ECLI:NL:RBMNE:2024:6361

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
19 november 2024
Zaaknummer
16.338055.22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van wapens, munitie en harddrugs met verwerping van rechtsdwaling

Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 27 december 2022 in Amersfoort en Leersum diverse wapens, munitie en harddrugs voorhanden had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van een gasrevolver, gaspistolen, knalpatronen, een stroomstootwapen, een dolkmes en verschillende hoeveelheden MDMA, amfetamine en cocaïne. De raadsman voerde aan dat er sprake was van verontschuldigbare rechtsdwaling, omdat de verdachte dacht dat hij de wapens legaal mocht bezitten. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de wapens en drugs in zijn woning en auto. De rechtbank legde een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met een proeftijd van 3 jaar, en daarnaast een taakstraf van 240 uur en een geldboete van 225 euro. Alle in beslag genomen voorwerpen werden onttrokken aan het verkeer. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de risico's die het ongecontroleerde bezit van wapens en drugs met zich meebrengt voor de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.338055.22
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 november 2024
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 november 2024. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. G.A. Hoppenbrouwers en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J. el Hannouche, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 27 december 2022 te Amersfoort / Leersum een gasrevolver, twee gaspistolen, twee schietbekers voor gaspistolen, 49 scherpe knalpatronen, 259 scherpe knalpatronen, 52 pyrotechnische patronen, een stroomstootwapen en een gasbusje met traangas voorhanden heeft gehad;
feit 2: op 27 december 2022 te Amersfoort / Leersum vier gasdrukpistolen en een stiletto voorhanden heeft gehad;
feit 3: op 27 december 2022 te Amersfoort een dolkmes voorhanden heeft gehad;
feit 4: op 27 december 2022 te Amersfoort / Leersum 3,9 gram MDMA, 31,70 gram amfetamine en/of 0,84 gram cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat de rechtbank de zaak inhoudelijk kan behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 tot en met feit 3 vrijspraak bepleit voor een deel van de wapens, te weten het stroomstootwapen, het busje met traangas en het dolkmes van het merk Fox. De raadsman stelt dat deze wapens aan de toenmalige vriendin van verdachte toebehoorden en dat verdachte daar geen wetenschap van of beschikkingsmacht over had. Tenslotte heeft de raadsman voor de verdenking van de overtreding van de Opiumwet (feit 4) vrijspraak bepleit, omdat ook hier geen sprake is geweest van wetenschap en beschikkingsmacht.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Bewijsmiddelen [1]
Wet Wapens en Munitie (feit 1, feit 2, feit 3)
Er is door verdachte ten aanzien van deze feiten een grotendeels bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank volstaat daarom met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen en zal daarna aan de onderdelen waarop verweer is gevoerd (te weten het stroomstootwapen, het busje met traangas en het dolkmes) een bewijsoverweging wijden.
  • bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 5 november 2024;
  • proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking van de auto van verdachte) d.d. 27 december 2022 (pagina 164 e.v.);
  • proces-verbaal van bevindingen (aantreffen wapens en munitie in de woning van verdachte) d.d. 27 december 2022 (pagina 77 e.v.);
  • proces-verbaal van bevindingen (kennisgevingen van inbeslagname van de aangetroffen wapens en munitie) d.d. 27 december 2022 (pagina 17 e.v.);
  • proces-verbaal van bevindingen (categorisering van de inbeslaggenomen wapens en munitie) d.d. 14 september 2023 (pagina 317 e.v.);
  • proces-verbaal van bevindingen (iPhone 8 verdachte [verdachte] ) d.d. 15 februari 2023 (pagina 227 e.v.).
Opiumwet (feit 4)
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 5 november 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Er lag inderdaad MDMA en cocaïne in mijn woning en auto, ik wist dat ook.
Proces-verbaal van bevindingen (aantreffen verdovende middelen in de woning van verdachte) d.d. 27 december 2022 (pagina 77 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 27 december 2022 hebben wij een doorzoeking gedaan aan de [adres 2] in [plaats] . Tijdens de doorzoeking werden de volgende goederen in beslag genomen:

Ruimte B (voorraadkast naast TV-kast)
1 x kluis (sealbagnummer: 92129850).
  • Ruimte C (salontafel)1 x ziplockbag met twee ponypacks met opdruk 'pep lijn [nummer] ' (sealbagnummer: 72212206)
  • Ruimte E (koelkast in de keuken, vriezervakje)1 x tupperware met 2 ziplockbags met wit poeder 5 gram (sealbagnummer: 72212198)
  • Ruimte H (voetenkrukje voor hoekbank)1 x folie met bruin poeder (sealbagnummer: 72212201).
  • Ruimte I (bijzettafel voor bank)1 x ziplockbag roze kristallen (vermoedelijk MDMA) (sealbagnummer: 72212211) [2]
Proces-verbaal van bevindingen (aantreffen verdovende middelen in de inbeslaggenomen kluis uit de woning van verdachte) d.d. 27 december 2022 (pagina 98), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Na opening van de inbeslaggenomen kluis werden de volgende goederen in beslag genomen:
  • 1 x doorzichtige sealbag met vermoedelijk twee brokjes MDMA, op de sealbag staat 1,3 (goednummer 3096149)
  • 1 x doorzichtige sealbag met vermoedelijk twee brokjes MDMA, op de sealbag staat 0.93 (goednummer 3096150)
  • 1 x doorzichtige sealbag met vermoedelijk twee brokjes MDMA, op de sealbag staat 1,10 (goednummer 3096151)
  • 1 x doorzichtige sealbag met een pil in een vorm van een Sphinx en roze vermoedelijk Christey poeder (goednummer 3096152).
Proces-verbaal van bevindingen (kennisgevingen van inbeslagname) d.d. 27 december 2022 (pagina 25 e.v. van PV VGL, los toegevoegd), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
 Goednummer: 3096150
Object: sealbag.
Bijzonderheden: inhoud 2 brokjes en op sealbag staat geschreven 0,93. [4]
 Goednummer: 3096149
Object: sealbag
Bijzonderheden: inhoud 2 brokjes en op sealbag staat geschreven 1,3. [5]
 Goednummer: 3096151
Object: sealbag
Bijzonderheden: inhoud 2 brokjes en op sealbag staat geschreven 1,10. [6]
 Goednummer: 3096152
Object: sealbag
Bijzonderheden: pil in een vorm van een sphinx.en roze kleurig poeder. [7]
 Goednummer: 3096122
Object: verdovende mid
Bijzonderheden: inhoud 2 ponypacks. [8]
Sealbagnummer: 72212206
 Goednummer: 3096107
Object: verdovende mid (overige)
Bijzonderheden: roze poeder, gevonden in tafeltje naast bank. [9]
Sealbagnummer: 72212211
 Goednummer: 3096127
Object: verdovende mid (amfetamine)
Bijzonderheden: in bakje in vriezer. [10]
Sealbagnummer: 72212198
Proces-verbaal van bevindingen (indicatieve test verdovende middelen) d.d. 29 december 2022 (pagina 104 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
 Goednummer: 3096152
SIN: AAPZ0850NL
Relatie met SIN:AAPW0174NL
Omschrijving: sealbag met geel tablet
Gewicht: 0,55 gram
Indicatieve test: positief voor MDMA. [11]
 Goednummer: 3096150
SIN: AAPZ0854NL
Relatie met SIN: AAPW0175NL
Omschrijving: gripzakjes met bruine brokjes/kristallen
Gewicht: 3,06 gram
Indicatieve test: positief voor MDMA. [12]
 Goednummer: 3096122
SIN: AAPZ0852NL
Relatie met SIN: AAPW0177NL, AAPW0176NL
Omschrijving: wikkels met opdruk “Harley Quinn" met wit poeder/pasta
Gewicht: 1,25 gram
Indicatieve test: positief voor amfetamine. [13]
 Goednummer: 3096107
SIN: AAPZ0849NL
Relatie met SIN: AAPW0179NL
Omschrijving: gripzakje met tekst "zij" met transparante/roze brokjes/kristallen
Gewicht: 0,29 gram
Indicatieve test: positief voor MDMA. [14]
 Goednummer: 3096127
SIN: AAPZ0855NL
Relatie met SIN: AAPW01811NL
Omschrijving: plastic doosje met groene deksel met gripzakje witte pasta
Gewicht: 30,45 gram
Indicatieve test: positief voor amfetamine. [15]
 Goednummer: 3096320
SIN: AAQD6872NL
Relatie met SIN: AAPW0180NL
Omschrijving: kleine brillenkoker met daarin een gripzakje wit poeder
Gewicht: 0,84 gram
Indicatieve test: positief voor cocaïne. [16]
Geschriften, te weten rapportages van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 29 december 2022 (pagina 112 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
 Kenmerk: AAPW0174NL
Omschrijving: tablet, geel, 0,55 gram
Conclusie: bevat MDMA. [17]
 Kenmerk: AAPW0175NL
Omschrijving: kristallen brokjes, bruin, 3,06 gram
Conclusie: bevat MDMA. [18]
 Kenmerk: AAPW0176NL
Omschrijving: poeder, wit, 0,31 gram
Conclusie: bevat amfetamine. [19]
 Kenmerk: AAPW0177NL
Omschrijving: pasta, wit, 0,94 gram
Conclusie: bevat amfetamine. [20]
 Kenmerk: AAPW0179NL
Omschrijving: kristallen/brokjes, transparant, 0,29 gram
Conclusie: bevat MDMA. [21]
 Kenmerk: AAPW0181NL
Omschrijving: pasta, wit, 30,45 gram
Conclusie: bevat amfetamine. [22]
 Kenmerk: AAPW0180NL
Omschrijving: poeder, wit, 0,84 gram
Conclusie: bevat cocaïne. [23]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.2.
Bewijsoverwegingen
Wet Wapens en Munitie
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van wapens en munitie in de zin van artikel 26 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie vereist is dat verdachte deze wapens of munitie bewust aanwezig heeft gehad. Die bewustheid hoeft zich niet uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. Daarnaast is nodig dat verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie heeft kunnen uitoefenen in de zin dat hij daarover heeft kunnen beschikken.
In dit geval stelt de rechtbank vast dat er in de auto en in de woning van verdachte een grote hoeveelheid wapens en munitie is aangetroffen. Dat het zijn eigen auto en zijn eigen woning betrof, maakt dat hij de feitelijke macht had over de daarin aangetroffen goederen waardoor voldaan is aan het vereiste van beschikkingsmacht. Gelet op de hoeveelheid aangetroffen wapens en munitie en de plaatsen waar deze zijn aangetroffen, kan het naar oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte deze wapens en munitie heeft gezien en zich bewust was van de aanwezigheid daarvan. Daarmee is ook voldaan aan de vereiste wetenschap.
De rechtbank is, anders dan de raadsman, van oordeel dat aan deze vereisten ook is voldaan ten aanzien van het stroomstootwapen, het busje pepperspray en het dolkmes. Zoals gezegd bevonden de diverse wapens en munitie zich door de hele woning van verdachte, waardoor het niet voor de hand ligt dat verdachte nu net van deze verboden goederen
nietop de hoogte was. Daarbij weegt de rechtbank mee dat een aantal van deze verdachte ‘onbekende’ zaken zijn aangetroffen op plaatsen waar ook goederen zijn aangetroffen waarover verdachte wél een bekennende verklaring afgelegd heeft: zo is het stroomstootwapen aangetroffen op hetzelfde TV-meubel als de 4 gasdrukpistolen. Uit chats tussen verdachte en zijn toenmalige vriendin die zich in het dossier bevinden blijkt bovendien dat verdachte op de hoogte was van de omstandigheid dat zijn vriendin over pepperspray beschikte.
Dat maakt dat de rechtbank het niet aannemelijk vindt dat verdachte geen idee had dat deze goederen daar lagen en verdachte dus verantwoordelijk houdt voor alle wapens en alle munitie die bij hem zijn aangetroffen.
Opiumwet
De rechtbank is van oordeel dat hetgeen hierboven is overwogen met betrekking tot de wetenschap en beschikkingsmacht over de aangetroffen wapens en munitie, ook geldt voor de verdovende middelen. Deze verdovende middelen zijn immers ook in de woning van verdachte aangetroffen (wat maakt dat hij er beschikkingsmacht over had) en er is door verdachte een bekennende verklaring afgelegd ten aanzien van de MDMA en de cocaïne (wat maakt dat hij daar ook wetenschap van had).
De rechtbank komt daarnaast echter ook tot een bewezenverklaring met betrekking tot de amfetamine in het vriesvak van de koelkast en in de salontafel. De koelkast stond in de keuken van de woning van verdachte en de verklaring van verdachte dat hij nooit het vriesvak openmaakte en überhaupt nooit in de keuken van zijn eigen woning kwam, vindt de rechtbank ongeloofwaardig. Hetzelfde geldt voor de amfetamine in de salontafel. Bovendien heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij wist dat zijn vriendin amfetamine gebruikte. Concluderend acht de rechtbank daarom ook het onder 4 ten laste gelegd feit wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
op 27 december 2022, te Amersfoort en Leersum ,
A. meer wapens van categorie III, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten
- een gasrevolver, merk Smith & Wesson, model Chiefs Special, kaliber 9mm RK (goednummer 3096401) en
- een gaspistool, merk Walther, model P22, kaliber 9mm P.A.K. (goednummer 3096408) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096410) en
- een gaspistool, merk Walther, model P88 Compact p88-8, kaliber 9mm P.A.K.
(goednummer 3096334) met bijbehorende patroonmagazijnen
(goednummers3096331 en 3096333) en/
- 2 schietbekers voor gaspistolen (goednummer 3096481) en
B. een hoeveelheid munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten
- 49 scherpe knalpatronen, kaliber 9mm RK, merk UMA(rex) (goednummers 3096405 en 3096485) en
- 259 scherpe knalpatronen, kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex) (goednummers3097099, 3097074, 3097079, 3096323, 3096325, 3096485, 3096494 en 3097080)
- 52 pyrotechnische patronen, kaliber 15mm (goednummers 3096511 en 3096481) en
C. een wapen van categorie II onder 5 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een stroomstootwapen (goednummer 3096437) en
D. een wapen van categorie II onder 6 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een gasbusje (met daarin traangas) (goednummer 3096497), voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 2:
op omstreeks 27 december 2022, te Amersfoort en Leersum
A meer wapens van categorie I onder 7° van de Wet Wapens en Munitie, te
weten (telkens) een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, te weten (onder meer)
- een gasdrukpistool, merk Beretta, model M9A3, kaliber 4.5mm BB (goednummer
3096336) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096327) en
- een gasdrukpitool, merk Umarex, model Combat Zone p11 PARA, kaliber 6mm BB
(goednummr 3096413) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096415) en
- een gasdrukpistool, merk Glock, model 17, kaliber 6mm BB (goednummer 3096419) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096421) en
- een gasdrukpistool, merk/model RAM Maverick, kaliber 4,5mm (goednummer 3096423) met (bijbehorend) rondsel (goednummer 3096424) en
B. een wapen van categorie I onder 1° van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een stiletto, merk Min Sheng (goednummer 3096316), voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 3:
op 27 december 2022, te Amersfoort een wapen van categorie IV, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een blank wapen, namelijk een dolkmes, merk Fox, waarvan het lemmet meer dan één snijkant had, heeft gedragen;
ten aanzien van feit 4:
op 27 december 2022, te Leersum opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 3,9 gram MDMA, en
- ongeveer 31,70 gram amfetamine, en
- ongeveer 0,84 gram cocaïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, meermalen gepleegd;
feit 2: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, meermalen gepleegd;
feit 3: handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie;
feit 4: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

De raadsman heeft naar voren gebracht dat er sprake is geweest van verontschuldigbare rechtsdwaling omdat verdachte ten aanzien van de wapens en munitie waarover hij wel de wetenschap en beschikkingsmacht had, in de veronderstelling verkeerde dat hij deze legaal mocht houden. Er is volgens de raadsman daarom sprake van afwezigheid van alle schuld waardoor verdachte ontslagen dient te worden van alle rechtsvervolging. In dit verband heeft de verdediging aangevoerd dat op een website van de politie valt te lezen dat het bezit van een luchtbuks niet verboden is wanneer deze niet op een echt wapen lijkt.
De rechtbank stelt voorop dat de rechtspraak strenge eisen stelt aan een geslaagd beroep op rechtsdwaling. Uitgangspunt is immers dat iedereen geacht wordt de wet te kennen. Slechts in uitzonderingssituaties kan een beroep op rechtsdwaling slagen, bijvoorbeeld als de verdachte van het bevoegd gezag onjuiste informatie heeft ontvangen over de strafbaarheid van zijn (beoogde) gedraging. In zo’n geval kan het een verdachte niet verweten worden dat hij dwaalde over wat wel en niet toegestaan is.
Met inachtneming van deze maatstaf is de rechtbank van oordeel dat de verdediging niet aannemelijk heeft gemaakt dat verdachte heeft gehandeld in een verontschuldigbare (rechts)dwaling ten aanzien van de ongeoorloofdheid van het wapenbezit. Uit niets blijkt dat verdachte enig onderzoek heeft gedaan naar, of zich heeft laten informeren over, de strafbaarheid van de door hem gekochte wapens. Dat op de website van de politie vermeld staat dat een luchtbuks legaal gehouden kan worden - waarbij overigens óók vermeld staat die niet op een echt wapen mag lijken, wat de door verdachte gehouden wapens allemaal wél deden - kon hem niet het vertrouwen geven dat de door hem gehouden gas- en gasdrukpistolen ook toegestaan waren.
Daarbij overweegt de rechtbank dat het een feit van algemene bekendheid is dat het houden van wapens (en munitie) in Nederland streng gereguleerd is. Daar komt ook nog bij dat verdachte zelf heeft verklaard dat hij voor de aanschaf van de wapens meermaals naar Duitsland is gereden omdat die wapens in Nederland niet verkocht werden. Verdachte had dus alle reden om te vermoeden dat die wapens in Nederland illegaal zouden (kunnen) zijn.
Daarmee is van een te verontschuldigen dwaling geen sprake. Er zijn daarnaast ook geen andere omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte voor de overtreding van artikel 27 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie wordt veroordeeld tot een geldboete van 225 van euro (bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft met klem verzocht om geen gevangenisstraf op te leggen. De raadsman benadrukt daarbij dat verdachte inmiddels een jong gezin heeft en een eigen klusbedrijf, dat hij niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen en al lange tijd in onzekerheid verkeert over de uitkomst van deze strafzaak. Het leven van verdachte zou door het opleggen van een vrijheidsbenemende straf op zijn kop worden gezet: hij zou zijn bedrijf verliezen en daardoor mogelijk ook zijn huurwoning en zijn gezin. De raadsman verzoekt de rechtbank daarom te volstaan met het opleggen van een (voorwaardelijke) taakstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten. De rechtbank vindt het allereerst zorgelijk dat verdachte zoveel wapens en munitie in zijn woning (en auto) had. Daar komt nog bij dat hij een deel van deze wapens (namelijk de wapens die in zijn auto zijn aangetroffen) ook in het openbaar heeft gedragen. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie is bijzonder gevaarzettend, brengt risico’s mee voor de veiligheid van personen en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk en hoopt dat hij inmiddels ook inziet waarom het voorhanden hebben van wapens en munitie aan strenge regelgeving is onderworpen.
Daarnaast heeft verdachte verschillende soorten harddrugs voorhanden gehad. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar vormt voor de gezondheid. Bovendien gaan de handel en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding daarvan en ook dat neemt de rechtbank hem kwalijk.
Strafblad
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) van verdachte 30 september 2024. Hieruit blijkt dat hij weliswaar eerder is veroordeeld voor het overtreden van de Wat Wapens en Munitie, maar dat dit lang geleden is. Er is verder geen sprake van (relevante) recidive, dus de rechtbank zal het strafblad van verdachte niet in strafverzwarende zin meewegen.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank ziet daarnaast ook dat de strafbare feiten inmiddels twee jaar geleden hebben plaatsgevonden en dat het nu beter gaat met verdachte dan destijds. Hij heeft zijn leven sindsdien goed op de rit, heeft een (nieuwe) vriendin, een zoontje, een huurwoning en een eigen bedrijf. Hij heeft verklaard dat hij zich daarom nooit meer wil inlaten met wapens en/of drugs.
Strafoplegging
De rechtbank stelt vast dat de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting voor het voorhanden hebben van een enkele gasrevolver uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. Er zijn in de woning van verdachte heel veel wapens en munitie aangetroffen, de verdovende middelen nog daargelaten, wat maakt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een aantal maanden in de rede ligt. De rechtbank vindt het echter onwenselijk als het leven dat verdachte sinds het plegen van deze feiten heeft opgebouwd door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou worden doorkruist. De verdediging heeft duidelijk gemaakt dat verdachte dan zijn werk zou verliezen en daardoor vermoedelijk ook zijn woning en zijn jonge gezin. Dat maakt dat de rechtbank aanleiding ziet om af te wijken van de eis van de officier van justitie en geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen.
De rechtbank zal daarom, alles afwegend, een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank acht deze straf passend om als stok achter de deur te dienen en hoopt dat verdachte daarmee de ingezette positieve ontwikkeling kan voortzetten en niet opnieuw zal vervallen in het plegen van strafbare feiten. De rechtbank is echter van oordeel dat voor het samenstel aan strafbare feiten niet met een enkel voorwaardelijke straf kan worden volstaan en zal verdachte daarom, naast de voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf van 240 uur opleggen. Tenslotte zal de rechtbank voor de overtreding van artikel 27 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie een geldboete van 225 euro aan verdachte opleggen.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle in beslag genomen voorwerpen moeten worden onttrokken aan verkeer.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal alle in beslag genomen voorwerpen (gespecificeerd in het dictum van dit vonnis) onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. Daarnaast zijn met betrekking tot deze voorwerpen de vier bewezenverklaarde feiten begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24c, 36b, 36c, 57 en 62 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 13, 26, 27, 54 en 55 van de Wet Wapens en Munitie en de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
  • verklaart de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar.
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat deze gevangenisstraf
  • stelt daarbij een
  • als algemene voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
- veroordeelt verdachte voor het onder 3 bewezenverklaarde feit tot een
geldboete van 225 euro, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen
onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096084);
  • 1 STK Verdovende Middelen PL0900-2022384008-3096112);
  • 2 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096122);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096107);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096127);
  • 1 STK Weegapparatuur (PL0900-2022384008-3096136);
  • 1 STK Plasticzakje (PL0900-2022384008-3096150);
  • 1 STK Plasticzakje (PL0900-2022384008-3096149);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096152);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096109);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096089);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096088);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096118);
  • 1 STK Plasticzakje (PL0900-2022384008-3096320);
  • 3 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096095);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096105);
  • 1 STK Verdovende Middelen (PL0900-2022384008-3096098);
  • 1 STK Stroomstootwapen (PL0900-2022384008-G3096437)
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3097099);
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3097079);
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3097080);
  • 1 STK Vuurwerk (PL0900-2022384008-G3096511);
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3097074);
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3096494);
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3096497);
  • 1 STK Munitie (PL0900-2022384008-G3096485);
  • 1 STK Vuurwerk (PL0900-2022384008-G3096481);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096423);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096424);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096415);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096419);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096421);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096408);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096410);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096413);
  • 5 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096405);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096334);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096336);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096401);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096331);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096333);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096323);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096325);
  • 1 STK Springstof (PL0900-2022384008-G3096327);
  • 1 STK Steekwapen (PL0900-2022384008-G3096316);
  • 1 STK Steekwapen (PL0900-2022384008-G3096318);
  • 1 STK Fust (PL0900-2022384008-G3096151);
  • 1 STK Steekwapen (PL0900-2022384008-G3096145);
  • 1 STK Steekwapen (PL0900-2022384008-G3096090);
  • 1 STK Steekwapen (PL0900-2022384008-G3096093).
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Sanders, voorzitter, mr. G. Schnitzler en mr. L.E. Verschoor-Bergsma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Besselink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 november 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 27 december 2022, te Amersfoort en/of Leersum , gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland,
A. een of meer wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te
weten (onder meer):
- een gasrevolver, merk Smith & Wesson, model Chiefs Special, kaliber 9mm RK (goednummer 3096401) en/of
- een gaspistool, merk Walther, model P22, kaliber 9mm P.A.K. (goednummer 3096408) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096410) en/of
- een gaspistool, merk Walther, model P88 Compact p88-8, kaliber 9mm P.A.K. (goednummer 3096334) met (bijbehorend(e)) patroonmagazijn(en) (goednummer(s) 3096331 en 3096333) en/of
- 2 schietbekers voor gaspistolen (goednummer 3096481) en/of
B. een hoeveelheid munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten (onder meer):
- 49 scherpe knalpatronen, kaliber 9mm RK, merk UMA(rex) (goednummer(s) 3096405 en 3096485) en/of
- 259 scherpe knalpatronen, kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex) (goednummer(s) 3097099, 3097074, 3097079, 3096323, 3096325, 3096485, 3096494 en 3097080)
- 52 pyrotechnische patronen, kaliber 15mm (goednummer(s) 3096511 en 3096481) en/of
C. een wapen van categorie II onder 5 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een stroomstootwapen (goednummer 3096437) en/of
D. een wapen van categorie II onder 6 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een gasbusje (met daarin traangas) (goednummer 3096497), voorhanden heeft gehad;
2
hij, op of omstreeks 27 december 2022, te Amersfoort en/of Leersum , gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland,
A. (een) of meer wapen(s) van categorie I onder 7° van de Wet Wapens en Munitie, te weten (telkens) een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, te weten (onder meer)
- een gasdrukpistool, merk Beretta, model M9A3, kaliber 4.5mm BB (goednummer
3096336) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096327) en/of
- een gasdrukpitool, merk Umarex, model Combat Zone p11 PARA, kaliber 6mm BB
(goednummr 3096413) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096415) en/of
- een gasdrukpistool, merk Glock, model 17, kaliber 6mm BB (goednummer 3096419) met (bijbehorend) patroonmagazijn (goednummer 3096421) en/of
- een gasdrukpistool, merk/model RAM Maverick, kaliber 4,5mm (goednummer 3096423) met (bijbehorend) rondsel (goednummer 3096424) en/of
B. een of meer wapen van categorie I onder 1° van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een stiletto, merk Min Sheng (goednummer 3096316), voorhanden heeft gehad;
3
hij, op of omstreeks 27 december 2022, te Amersfoort , althans in Nederland, een wapen van categorie IV, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een blank wapen, namelijk een dolkmes, merk Fox, waarvan het lemmet meer dan één snijkant had, heeft gedragen;
4
hij, op of omstreeks 27 december 2022, te Amersfoort en/of Leersum , gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 3,9 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
- ongeveer 31,70 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
- ongeveer 0,84 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne, (telkens) een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 19 januari 2024, genummerd PL0900-2022384008, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 331. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.p. 78.
3.p. 98.
4.p. 56 van PV VGL los toegevoegd.
5.p. 56-57 van PV VGL, los toegevoegd.
6.p. 57 van PV VGL, los toegevoegd.
7.p. 58 van PV VGL, los toegevoegd.
8.p. 40 van PV VGL los toegevoegd.
9.p. 25 van PV VGL, los toegevoegd.
10.p. 42 van PV VGL, los toegevoegd.
11.p. 106 - 107.
12.p. 107.
13.p. 107 - 108.
14.p. 109.
15.p. 109 - 110.
16.p. 110.
17.p. 112.
18.p. 113.
19.p. 114.
20.p. 115.
21.p. 116.
22.p. 117.
23.p. 118.