:6551
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaald griffierecht en ontbrekende processtukken
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 oktober 2024, wordt het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had op 12 maart 2024 beroep ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, maar heeft verzuimd het vereiste griffierecht van € 51,- te betalen. De rechtbank heeft eiser op 12 juli 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 17 juli 2024 voor ontvangst getekend, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank.
Daarnaast heeft eiser het beroepschrift niet persoonlijk ondertekend en geen kopie van het besluit waartegen hij in beroep ging overgelegd. Ook zijn de beroepsgronden niet ingediend. De rechtbank heeft eiser op 3 september 2024 een tweede aangetekende brief gestuurd, waarin hij de gelegenheid kreeg om deze gebreken voor 1 oktober 2024 te herstellen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank kan het beroep niet inhoudelijk behandelen, omdat de noodzakelijke processtukken ontbreken en het griffierecht niet is betaald. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze beslissing.