ECLI:NL:RBMNE:2024:6470
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van CIZ-adviezen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de afwijzing van een aanvraag voor dubbele kinderbijslag. De eiser had een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag voor zijn zoon, die lijdt aan de ziekte van Crohn. De SVB had de aanvraag afgewezen op basis van adviezen van het CIZ, waarin de zorgscore voor de minderjarige op 0 punten was vastgesteld. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 18 april 2024 was alleen de gemachtigde van de SVB aanwezig, terwijl eiser niet was verschenen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden om een nieuw medisch advies van het CIZ af te wachten, maar dit advies leidde niet tot een andere conclusie. De rechtbank oordeelde dat er geen concrete aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de zorgvuldige totstandkoming van het CIZ-advies. Eiser heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd die de conclusies van het CIZ zou kunnen weerleggen. De rechtbank concludeerde dat de SVB zich terecht op de adviezen van het CIZ heeft gebaseerd en dat de aanvraag voor dubbele kinderbijslag op goede gronden is afgewezen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en hij kreeg zijn griffierecht niet terug.