Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[eiser],
[gedaagde],
1.De procedure
- de akte na deskundigenbericht van [eiser] ;
- de akte na deskundigenbericht van [gedaagde] ;
- het e-mailbericht van 28 augustus 2024 van de advocaat van [gedaagde] ;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 20 november 2024, gaat het om een geschil tussen buren over de afvoer van water als gevolg van bestrating op het erf van de gedaagde. De eiser, wonende in [woonplaats], heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, eveneens wonende in [woonplaats], omdat de bestrating van de gedaagde op afschot is aangelegd richting het erf van de eiser. Dit heeft geleid tot waterafvoer op het erf van de eiser, wat in strijd is met artikel 5:52 BW, dat bepaalt dat een eigenaar van een erf verplicht is om te zorgen dat water niet op een ander erf afloopt. De rechtbank heeft een deskundige benoemd om de situatie ter plaatse te onderzoeken en heeft op basis van het deskundigenbericht geoordeeld dat de bestrating inderdaad onrechtmatig is aangelegd. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om binnen tien weken na betekening van het vonnis adequate maatregelen te nemen om de waterafvoer te voorkomen. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de kosten van het deskundigenonderzoek en de proceskosten aan de eiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde niet kan volhouden dat er geen onrechtmatige situatie is, ook al heeft de eiser momenteel geen schade of overlast ondervonden. Het belang van de eiser om toekomstige schade te voorkomen is voldoende aangetoond.