ECLI:NL:RBMNE:2024:6403

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
UTR 24/6062
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor padelbanen op Sportpark De Heul in Loenen aan de Vecht

Op 26 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak betreffende een omgevingsvergunning voor de aanleg van vier padelbanen op Sportpark De Heul in Loenen aan de Vecht. De gemeente Stichtse Vecht had deze vergunning verleend, maar omwonenden maakten zich zorgen over mogelijke overlast door geluid, licht en parkeeroverlast, evenals de impact op het landschap. De rechter oordeelde dat de omwonenden geen gelijk kregen, aangezien zij op meer dan 380 meter afstand van de geplande padelbanen wonen. De gemeente had voldoende bewijs geleverd dat er geen sprake zou zijn van onevenredige hinder en dat het parkeerterrein voldoende ruimte biedt voor extra parkeerplaatsen. Bovendien zou de aanleg van de padelbanen geen negatieve invloed hebben op de landschapswaarden, omdat deze in de plaats komen van een bestaand hockeyveld en er geen uitbreiding van het sportpark plaatsvindt. De bestaande groenvoorzieningen blijven behouden.

De uitspraak volgde op een verzoek om een voorlopige voorziening, dat samen met een beroep tegen de vergunning op 12 november 2024 werd behandeld. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep van de verzoeker ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/6062

uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 november 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, verweerder
(gemachtigde: mr. S. Ralovic),
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
tennisvereniging LTC Loenen en de Loenense Mixed Hockeyclub, Loenen aan de Vecht (vergunninghouder).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen in verband met de omgevingsvergunning die het college met het besluit van 15 mei 2024 aan vergunninghouder heeft verleend voor het realiseren van 4 padelbanen op sportpark De Heul aan de [adres] in Loenen aan de Vecht.
2. Verzoeker heeft tegen dit besluit, samen met een grote groep buurtbewoners, beroep ingesteld (geregistreerd onder zaaknummer UTR 24/4303). Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
3. Het verzoek om voorlopige voorziening is (tegelijk met het beroep) op 12 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, bijgestaan door zijn echtgenote [A] en [B] , de gemachtigde van het college, bijgestaan door [C] (geluid- en hinderpecialist bij de Omgevingsdienst regio Utrecht (Odru)) en de gemachtigde van vergunninghouder, bijgestaan door [D] .

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep van verzoeker is ongegrond verklaard. Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat daarom geen aanleiding. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. G.M.T.M. Sips, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 november 2024.
De griffier is verhinderd
deze uitspraak te tekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.