ECLI:NL:RBMNE:2024:6392
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van consumentenrechtelijke aspecten van kredietovereenkomsten in het kader van 'buy now pay later'
In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, staat de vraag centraal of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van een vordering van de rechtspersoon Alektum Capital II AG tegen een gedaagde die niet is verschenen. De gedaagde had goederen gekocht via een webwinkel en gekozen voor een betaalmethode waarbij betaling achteraf aan Klarna Bank AB plaatsvond. De eisende partij vordert de koopprijs vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, nadat de vordering op de gedaagde was verkocht aan Alektum Capital II AG.
De kantonrechter overweegt dat de gedaagde in Nederland woont en als consument wordt aangemerkt, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. De zaak betreft een kredietovereenkomst die onder de consumentenbeschermende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek valt. De kantonrechter wijst op de relevante artikelen van het BW en de Wet op het financieel toezicht, die bescherming bieden aan consumenten bij kredietovereenkomsten.
De kantonrechter stelt vast dat de kosten die in rekening zijn gebracht, zoals rente en buitengerechtelijke kosten, mogelijk deel uitmaken van het verdienmodel van de kredietverstrekker. Dit kan gevolgen hebben voor de toepassing van consumentenbescherming. De eisende partij wordt in de gelegenheid gesteld om bewijsstukken te overleggen die uitsluitsel geven over de aard van deze kosten. De kantonrechter houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rol van 18 december 2024 voor het nemen van een akte door de eisende partij.