ECLI:NL:RBMNE:2024:6471

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
24/3065
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en gebrek aan informatie

In deze zaak heeft City Marketing Lelystad, gevestigd te Lelystad, op 13 maart 2024 beroep ingesteld tegen een besluit op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, dat op 1 februari 2024 was genomen. De rechtbank heeft op 10 september 2024 een verweerschrift ontvangen van de verweerder. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet heeft betaald, wat een vereiste is voor de inhoudelijke behandeling van het beroep. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die in beroep gaat griffierecht te betalen, in dit geval € 371,-. De rechtbank heeft eiseres op 26 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 30 mei 2024 voor ontvangst getekend. Echter, het griffierecht is te laat ontvangen en eiseres heeft geen geldige reden opgegeven voor deze vertraging.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres geen kopie van de statuten en geen uittreksel uit het handelsregister heeft ingediend, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank. De laatste aangetekende brief waarin eiseres werd verzocht om deze informatie is op 14 juni 2024 voor ontvangst getekend, met de deadline om de gevraagde informatie uiterlijk op 11 juli 2024 te verstrekken. Eiseres heeft hierop niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, en is openbaar uitgesproken op 19 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/3065

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2024 in de zaak tussen

City Marketing Lelystad, gevestigd te Lelystad, eiseres,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, verweerder,
(gemachtigde: S.T.I. Vonk).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 13 maart 2024 tegen het besluit op bezwaar van verweerder van 1 februari 2024.
Verweerder heeft op 10 september 2024 een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 371,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 26 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is volgens de track en trace bezorgd waarbij voor ontvangst is getekend op 30 mei 2024.
5. De rechtbank heeft het bedrag te laat ontvangen. Eiseres heeft daar geen reden voor gegeven.
6. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres geen kopie van de statuten en geen uittreksel uit het handelsregister heeft toegezonden. De rechtbank heeft eiseres eerst per gewone post van 26 april 2024 en vervolgens bij aangetekende brief van 13 juni 2024 gevraagd om toezending van de gegevens, waarbij eiseres is gewezen op de niet-ontvankelijk verklaring indien zij niet aan het gevraagde zal voldoen. Deze laatste brief is volgens de track en trace bezorgd en voor ontvangst getekend op 14 juni 2024. In voornoemde aangetekende brief is aangegeven dat eiseres voornoemde informatie uiterlijk 11 juli 2024 toe diende te zenden aan de rechtbank. Eiseres heeft niet gereageerd op de brief.
7. Het beroep zal derhalve niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. m. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van A.C. van de Biesebos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 november 2024.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.