ECLI:NL:RBMNE:2024:6531

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
UTR 24/2806
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken procesbelang in bestuursrechtelijke zaak

Op 29 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiseres had op 6 maart 2024 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder, die op 21 februari 2024 was genomen. Verweerder heeft op 30 juli 2024 aan eiseres medegedeeld dat de naheffingsaanslag, waartegen beroep was ingesteld, niet langer zal worden gehandhaafd en uit coulance zal worden vernietigd.

De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat verweerder volledig tegemoet was gekomen aan de bezwaargronden van eiseres, waardoor het geschil tussen hen was opgeheven. Aangezien er geen procesbelang meer bestond bij de vernietiging van het bestreden besluit, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2806

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2024] in de zaak tussen

[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder,
(gemachtigde: mr. W.G. Vos).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld op 6 maart 2024 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 21 februari 2024.
Verweerder heeft op 30 juli 2024 aan eiseres medegedeeld dat zij de naheffingsaanslag waartegen beroep was ingesteld niet langer zal handhaven en uit coulance zal vernietigen.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Bij brief van 30 juli 2024 heeft verweerder aan eiseres medegedeeld dat zij tegemoetkomt aan de bezwaargronden van eiseres en de naheffingsaanslag niet meer zal handhaven en zal vernietigen.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder volledig aan eiseres haar bezwaar tegemoet is gekomen. Het geschil tussen eiseres en verweerder houdt daardoor op te bestaan. Aangezien niet is gebleken van enig belang bij vernietiging van het bestreden besluit, moet het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
5. Omdat verweerder aan het beroep is tegemoetgekomen, ziet de rechtbank aanleiding te bepalen dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- aan haar vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiseres heeft betaald moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2024.
(De griffier is verhinderd de uitspraak
mede te ondertekenen).
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.