Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
verweerder tegen het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde mr. M.J. Klok
1.de naamloze vennootschap[verweerster sub 1] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[verweerster sub 2] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,verweerders,verzoekers van het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek,
1.Het verloop van de procedure
productie 4 een USB stick is met een video-opname van het ongeval,
- het verweerschrift, tevens voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek van [verweerster sub 1] c.s.,
- de pleitnotities van mr. Klok en
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
wat vindt [verweerster sub 1] c.s.?
[B] mocht gebruiken en aldaar eten en drinken had laten bezorgen. Niet gebleken is dat er tijdens het feest in de avond en nacht enig ander toezicht aanwezig was op het drankgebruik dan mogelijk door [verweerster sub 2] .
[B] heeft in die zin zich van die taak gekweten door op enig moment een tweetal jonge personeelsleden te verzoeken naar huis te gaan. Van enig ander toezicht, bijvoorbeeld op het (aankondigen van) het einde van het feest, op het gebruik van de vrij te pakken drank na middernacht en op het risico vanwege de nabij gelegen kademuur, is niet gebleken. [verweerster sub 2] heeft bevestigd dat rond middernacht ‘niet iedereen meer nuchter’ was. [B] had als bestuurder en leidinggevende een voorbeeldfunctie en had in de gegeven situatie toezicht moeten houden en aldus verantwoordelijkheid moeten tonen. Hoewel hij met zijn actie, zoals hij ter zitting heeft verklaard ‘niets kwaads van zin had’ blijkt daaruit dat [verweerster sub 2] niet het toezicht heeft gehouden dat redelijkerwijs nodig was om te voorkomen dat [verzoeker] het ongeval overkwam.
wat betekent dit voor de verzoeken van [verzoeker] ?