Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit ' [woonplaats] , eiseres
[derde belanghebbende]uit ’ [woonplaats] , vergunninghouder.
Inleiding
Vergunninghouder is eigenaar van het perceel en houdt daar een fruitboomgaard. Hij wil dat het peil in de sloten om het perceel heen worden verlaagd. Daartoe heeft hij een aanvraag tot partiële herziening van het peilbesluit ingediend bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, die is afgewezen. [1] Een belangrijke afweging voor het afwijzen was het belang van het archeologische monument ter plaatse: de vrees voor schade aan het monument, te weten de archeologische resten van het kasteel in de grond. Het hoogheemraadschap baseerde zich bij dit besluit op een advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Vergunninghouder heeft in antwoord daarop bij de Staatssecretaris het verzoek ingediend voor deze monumentenvergunning. [2] De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op basis van een nieuw advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op 27 februari 2024 de vergunning verleend.
Omvang van het geding
Toetsingskader
het verboden is zonder of in afwijking van een vergunning een beschermd archeologisch monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Het uitgangspunt bij de beoordeling van een aanvraag voor zo’n monumentenvergunning is steeds het behoud van de archeologische waarden van het monument waarvoor de aanvraag is ingediend. De handeling of de werkzaamheden waarvoor vergunninghouder een vergunning heeft aangevraagd wordt daartoe door de staatssecretaris op grond van artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988 op vier verschillende criteria beoordeeld. Deze criteria en de condities waaronder een vergunning wordt verleend of geweigerd vormen het beoordelingskader voor vergunningaanvragen. Dit toetsingskader vloeit voort uit de Beleidsnotitie Behandelen Vergunningaanvragen Archeologische Monumenten, waarbij de volgende criteria als een stappenplan worden doorlopen:
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie
Beslissing
mr.T. Mennen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 oktober 2024.