ECLI:NL:RBMNE:2024:6530

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
UTR 24/3756
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken procesbelang in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 29 november 2024, heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Het beroep werd ingediend op 23 mei 2024, tegen een beslissing die op 26 april 2024 was genomen. De verweerder heeft op 30 juli 2024 aan eiser medegedeeld dat de naheffingsaanslag, waartegen het beroep was ingesteld, niet langer zal worden gehandhaafd en uit coulance zal worden vernietigd.

De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. De rechtbank overweegt dat verweerder volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaargronden van eiser, waardoor het geschil tussen partijen is opgeheven. Aangezien er geen procesbelang meer bestaat bij de vernietiging van het bestreden besluit, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten, maar de rechtbank heeft wel bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- moet vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 november 2024. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/3756

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2024 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder,
(gemachtigde: mr. W.G. Vos).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld op 23 mei 2024 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 26 april 2024.
Verweerder heeft op 30 juli 2024 aan eiser medegedeeld dat zij de naheffingsaanslag waartegen beroep was ingesteld niet langer zal handhaven en uit coulance zal vernietigen.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Bij brief van 30 juli 2024 heeft verweerder aan eiser medegedeeld dat zij tegemoetkomt aan de bezwaargronden van eiser en de naheffingsaanslag niet meer zal handhaven en zal vernietigen.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder volledig aan eiser haar bezwaar tegemoet is gekomen. Het geschil tussen eiser en verweerder houdt daardoor op te bestaan. Aangezien niet is gebleken van enig belang bij vernietiging van het bestreden besluit, moet het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
5. Omdat verweerder aan het beroep is tegemoetgekomen, ziet de rechtbank aanleiding te bepalen dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- aan hem vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiser heeft betaald moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2024.
(De griffier is verhinderd de uitspraak
mede te ondertekenen).
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.