In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 november 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure over een ongeval op een tweestrooksrotonde. De eiseres, een B.V., vorderde schadevergoeding van de gedaagden, een automobilist en zijn verzekeraar, na een aanrijding die plaatsvond op 4 november 2022. De eiseres stelde dat de gedaagden aansprakelijk waren voor de schade die was ontstaan door het ongeval, en vorderde een verklaring voor recht dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren, alsook een schadevergoeding van € 4.821,81, vermeerderd met rente en kosten.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden aansprakelijk waren, maar dat de eiseres ook een eigen schuld had van 20% in de zaak. De rechter concludeerde dat de automobilist, gedaagde 1, niet rechtdoor reed op de rotonde zoals de pijlen op het wegdek aangaven, wat leidde tot de aanrijding. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres toe, waarbij 80% van de schade voor rekening van de gedaagden kwam en 20% voor rekening van de eiseres. De totale schadevergoeding die de gedaagden moesten betalen, inclusief buitengerechtelijke kosten en proceskosten, werd vastgesteld op € 3.857,45, met wettelijke rente vanaf de datum van het ongeval.
De rechter benadrukte dat de verkeerssituatie op de rotonde duidelijk was en dat de gedaagde automobilist een verkeersfout had gemaakt door niet de juiste rijrichting te volgen. De kantonrechter wees ook op de eigen schuld van de eiseres, omdat de leaserijder niet de voorrangsregels had nageleefd bij het verlaten van de rotonde. De uitspraak bevatte ook bepalingen over de proceskosten en de wettelijke rente over de toegewezen bedragen.