Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
19 augustus 2024 (pro forma-zitting) en 14 november 2024 (inhoudelijke behandeling).
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
06:51:10 uur. Het slachtoffer stapt van de schrobmachine af.
06:51:13 uur. Zowel de verdachte als het slachtoffer nemen een gevechtshouding aan.
06.51:13 uur. Er ontstaat een worsteling tussen de verdachte en het slachtoffer. 06:51:14 uur. De getuige stapt tussen beide. Het slachtoffer draait en loopt richting de gang.
06:51:15 uur. Verdachte rent achter het slachtoffer aan de getuige staat er tussenin en probeert de verdachte tegen te houden.
06:51:16 uur. Het slachtoffer pakt een voorwerp of voorwerpen van een kar.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
- [benadeelde 1] , de echtgenote van [slachtoffer] . Zij vordert een bedrag van
- [benadeelde 2] , de minderjarige zoon van [slachtoffer] . Hij vordert een bedrag van € 54.208,00. Dit bedrag bestaat uit € 4.208,00 aan gederfd levensonderhoud (materiële schade), € 30.000,00 aan immateriële schade en € 20.000,00 aan immateriële schade als affectieschade.
- [benadeelde 3] , de minderjarige zoon van [slachtoffer] . Hij vordert een bedrag van
- [benadeelde 4] , de minderjarige zoon van [slachtoffer] . Hij vordert een bedrag van
- [benadeelde 5] , de minderjarige zoon van [slachtoffer] . Hij vordert een bedrag van
de benadeeldein artikel 6:106 aanhef en onder b, betreft namelijk degene die
zelfis getroffen door de onrechtmatige daad, dat is in dit geval [slachtoffer] . De grenzen van dit stelsel zijn in de rechtspraak bevestigd en het stelsel wordt alleen doorbroken in het zeer bijzondere geval dat de aansprakelijke het oogmerk had om de derde te kwetsen door zijn / haar naaste te schaden.
- de aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed;
- de wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was;
- de aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.
- [benadeelde 1] een schadevergoeding betalen van € 20.000,00 aan immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- [benadeelde 2] een schadevergoeding betalen van € 20.000,00 aan immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- [benadeelde 3] een schadevergoeding betalen van € 20.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- [benadeelde 4] een schadevergoeding betalen van € 20.000,00 aan immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- [benadeelde 5] een schadevergoeding betalen van € 20.000,00 aan immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
gevangenisstrafvoor de duur van
12 jaren;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 20.000,00;
- verklaart [benadeelde 1] voor wat betreft de overige gevorderde schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 20.000,00;
- verklaart [benadeelde 2] voor wat betreft het gevorderde gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] voor wat betreft het meer gevorderde (immateriële schade) af;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een BEM-clausule;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 20.000,00;
- verklaart [benadeelde 3] voor wat betreft het gevorderde gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde (immateriële schade) af;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een BEM-clausule;
- wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van € 20.000,-;
- verklaart [benadeelde 4] voor wat betreft het gevorderde gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [benadeelde 4] voor wat betreft het meer gevorderde (immateriële schade) af;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een BEM-clausule;
- wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 20.000,00;
- verklaart [benadeelde 5] voor wat betreft het gevorderde gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [benadeelde 5] voor wat betreft het meer gevorderde (immateriële schade) af;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een BEM-clausule;