ECLI:NL:RBMNE:2024:6350

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
19 november 2024
Zaaknummer
16/342140-23; 16/193215-24 (ttz. gev.); 21/000052-21 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens bedreiging en oplichting met valse facturen

Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging van een politieagent en oplichting. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het bedreigen van inspecteur [inspecteur] door middel van telefonische bedreigingen via 112, waarbij hij dreigde met geweld. Deze bedreigingen vonden plaats op 2 en 8 december 2023, en op 1 januari 2024. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de gebruiker was van de telefoons waarmee deze bedreigingen werden geuit. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van oplichting van [slachtoffer 1] door zich voor te doen als verkoper van een tractor en het versturen van een valse factuur, waardoor het slachtoffer € 625,- heeft overgemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ook valse facturen in zijn bezit had en dat hij zich meermalen heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] bij de verkoop van tractoren, wat hen heeft gedwongen om potentiële kopers te dulden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft een schadevergoeding van € 1.000,- toegewezen aan de benadeelde partij, inspecteur [inspecteur].

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/342140-23; 16/193215-24 (ttz. gev.); 21/000052-21 (tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 november 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd te [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 april 2024 (pro forma), 2 juli 2024 (pro forma), 3 september 2024 (pro forma), 22 oktober 2024 (inhoudelijke behandeling) en 19 november 2024 (sluiting).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schipper en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C. van Oort, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [inspecteur] , bijgestaan door P. Hovius, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/342140-23
Feit 1: op 2 december 2023 in Utrecht samen met anderen [inspecteur] , werkzaam bij het basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd door naar 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'he geef maar door aan [inspecteur] niemand moet komen anders krijgt hij een kogel door zijn kop' en/of 'vertel als jullie geen eh als jullie geen last meer willen hebben van mij, moet je doorgeven hij moet niet meer langs komen. Geen speekseltest geen drugstest anders krijg je gezeik van ons oke';
Feit 2: op 2 december 2023 in Utrecht samen met anderen voornoemde [inspecteur] heeft gedwongen iets niet te doen, te weten het niet reageren op meldingen en/of geen speekseltest/drugstest af nemen en/of niet langskomen, door de in feit 1 genoemde handelingen;
Feit 3: op 8 december 2023 in Utrecht samen met anderen voornoemde [inspecteur] heeft bedreigd door naar 112 te bellen en tegen en tegen de centralist te zeggen: 'Ja de groeten aan [inspecteur] de wijkagent van [wijk] . Hij is de aanstichter' en/of 'Amerikalaan, lekker met [inspecteur] zijn dochter aan het neuken' en/of 'de groeten aan [inspecteur] , hij is de reden waarom wij bellen' en/of ' [inspecteur] de wijkagent van [wijk] . Ik schiet [inspecteur] door zijn kop joh, [inspecteur] echt een kogel door zijn hoofd';
Feit 4: op 1 januari 2024 in Utrecht samen met anderen voornoemde [inspecteur] heeft bedreigd door 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'geef maar door aan de wijkagent eh meneer [inspecteur] , dat als hij nog een keer langskomt, dat hij een kogel door zijn kop kan verwachten, weet je. En ja ik, we, staan met raketwerpers op hem gericht';
Feit 5: op 1 januari 2024 in Utrecht samen met anderen voornoemde [inspecteur] heeft gedwongen iets niets te doen, te weten het niet reageren op meldingen en/of niet langskomen, door de in feit 4 genoemde handelingen;
Feit 6: in de periode van 19 december 2023 tot en met 4 januari 2024 in Utrecht [slachtoffer 1] heeft opgelicht, door:- zich voor te doen als bonafide verkoper van tractors,- [slachtoffer 1] een factuur van de tractor toe te zenden,- [slachtoffer 1] voor te houden dat verdachte de tractor alleen kon leveren na betaling van een geldbedrag,
waardoor [slachtoffer 1] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, terwijl verdachte helemaal geen tractor had om te leveren;
Feit 7: in de periode van 19 december 2023 tot en met 4 januari 2024 in Utrecht gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift, door een valse factuur aan [slachtoffer 1] toe te zenden;
Feit 8: in de periode van 26 augustus 2023 tot en met 5 februari 2024 in Berltsum en/of Uitgeest [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , heeft gedwongen iets te dulden doordat verdachte zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] bij de verkoop van tractoren, waardoor zij werden geconfronteerd met kopers van tractoren aan de deur en telefoon;
16/193215-24
Feit 1: in de periode van 12 december 2023 tot en met 3 januari 2024 in Maarsssen valse geschriften, te weten facturen op naam van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] , voorhanden heeft gehad;
Feit 2: in de periode van 23 maart 2023 tot en met 1 januari 2024 in Utrecht [slachtoffer 4] heeft gedwongen iets te dulden, te weten het ontvangen van een of meerdere betalingen met omschrijving door:- in voornoemde periode 247 overboekingen te doen naar haar rekening;- bij de overboeking in de omschrijving verschillende dreigende en dwingende teksten op te nemen om op die manier contact met haar te krijgen.

3.VOORVRAGEN

Geldigheid van de dagvaarding
De raadsvrouw heeft verzocht om inzake het parketnummer 16-342140-23 de dagvaarding partieel nietig te verklaren voor wat betreft feit 8 omdat de tekst van de tenlastelegging niet overeenkomt met het artikel dat eronder is aangehaald. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. In artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) zijn de eisen waaraan de tenlastelegging moet voldoen opgenomen, namelijk vermelding van feit, tijd, plaats en wettelijke voorschriften. De vermelding hiervan is niet op straffe van nietigheid voorgeschreven. Aan deze eisen ligt ten grondslag dat de beschrijving van het feitencomplex in de tenlastelegging voldoende specifiek moet zijn. De tenlastelegging dient de verdachte immers te informeren over het voorval waarvoor hij terecht moet staan, zodat hij weet waartegen hij zich moet verdedigen. Ook voor de rechter is de tenlastelegging leidend. Het strafrechtelijk verwijt dat de verdachte ten laste wordt gelegd moet derhalve voldoende worden geconcretiseerd oftewel ‘verfeitelijkt’ in de tenlastelegging, opdat iedereen weet waar tijdens het proces de aandacht zich op moet richten. In onderhavig geval volgt uit de tekst van de tenlastelegging ondubbelzinnig dat verdachte wordt verweten dat hij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot een handelen, nalaten of dulden van de in de tenlastelegging vermelde feitelijkheden. De vermelding van het wettelijke voorschrift (wetsartikel) inzake oplichting (artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht (Sr)) in plaats van het wetsartikel dat ziet op dwang (artikel 284 Sr), leidt in dit geval niet tot partiële nietigheid van de dagvaarding.
De onder parketnummer 16/342140-23 en 16/193215-24 uitgebrachte dagvaardingen zijn geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle onder de parketnummers 16/342140-23 en 16/193215-24 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen zijn.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de onder parketnummer 16/342140-23 en 16/193215-24 ten laste gelegde feiten. De standpunten van de raadsvrouw worden – voor zover van belang bij de beoordeling – besproken in paragraaf 4.3.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
De gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft, voor de leesbaarheid van dit vonnis, de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden uitgewerkt en opgenomen in bijlage II. Deze bijlage is aan dit vonnis gehecht. Voor de leesbaarheid van het vonnis zal verder telkens gesproken worden over de laatste 4 cijfers van een telefoonnummer en worden niet de volledige telefoonnummers uitgeschreven.
4.3.2.
De bewijsoverwegingen
4.3.2.1.
De inbeslaggenomen telefoons waren in gebruik bij verdachte
In onderhavige zaak staat met betrekking tot het bewijs van het tenlastegelegde de inhoud van de inbeslaggenomen telefoons centraal. Voordat de rechtbank toekomt aan een bespreking van de feiten, dient de rechtbank de vraag te beantwoorden welke telefoons aan verdachte kunnen worden toegeschreven. Op basis van de vindplaatsen van de telefoons alsmede het onderzoek aan de inbeslaggenomen telefoons komt de rechtbank tot de vaststelling dat verdachte in het bezit was alle in beslag genomen telefoons en daarvan ook de gebruiker was. De rechtbank zal hieronder uitleggen hoe zij tot die vaststelling komt.
Verdachte is op 3 januari 2024 aangehouden in de woning van een vriendin van hem, [A] . Tijdens de aanhouding zagen verbalisanten meerdere telefoons bij verdachte. Zo werden in het bed waarin hij lag onder de dekens een witte iPhone en een zwarte iPhone aangetroffen. Op het nachtkastje lag een Samsung A03 en op de grond tussen het bed en het raam lag een blauwe iPhone en naast het kussen lag een zwarte iPhone. In de auto, waarover verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij deze had gehuurd, werd een iPhone 6 aangetroffen. Verder is op een onbekende plek in de woning nog een zwarte iPhone aangetroffen. De rechtbank overweegt dat de telefoons, op de iPhone 6 in de auto en een zwarte iPhone na, allemaal zijn aangetroffen in of rondom het bed waarin verdachte is aangehouden en allemaal in dezelfde kamer. Op dat moment was niemand anders in de woning aanwezig. Verdachte heeft verklaard dat de blauwe iPhone en de Samsung A03 van hem zijn. In eerste instantie heeft hij ook verklaard dat de zwarte iPhone met barsten van hem is, maar ter zitting is hij hierop teruggekomen. Het bezit van de overige telefoons heeft hij ontkend. [A] is als getuige gehoord en heeft verklaard dat de in beslag genomen telefoons niet van haar zijn.
Het onderzoek aan de telefoons wijst ook niet in die richting.
Uit het onderzoek aan de telefoons blijkt – zoals ook schematisch weergeven in onderstaande tabel – het volgende.
Op de
blauwe iPhonewordt onder andere gebruik gemaakt van de e-mailaccounts [e-mailaccount 1] @gmail.com en [e-mailaccount 2] @hotmail.com. Over dit laatste e-mailadres heeft verdachte verklaard dat dit zijn e-mailadres betreft. In de Samsung wordt het e-mailadres [e-mail adres 1] @gmail.com gebruikt.
Op de
witte iPhonewerd op 15 oktober 2023 het Apple ID [e-mailaccount 2] @hotmail.com in gebruik genomen en op 16 oktober 2023 werd het Apple ID [e-mailaccount 1] @gmail.com in gebruik genomen. Op de telefoon werd verder een Facebook-account met het e-mailadres [e-mail adres 2] @gmail.com gebruikt en ook werd het account [e-mail adres 1] @gmail.com gebruikt voor iTunes. In de telefoon is een rekeningafschrift aangetroffen dat op naam staat van verdachte. Verder blijkt uit de Wifi-gegevens van de telefoon dat de telefoon, op 16 oktober 2024 en voor het laatst op 2 januari 2024, gebruik maakte van een wifi-netwerk dat zich bevindt ter hoogte van de [adres] te [woonplaats] . Op dit adres woont de vader van verdachte en vermoed wordt dat verdachte hier ook verbleef. Verder is in de telefoon een bericht aangetroffen van 15 oktober 2023 dat verstuurd is aan het telefoonnummer dat in gebruik was bij [A] . In dit bericht geeft de gebruiker aan dat al zijn telefoons in de auto zaten en dat zijn auto net is gepakt. Verdachte is op die datum aangehouden en de auto waarin hij reed is in beslag genomen. De simkaart met het telefoonnummer * [telefoonnummer] heeft vanaf 17 tot en met 18 oktober 2023 in de Samsung A03 gezeten en is op 18 oktober 2024 geplaatst in de witte iPhone 8. Op grond van dit alles stelt de rechtbank vast dat verdachte de gebruiker is van de witte iPhone 8.
Met betrekking tot de
overige telefoonsoverweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank stelt vast dat bij de zwarte iPhone 8, de zwarte iPhone 7 met onbeschadigd scherm en de iPhone 6 ook het Apple ID [e-mailaccount 1] @gmail.com werd gebruikt. De rechtbank overweegt dat een Apple ID een persoonlijk account is en dat met een dergelijk account niet zomaar overal wordt ingelogd. In de zwarte iPhone 8 heeft bovendien eerder het telefoonnummer * [telefoonnummer] gezeten, waarover een ex-vriendin van verdachte heeft verklaard dat zij van dit telefoonnummer berichten van verdachte ontving. In de iPhone 7 met barsten is ook het e-mailadres [e-mailaccount 1] @gmail.com te vinden en over deze telefoon heeft verdachte in eerste instantie verklaard dat deze telefoon van hem is. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan deze direct bij het eerste politieverhoor afgelegde verklaring.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, schrijft de rechtbank alle in beslag genomen telefoons aan verdachte toe. Verdachte heeft daartegenover enkel gesteld dat de telefoons niet van hem zijn maar wellicht van [A] of van vrienden van haar. Dit is gelet op de voorgaande vaststellingen niet aannemelijk geworden. Bovendien blijkt uit de inhoud van de bewijsmiddelen dat de inbeslaggenomen telefoons qua inhoud opvallende overeenkomsten vertonen.
Schematisch weergegeven:
Wat voor goed?
SIN-nummer
Verklaring verdachte
Apple ID
E-mailadres
Overig
iPhone 12 blauw
AAQT6499NL
Verklaard dat deze telefoon van hem is
[e-mailaccount 1] @gmail.com
iPhone 7 zwart
AAQT6498NL
Ontkent bezit
[e-mailaccount 1] @gmail.com
iPhone 8 zwart
AAQT6497NL
Ontkent bezit
[e-mailaccount 1] @gmail.com
Simkaart * [telefoonnummer] : volgens een ex-vriendin van verdachte het nummer van verdachte
iPhone 7 zwart
barsten
AAQT6496NL
Verklaard dat deze telefoon van hem is
[e-mailaccount 1] @gmail.com
iPhone 8
wit
AAQT6495NL
Ontkent bezit
[e-mailaccount 1] @gmail.com;
[e-mailaccount 2] @hotmail.com
[e-mail adres 1] @gmail.com voor iTunes [e-mail adres 2] @gmail.com voor Facebook
WiFi-netwerk [adres]
SMS-bericht d.d. 15 oktober 2023
Rekeningafschrift op naam van verdachte
Simkaart * [telefoonnummer]
Samsung
A03 zwart
AAGT6494NL
Verklaard dat deze telefoon van hem is
[e-mail adres 1] @gmail.com
Simkaart * [telefoonnummer]
4.3.2.2.
Bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten
De rechtbank komt op basis van de bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring van alle onder de parketnummers 16/342140-23 en 16/193215-24 ten laste gelegde feiten. De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten. Hieronder zal de rechtbank nader uitleggen hoe zij tot haar oordeel komt en ingaan op de verweren van de verdediging, voor zover die niet al worden weerlegd door de bewijsmiddelen.
16-342140-23
Ten aanzien van de onder feit 1, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde bedreigingen
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat niet vastgesteld kan worden dat verdachte de ten laste gelegde bedreigingen heeft geuit. De NFI-deskundige kan onder andere vanwege het feit dat in een van de gesprekken de stem is verdraaid, niet zeggen of een van de stemmen op de desbetreffende geluidsfragmenten de stem van verdachte is. Uit de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen volgt echter dat verdachte de gebruiker is geweest van de witte iPhone 8. Op 2 en 8 december 2023 zat de simkaart met het telefoonnummer * [telefoonnummer] in dit toestel en op deze data zijn met dit telefoonnummer de onder feit 1 en feit 3 ten laste gelegde bedreigingen gepleegd. Verder volgt uit de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen dat verdachte de gebruiker is geweest van de iPhone 7 met het onbeschadigde scherm. In dit toestel zat de simkaart met het telefoonnummer * [telefoonnummer] en met dit telefoonnummer is op 1 januari 2024 de onder feit 4 ten laste gelegde bedreiging gedaan. Op basis van de vaststelling van de rechtbank dat verdachte de gebruiker is van deze telefoons in de tenlastegelegde periode en gelet op de inhoud van de bedreigingen, komt de rechtbank tot het oordeel dat het verdachte is geweest die deze telefoongesprekken, alleen of samen met anderen, heeft gevoerd.
Ook de verweren van de raadsvrouw dat aangever [inspecteur] niet op de hoogte is geraakt van de onder feit 1 ten laste gelegde bedreiging van 2 december 2023 en dat hij de onder feit 4 ten laste gelegde bedreiging van 1 januari 2024 niet zelf heeft gehoord, worden verworpen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [inspecteur] ervan op de hoogte is gesteld dat er op 1 januari 2024 meerdere bedreigingen zijn geuit. [inspecteur] is dus daadwerkelijk op de hoogte geraakt van de bedreiging. Verder volgt uit de bewijsmiddelen dat [inspecteur] wist dat gedreigd is met betrekking tot drugstestjes die niet meer verricht zouden mogen worden. Een dergelijke bedreiging is geuit op 2 december 2023 en ook van deze bedreiging was [inspecteur] dus op de hoogte.
Op basis van het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de onder feit 1, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde bedreigingen.
Ten aanzien van de onder feit 2 en feit 5 ten laste gelegde dwang
De rechtbank zal in dit verband moeten beoordelen of verdachte – alleen dan wel tezamen met anderen – iets heeft gedaan of ergens mee heeft gedreigd, met als doel het beïnvloeden van [inspecteur] , die als gevolg van die beïnvloeding anders heeft gehandeld dan hij zonder het handelen of dreigen van de verdachte zou hebben gedaan. Daarbij zal het steeds moeten gaan om de in de tenlastelegging genoemde gevolgen, namelijk dat [inspecteur] niet meer moest reageren op meldingen en/of geen speeksel/test of drugstest moest afnemen en/of niet meer moest langskomen.
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de hiervoor bewezenverklaarde bedreigingen tezamen ertoe hebben geleid dat [inspecteur] enige tijd zijn normale werk (diensten) niet kon verrichten en dat veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Hierdoor werd [inspecteur] gedwongen tot de in de bewezenverklaring genoemde gevolgen. Dat [inspecteur] niet direct na de eerste bedreiging van 2 december 2024 al uit zijn diensten is gehaald, maakt dat niet anders. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder feit 2 en feit 5 ten laste gelegde.
Ten aanzien van de onder feit 6 ten laste gelegde oplichting en het onder feit 7 ten laste gelegde gebruik maken van een valse factuur
Met de witte iPhone 8 zijn gedurende de periode van 17 tot en met 29 december 2024 chatgesprekken gevoerd met [B] en zijn neef [C ] . Ook is met deze telefoon met het telefoonnummer * [telefoonnummer] gebeld met [B] . In het chatgesprek met [B] is op 19 december 2023 een valse factuur gestuurd en vervolgens heeft [slachtoffer 1] het geldbedrag overgemaakt naar een rekeningnummer op naam van [fakenaam 4] .
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat de betaling van het bedrag van € 625,- niet aan verdachte kan worden gekoppeld. In de blauwe iPhone 13 mini is immers een foto van een bankpas behorend bij voornoemd rekeningnummer aangetroffen. Bovendien is van een voltooide oplichting reeds sprake als iemand een ander door een oplichtingsmiddel heeft bewogen tot afgifte van een bedrag. Naar het oordeel van de rechtbank volgt dit uit de bewijsmiddelen. Aan wie het bedrag is overgemaakt en of deze persoon een voldoende link heeft met verdachte, is voor een bewezenverklaring niet van belang.
Ook het door de raadsvrouw geschetste alternatieve scenario dat niet nader genoemde vrienden van verdachte gebruikmaken van zijn telefoon en mogelijk de factuur hebben verstuurd is, mede gelet op de duur van de chatgesprekken, niet aannemelijk en wordt verworpen.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder feit 6 ten laste gelegde oplichting en het onder feit 7 gebruik maken van een valse factuur.
Ten aanzien van de onder feit 8 ten laste gelegde dwang
Om tot een bewezenverklaring van het onder feit 8 ten laste gelegde te komen, is het allereerst de vraag of verdachte zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] . De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt met betrekking tot feit 8 in het kort het volgende:
Aangever [slachtoffer 2] had een tractor, te weten een Ford 4610 met voorlader, te koop staan en werd hierover benaderd werd door een persoon genaamd ‘ [fake naam 1] ’. Nadat [slachtoffer 2] op verzoek meer foto’s van de tractor had gestuurd liet ‘ [fake naam 1] ’ niets meer van zich horen. Vervolgens kwam [slachtoffer 2] er achter dat er door ‘ [fake naam 2] ’ een advertentie met deze foto’s was geplaatst. [slachtoffer 2] is ook gebeld door personen die verhaal kwamen halen omdat zij met twee verschillende personen te maken hadden met verschillende verkoopbedragen en/of al betaald hadden aan ‘ [fake naam 2] ’. Uit de aangifte volgt dat [slachtoffer 2] hier absoluut niet in betrokken wilde worden. Bij aangever [slachtoffer 3] , eigenaar van een melkveebedrijf gelegen op de [adres] te [vestigingsplaats] , zijn verschillende personen langsgekomen die kwamen naar aanleiding van een advertentie op Marketplace en die daartoe al een aanbetaling hadden gedaan. Uit de aangifte volgt dat [slachtoffer 3] op een gegeven moment personen die langskwamen niet meer aan durfde te spreken, omdat hij bang was dat deze personen door het lint zouden gaan.
Met de iPhone 6 zijn op 27 augustus 2023 en 28 augustus 2023 telefoongesprekken gevoerd met [slachtoffer 2] . Ook stonden op de iPhone 6 foto’s van de desbetreffende Ford 4610 en werd zowel in de iPhone 8 als in de iPhone 6 een notitie met een advertentietekst van een Ford 4610 aangetroffen. In de iPhone 6 werden verder chatgesprekken aangetroffen waarin adresgegevens van het bedrijf van [slachtoffer 3] werden genoemd, chatgesprekken met betrekking tot de verkoop van tractoren en facturen met adresgegevens van [slachtoffer 3] . Ook in de iPhone 8 werden 32 facturen aangetroffen waarbij door de verkopende partij de gegevens werden gebruikt van onder andere ‘ [bedrijf 1] ’, ‘ [bedrijf 3] ’ en ‘ [bedrijf 4] ’. Op de Samsung A03 werd het Facebook-account ‘ [Facebook account] ’ gebruikt en op die telefoon zijn chatgesprekken aangetroffen die gingen over de verkoop van goederen, waarbij hetzelfde ophaaladres werd genoemd als bij de onder feit 6 bewezenverklaarde oplichting. In deze Samsung is ook een chatgesprek aangetroffen waarop ‘ [Facebook account] ’ op 2 januari 2024 aangeeft dat hij gebeld kan worden op het nummer * [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer blijkt gekoppeld te zijn aan het e-mailadres [e-mailaccount 1] @gmail.com en is eveneens gebruikt voor de onder feit 6 bewezenverklaarde oplichting. Uit de tapgesprekken van het telefoonnummer * [telefoonnummer] volgt dat met dit telefoonnummer gesprekken zijn gevoerd met personen uit het buitenland over de verkoop van twee tractoren, waaronder een Ford met een voorlader.
Op grond van vorengaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] , en getracht heeft de Ford 4610 met voorlader van [slachtoffer 2] te verkopen. Verdachte heeft zich tevens voorgedaan als [slachtoffer 3] door het Facebookaccount ‘ [Facebook account] ’ te gebruiken, de adresgegevens van [slachtoffer 3] te delen en facturen voorhanden te hebben waarop (een gedeelte van) de naam van het bedrijf van [slachtoffer 3] werd gebruikt.
De vervolgvraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of dit wederrechtelijk handelen ertoe heeft geleid dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gedwongen zijn tot het dulden van in de tenlastelegging genoemde handelingen. Ook die vraag beantwoordt de rechtbank bevestigend. Het wederrechtelijk handelen van verdachte heeft ertoe geleid dat zowel [slachtoffer 2] als [slachtoffer 3] gedwongen waren te dulden dat potentiële kopers contact met hen opnamen dan wel langskwamen. Gelet op de aard en de intensiteit van het wederrechtelijk handelen van verdachte in de bewezenverklaarde periode, alsook de inbreuk die verdachte daarmee heeft gemaakt op het privéleven van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] – te weten dat hun bedrijfsgegevens en hun product ongewild gedeeld en te koop werd aangeboden, waarna potentiële kopers hen benaderden – heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan dwang. Dit maakt dat de rechtbank het onder feit 8 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen acht.
16/193215-24
Ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van valse facturen
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen en de bewezenverklaring van de feiten 6, 7 en 8 is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten aanzien van de in zijn telefoons aangetroffen facturen wist dat deze bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van valse facturen.
Ten aanzien van de onder feit 2 ten laste gelegde dwang
Uit de bewijsmiddelen volgt duidelijk dat [slachtoffer 4] niet gediend was van de overboekingen met bijbehorende omschrijvingen die zij van verdachte ontving. De rechtbank volgt verdachte dan ook niet in zijn stelling dat de overboekingen onderdeel waren van een afspraak tussen verdachte en [slachtoffer 4] . Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door het doen van deze overboekingen met dwingende en dreigende omschrijvingen [slachtoffer 4] gedwongen tot het dulden van deze overboekingen en deze vorm van contact met verdachte. De rechtbank komt aldus tot een bewezenverklaring van de onder feit 2 ten laste dwang.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16/342140-23;feit 1op 2 december 2023 te Utrecht [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door naar 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'he geef maar door aan [inspecteur] niemand moet komen anders krijgt hij een kogel door zijn kop' en/of 'vertel als jullie geen eh als jullie geen last meer willen hebben van mij, moet je doorgeven hij moet niet meer langs komen. Geen speekseltest geen drugstest anders krijg je gezeik van ons oke';
feit 2omstreeks 2 december 2023 te Utrecht een ander, te weten [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, door bedreiging met geweld gericht tegen die ander wederrechtelijk heeft gedwongen iets niet te doen , te weten- niet reageren op meldingen en- geen speekseltest/drugstest afnemen en- niet langskomen,door 112 te bellen en aan tegen de centralist te zeggen: 'he geef maar door aan [inspecteur] niemand moet komen anders krijgt hij een kogel door zijn kop' en/of 'vertel als jullie geen eh als jullie geen last meer willen hebben van mij, moet je doorgeven hij moet niet meer langs komen. Geen speekseltest geen drugstest anders krijg je gezeik van ons oke';
feit 3op 8 december 2023 te Utrecht tezamen en in vereniging met een ander [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht , door 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen ' [inspecteur] de wijkagent van [wijk] . Ik schiet [inspecteur] door zijn kop joh, [inspecteur] echt een kogel door zijn hoofd';
feit 4op 1 januari 2024 te Utrecht [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'geef maar door aan de wijkagent eh meneer [inspecteur] , dat als hij nog een keer langskomt, dat hij een kogel door zijn kop kan verwachten, weet je. En ja ik, we, staan met raketwerpers op hem gericht';
feit 5omstreeks 1 januari 2024 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een ander, te weten [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, door bedreiging met geweld gericht tegen die ander wederrechtelijk hebben gedwongen iets niet te doen, te weten- niet reageren op meldingen en- niet langskomen,door 112 te bellen en aan tegen de centralist te zeggen: 'geef maar door aan de wijkagent eh meneer [inspecteur] , dat als hij nog een keer langskomt, dat hij een kogel door zijn kop kan verwachten, weet je. En ja ik, we, staan met raketwerpers op hem gericht', althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking;
feit 6
omstreeks de periode van 19 december 2023 tot en met 29 december 2023 te Utrecht, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag ter hoogte van 625 euro, door- zich voor te doen als bonafide verkoper van een tractor namens het bedrijf ‘ [bedrijf 2] ” en- gebruik te maken van een valse identiteit en- de indruk te wekken dat hij, verdachte voornoemde tractor in bezit had of kon leveren- voornoemde [slachtoffer 1] een factuur onder de naam van het bedrijf “ [bedrijf 2]” toe te zenden en- voornoemde [slachtoffer 1] voor te houden dat hij, verdachte, voornoemde tractor alleen kon leveren na betaling van voornoemd geldbedrag
terwijl hij, verdachte niet in het bezit was van voornoemde tractor en die tractor niet kon leveren, waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 7
op 19 december 2023 te Utrecht, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een valse factuur opgemaakt onder de naam “ [bedrijf 2] ” gelegen aan de [adres] als ware het echt en onvervalst, door voornoemde factuur aan [slachtoffer 1] toe te zenden;
feit 8
in de periode van 26 augustus 2023 tot en met 2 januari 2024 in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] door enige andere feitelijkheid wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, immers heeft verdachte zich meermalen voorgedaan als die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] bij de verkoop van een of meer tractoren of landbouwvoertuigen, waardoor die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] meermalen geconfronteerd werden met kopers van voornoemde voertuigen aan de deur en via de telefoon;
16/193215-24
feit 1op 3 januari 2024 te Maarssen, opzettelijk valse geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten meerdere valse facturen opgemaakt onder de naam van ' [bedrijf 1] ' en " [bedrijf 3] ' en ' [bedrijf 4] ' en' [bedrijf 2] ' gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] en [adres] te [vestigingsplaats] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat die geschriftenbestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst;
feit 2in de periode van 23 maart 2023 tot en met 1 januari 2024 te Utrecht, in elk geval in Nederland [slachtoffer 4] , door een feitelijkheid gericht tegen die ander , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het ontvangen van meerdere betalingen op haar rekening met daarin een omschrijving door- in voornoemde periode 218 overboekingen, te doen naar de rekening van die [slachtoffer 4] en- bij de overboeking in de omschrijving verschillende dreigende en dwingendeteksten op te nemen om op die manier contact te krijgen met die [slachtoffer 4] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16/342140-23
Feit 1, 4: telkens: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 2: een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets niet te doen;
Feit 3: medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 5: medeplegen van een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets niet te doen;
Feit 6: oplichting;
Feit 7: opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
Feit 8: een ander door een feitelijkheid, gericht tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te dulden, meermalen gepleegd;
16/193215-24
Feit 1: opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
Feit 2: een ander door een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te dulden.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
  • een gevangenisstraf van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest;
  • een 38v-maatregel inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 4] .
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht er rekening mee te houden dat er eendaadse samenloop is tussen de oplichting en het gebruik maken van een valse factuur (1), dat het voorarrest lang heeft geduurd (2) en dat verdachte zo snel mogelijk zijn rol als vader weer wil oppakken en met zijn toekomstplannen aan de slag wil gaan (3).
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten. Zo heeft verdachte meermaals telefonisch ernstige bedreigingen geuit richting een politieagent. Deze bedreigingen waren nadrukkelijk gericht op de persoon en hebben als gevolg gehad dat die politieagent uit zijn diensten werd gehaald en er veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Dergelijk gedrag is volkomen onacceptabel en creëert gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Uit de door [inspecteur] ter zitting afgelegde slachtofferverklaring volgt ook dat de feiten op hem en zijn omgeving een grote impact hebben gehad, onder andere doordat het lange tijd niet duidelijk was wie de telefoontjes had gepleegd. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan de oplichting van iemand die een tractor wilde kopen. Ook is bij hem een grote hoeveelheid valse facturen aangetroffen. De praktijken van verdachte hebben ertoe geleid dat de aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich ongewild geconfronteerd zagen met verschillende misleide potentiële kopers. De rechtbank rekent verdachte deze feiten extra aan nu hij reeds eerder is veroordeeld voor oplichtingen, waaronder meerdere oplichtingen met agrarische machines, en hij zich daar toch weer mee bezig heeft gehouden. Verdachte heeft daarnaast op slinkse wijze contact met zijn ex-vriendin afgedwongen, door naar haar ruim 200 keer een klein bedrag over te maken met daarbij in de omschrijving dreigende en dwingende teksten.
Ter zitting heeft verdachte geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden.
De persoon van de verdachte
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte van 17 augustus 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank houdt hier in strafverzwarende zin rekening mee. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van een reclasseringsrapportage van 28 maart 2024, opgemaakt door T. Clarke, reclasseringswerker. Hieruit volgt dat verdachte al vijfmaal onder reclasseringstoezicht heeft gestaan. Verdachte houdt zich in zijn algemeenheid aan de afspraken, maar er wordt geen vooruitgang geboekt omdat hij weinig openheid van zaken geeft. Uit de reclasseringsrapportage volgt ook dat verdachte bedreigingen zou hebben geuit naar de reclassering en Fivoor. De reclassering schat het risico op recidive en het risico op onttrekken aan voorwaarden in als hoog en ziet geen mogelijkheden meer voor een reclasseringstoezicht of bijzondere voorwaarden. Ter zitting heeft verdachte aangegeven dat hij desondanks graag met reclassering aan de slag gaat en dat hij zich zal houden aan bijzondere voorwaarden indien deze worden opgelegd.
De straf
De rechtbank is op grond van de hiervoor besproken ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte van oordeel dat aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. De rechtbank acht het vanuit het oogpunt van zowel speciale als generale preventie van groot belang dat in de strafoplegging tot uiting komt dat misdrijven als deze niet lonen en niet ongestraft blijven. Mede gezien de proceshouding van verdachte, ziet de rechtbank geen reden om af te wijken van de eis van de officier van justitie. De straf zoals geëist door de officier van justitie is passend en geboden. De rechtbank zal verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 28 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft gezeten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Geen 38v-maatregel
De rechtbank ziet geen noodzaak tot het opleggen van een contactverbod met [slachtoffer 4] , zoals geëist door de officier van justitie. Uit het dossier volgt niet dat [slachtoffer 4] een dergelijk verbod wenst. Bovendien hebben verdachte en [slachtoffer 4] samen een zoontje, zodat een contactverbod juist daarom niet voor de hand ligt.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
Aan de hand van de beslaglijst waarop de inbeslaggenomen goederen zijn genummerd, vordert de officier van justitie:
- de teruggave van de goederen 8, 9, 11 en 15 aan de rechthebbenden;
- het verbeurd verklaren van de overige goederen op de beslaglijst.
De verdediging heeft verzocht om de goederen 2, 7 en 8 terug te geven aan verdachte en heeft zich voor wat betreft de overige goederen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal op de inbeslaggenomen goederen beslissen conform de vordering van de officier van justitie. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Verbeurd verklaren
De rechtbank zal de in beslag genomen telefoons en bijbehorende simkaarten, te weten de goederen 1 tot en met 7, 10 en 12 tot en met 14, verbeurd verklaren. Met behulp van deze voorwerpen zijn de bewezen verklaarde feiten voorbereid dan wel begaan.
Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de overige in beslag genomen voorwerpen, te weten de goederen 8, 9, 11 en 15 aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt. Met betrekking tot goed 8 overweegt de rechtbank nog dat deze laptop in beslag is genomen op het adres van de vader van verdachte en dat uit het dossier niet volgt dat verdachte de rechthebbende van deze laptop is. Om deze reden gelast de rechtbank teruggave van dit goed aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

10.BENADEELDE PARTIJ

De heer [inspecteur] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder parketnummer 16/342140-23 ten laste gelegde feiten 1 t/m 5.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering geheel wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de vordering te matigen tot een bedrag van € 500,-. Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de jurisprudentie waar in de vordering naar verwezen wordt niet vergelijkbaar is met onderhavige zaak.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Immateriële schade
Op grond van artikel 6:106 aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)
kan een benadeelde partij onder meer aanspraak maken op vergoeding van immateriële schade indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen en/of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De rechtbank overweegt dat de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor [inspecteur] in de huidige zaak met zich brengen dat een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ kan worden aangenomen. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte meermaals zware bedreigingen heeft geuit die nadrukkelijk op de persoon van benadeelde waren gericht en het voor benadeelde lange tijd niet duidelijk was van die bedreigingen afkomstig waren. Benadeelde zag zich door deze bedreigingen ook gedwongen om niet meer in de wijk waar hij normaliter werkte te komen. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 1.000,- billijk en zal dit bedrag toewijzen, te vermeerderen met gevorderde wettelijke rente vanaf 2 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [inspecteur] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [inspecteur] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

11.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke sanctie wordt toegewezen.
De raadsvrouw heeft met verwijzing naar de beslissing van de politierechter van 24 februari 2022 erop gewezen dat van de voorwaardelijk opgelegde sanctie al één maand gevangenisstraf ten uitvoer is gelegd en dat de politierechter het destijds van belang vond dat aansluitend aan die tenuitvoerlegging klinische opname zou worden geregeld, hetgeen vervolgens niet gerealiseerd is door de reclassering. Volgens de raadsvrouw was en is verdachte wel degelijk bereid tot een klinische opname. De raadsvrouw heeft verzocht om de vordering af te wijzen dan wel deels toe te wijzen.
11.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 12 juli 2021 (parketnummer 21/000052-21) is aan verdachte onder andere een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden opgelegd.
Bij beslissing van 24 februari 2022 van de politierechter van deze rechtbank is een deel van deze voorwaardelijke straf al ten uitvoer gelegd, te weten voor de duur van één maand.
De rechtbank overweegt dat de proeftijd liep tot 27 juli 2024 en dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt strafbare feiten. Om die reden zal de rest van de opgelegde voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer gelegd worden. Dat verdachte zoals betoogd door de raadsvrouw bereid zou zijn geweest tot het ondergaan van een klinische opname is voor de rechtbank geen reden om tot een ander oordeel te komen. Verdachte wordt immers niet verweten dat hij zich niet aan bijzondere voorwaarden heeft gehouden, maar dat hij de algemene voorwaarde heeft overtreden door het plegen van strafbare feiten.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36b, 36c, 36f, 47, 55, 57, 284, 285, 326 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder parketnummer 16/342140-23 en 16/193215-24 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder parketnummer 16/342140-23 en 16/193215-24 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 28 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • 8) 1 STK Computer (Omschrijving: PL0900-MD4R023150_805092, Wit, merk: HP);
  • 9) 1 STK Computer (Omschrijving: PL0900-MD4R023150_805091, Grijs, merk: HP);
  • 11) 1 STK Computer (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276273, grijs, merk: HP);
  • 15) 1 STK Bankpas (Omschrijving: PL0900-MD4R023150_805090);
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276275, Apple);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276222, blauw, merk: apple);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276301, apple);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276264, zwart, merk: iphone 8);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276244, Grijs,
merk: Iphone);
  • 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276261);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276250, samsung);
  • 10) 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276246 IMEI [IMEI-nummer] SIM [SIM nummer] IN TOESTEL , zwart);
  • 12) 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276280 HOORT BIJ IPHONE 7 MET BESCHADIGD SCHERM);
  • 13) 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276283);
  • 14) 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL0900-2023375311-G3276303);
Benadeelde partij
- wijst de vordering van [inspecteur] [1] toe tot een bedrag van
€ 1.000,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [inspecteur] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 december 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [inspecteur] aan de Staat € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 december 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 20 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21/000052-21
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer van hof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 12 juli 2021 opgelegde voorwaardelijke
gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mr. E.H.M. Druijf en mr. S. Ourahma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Bemmelen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 november 2024.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16-342140-23;
1
hij op of omstreeks 2 december 2023 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door naar 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'he geef maar door aan [inspecteur] niemand moet komen anders krijgt hij een kogel door zijn kop' en/of 'vertel als jullie geen eh als jullie geen last meer willen hebben van mij, moet je doorgeven hij moet niet meer langs komen. Geen speekseltest geen drugstest anders krijg je gezeik van ons oke', althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 2 december 2023 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
- niet reageren op meldingen en/of
- geen speekseltest/drugstest afnemen en/of
- niet langskomen,
door 112 te bellen en aan tegen de centralist te zeggen:'he geef maar door aan [inspecteur] niemand moet komen anders krijgt hij een kogel door zijn kop' en/of 'vertel als jullie geen eh als jullie geen last meer willen hebben van mij, moet je doorgeven hij moet niet meer langs komen. Geen speekseltest geen drugstest anders krijg je gezeik van ons oke', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 8 december 2023 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'Ja de groeten aan [inspecteur] de wijkagent van [wijk] . Hij is de aanstichter' en/of 'Amerikalaan, lekker met [inspecteur] zijn dochter aan het neuken' en/of 'de groeten aan [inspecteur] , hij is de reden waarom wij bellen' en/of ' [inspecteur] de wijkagent van [wijk] . Ik schiet [inspecteur] door zijn kop joh, [inspecteur] echt een kogel door zijn hoofd', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op of omstreeks 1 januari 2024 te Utrecht, tezamen en in vereniging, althans alleen, [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door 112 te bellen en tegen de centralist te zeggen: 'geef maar door aan de wijkagent eh meneer [inspecteur] , dat als hij nog een keer langskomt, dat hij een kogel door zijn kop kan verwachten, weet je. En ja ik, we, staan met raketwerpers op hem gericht', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 1 januari 2024 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [inspecteur] , werkzaam bij basisteam [basisteam] als inspecteur, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
- niet reageren op meldingen en/of
- niet langskomen,
door 112 te bellen en aan tegen de centralist te zeggen: 'geef maar door aan de wijkagent eh meneer [inspecteur] , dat als hij nog een keer langskomt, dat hij een kogel door zijn kop kan verwachten, weet je. En ja ik, we, staan met raketwerpers op hem gericht', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
(art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
6
hij, op in of omstreeks de periode van 19 december 2023 tot en met 4 januari 2024 te Utrecht, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag ter hoogte van (ongeveer) 625 euro door
- zich voor te doen als bonafide verkoper en/of aanbieder/verkoper van een tractor namens het bedrijf ‘ [bedrijf 2] ” en/of
- gebruik te maken van een valse identiteit en/of
- de indruk te wekken dat hij, verdachte voornoemde tractor in bezit had en/of kon leveren
- voornoemde [slachtoffer 1] een factuur onder de naam van het bedrijf “ [bedrijf 2]
[bedrijf 2] ” toe te zenden en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] voor te houden en/of te beloven dat hij, verdachte, voornoemde tractor alleen kon leveren na betaling van voornoemd geldbedrag terwijl hij, verdachte niet in het bezit was van voornoemde tractor en/of die tractor niet kon leveren, waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
7
hij, in of omstreeks de periode van 19 december 2023 tot en met 4 januari 2024 te Utrecht, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een valse factuur opgemaakt onder de naam “ [bedrijf 2] ” gelegen aan de [adres] (nummer op factuur: 1701003031614643) als ware het echt en onvervalst, door voornoemde factuur aan [slachtoffer 1] toe te zenden/sturen;
(art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
8
hij, in of omstreeks de periode van 26 augustus 2023 tot en met 5 februari 2024 te Berltsum en/of Uitgeest, althans in Nederland,
een ander, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] enige andere feitelijkheid wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, immers heeft verdachte zich meermalen voorgedaan als die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] bij de verkoop van een of meer tractoren en/of (landbouw)voertuigen waardoor die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, geconfronteerd worden met kopers van voornoemde voertuigen aan de deur en/of via de telefoon;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
16-193215-24
1
hij in de periode van 12 december 2023 tot en met 3 januari 2024 te Maarssen, in elk geval in Nederland, opzettelijk
valse en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, te weten
een of meerdere valse facturen opgemaakt onder de naam van ' [bedrijf 1]
[bedrijf 1] ' en/of " [bedrijf 3] ' en/of ' [bedrijf 4] ' en/of
' [bedrijf 2] ' gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats]
en/of [adres] te [vestigingsplaats] ,
heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften
bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst;
(art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
2
hij in of omstreeks de periode van 23 maart 2023 tot en met 1 januari 2024 te
Utrecht, in elk geval in Nederland
een ander, te weten [slachtoffer 4] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige
andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden,
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het ontvangen van een of
meerdere betalingen op haar rekening met daarin een omschrijving
door
- in voornoemde periode 247 overboekingen, in elk geval een of meerdere
overboekingen, te doen naar de rekening van die [slachtoffer 4] en/of
- bij de overboeking in de omschrijving verschillende (dreigende en dwingende)
teksten op te nemen om op die manier contact te krijgen met die [slachtoffer 4] ;
(art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: de bewijsmiddelen [2]
Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 3 januari 2024, pagina 69-70, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Onderstaande goederen zijn aangetroffen:
Wat voor goed?
SIN-nummer
iPhone 12 blauw
AAQT6499NL
iPhone 7 zwart
AAQT6498NL
iPhone 8 zwart
AAQT6497NL
iPhone 7 zwart (scherm beschadigd)
AAQT6496NL
iPhone 8 wit
AAQT6495NL
Samsung A03 zwart
AAGT6494NL
In de directe omgeving van de woning stond op de openbare weg een Peugeot 208, voorzien van het kenteken [kenteken] , geparkeerd. Dit voertuig is doorzocht. Hierbij is het volgende aangetroffen.
Wat voor goed?
SIN-nummer
iPhone 6 grijs
AAQT6450NL
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 554 en 555, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het aanhoudingproces-verbaal werd vermeld dat er 5 telefoons werden aangetroffen.
In bed onder de dekens:
- 1 witte iPhone
- 1 zwarte iPhone
Op het nachtkastje:
-1 zwarte Samsung
Op de grond tussen het bed en het raam:
- 1 blauwe iPhone

Naast het kussen:

1 zwarte iPhone [5]
In het proces-verbaal doorzoeking stond dat zij zes telefoons op de bank in de woonkamer werden aangetroffen
Blauwe iPhone 12 (dit bleek later iPhone 13 mini te zijn)
iPhone 7 zwart met beschadigd scherm
iPhone 7 zwart
iPhone 8 zwart
iPhone 8 wit
Samsung A03
Deze waren er door het aanhoudingsteam neergelegd. Deze hadden de opdracht gekregen alle telefoons veilig te stellen. Ook bij navraag bij het aanhoudingsteam werd niet duidelijk waar in de woning de 6e telefoon werd aangetroffen. [6]
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 4 januari 2024, pagina 104, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
O: Dan moet jij even aangeven welke van jou zijn. Ik zal even vertellen waar en welke wij hebben aangetroffen. De telefoons werden op de volgende locaties aangetroffen: in bed onder de dekens is er 1 witte iPhone en 1 zwarte iPhone aangetroffen.[verdachte] : Ik heb een blauwe en een zwarte iPhone met barsten.0: Op het nachtkastje 1 zwarte Samsung[verdachte] : Die is wel van mij
0: Naast het kussen 1 zwarte iPhone.[verdachte] : Er zijn meerde zwarte iPhone. Met barst is van mij. [7]
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [A] van 5 januari 2024, pagina 120-121, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven:
V: Wat is het merk van jouw mobiele telefoon?
[verdachte] : iPhone 15 zwart.
V: Ben je in het bezit van nog meer mobiele telefoons?
[verdachte] : Nee. [8]
V: Heb jij nog een oud toestel thuis?
[verdachte] : Nee ik heb alleen een iPhone 15. [9]
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 oktober 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De Peugeot voorzien van het kenteken [kenteken] die bij de woning stond waar ik ben aangehouden, had ik vanaf november 2023 tot mijn aanhouding gehuurd. Ik heb in de periode van 23 maart 2023 tot en met 1 januari 2024 overboekingen verricht naar [slachtoffer 4] .
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 61 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Eerste onderzoek inbeslaggenomen telefoons:De witte iPhone, welke in het bed lag alwaar ook [verdachte] lag, bleek na kort onderzoek eentelefoontoestel van het merk iPhone 8 te zijn voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer] . Met dit telefoontoestel werden de bedreigingen van 2 en 8 december 2023 naar politieambtenaar [inspecteur] gepleegd. Op deze data zat de simkaart voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] in het telefoontoestel. Met dit telefoontelefoonnummer is gebeld naar 112 om de bedreigingen naar politieman [inspecteur] te doen. De zwarte iPhone 7 met het onbeschadigde scherm was voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer] . Met dit toestel werd de bedreiging naar politieambtenaar [inspecteur] op 1 januari 2024 gepleegd. Op 3 januari 2024 blijkt uit de tap in de iPhone 7, welke was voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer] , de simkaart voorzien van het telefoonnummer zat [telefoonnummer] zat. Met dit telefoontelefoonnummer is op 1 januari 2024 gebeld naar 112 om de bedreiging naar politieman [inspecteur] te doen.
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan iPhone AAQT6498NL, pagina 123, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
iPhone AAQT6498NL
Apple ID: [e-mailaccount 1] @gmail.com [10]
In de chats van de telefoon bleek dat er een bericht was ontvangen van 28 december 2023 van Lyca Mobile waarin genoemd dat het nummer was [telefoonnummer] . In de call-logs was te zien dat er op 1 januari 2024 gebeld was naar de 112 alarmcentrale.
To: 112 1-1-2024 00:37:55 (UTC+1) 00:01:34 [11]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan AAQT6495NL, pagina 126-127, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
SIN: AAQT6495NL [12]
Apple ID: [e-mailaccount 2] @hotmail.com
Apple ID: [e-mailaccount 1] @gmail.com [13]
iTunes Store: [e-mail adres 1] @gmail.com [14]
Op de telefoon werd op 15 oktober 2023 het Apple-account [e-mailaccount 2] @hotmail.com in gebruik genomen. Op de telefoon werd een Facebook-account met het e-mailadres [e-mail adres 2] @gmail.com gebruikt. In de telefoon trof ik een rekeningafschrift aan van de rekening [rekeningnummer] . Dit afschrift betrof de periode 5 oktober 2023 tot en met 10 november 2023. Uit onderzoek in de politiesystemen blijkt, dat rekening waarover dit afschrift gaat, op naam staat van [verdachte] . De 'creation time' van het bankafschrift in de telefoon is 24 november 2023, 10:44 uur (UTC+1).
Uit de Wifi gegevens van de telefoon blijkt dat de telefoon gebruik maakte van een wifi-netwerk met de BSSID '28:ee:52:21 :3f:3f. Volgens de Wifi Location Database van Apple bevindt dit wifi-netwerk zich ter hoogte van de [adres] te Utrecht. Uit de politiesystemen blijkt dat [verdachte] mogelijk op dit adres verbleef. Het wifi-netwerk werd op 16 oktober 2023 om 16:34 uur aan deze telefoon toegevoegd. Op 2 januari 2024 om 11:46 uur werd er voor het laatst automatisch verbinding gemaakt met dit netwerk. [15]
Op 16 oktober 2023 werd het Apple-account [e-mailaccount 1] @gmail.com op deze telefoon in gebruik genomen.
Op 15 oktober 2023 om 16:45 uur (UTC+0), werd er vanaf het account [e-mailaccount 1] @gmail.com de volgende tekst gestuurd naar het telefoonnummer * [telefoonnummer] .
"Het schatje met mij heel belangrijk al me telefoons zaten in me auto en auto is gepakt net"
Uit registraties in de politiesystemen bleek dat [verdachte] op 15 oktober 2023 werd aangehouden, omdat hij onder invloed van middelen en zonder rijbewijs in een auto reed. De auto werd hierop inbeslaggenomen ter verbeurdverklaring. Uit de politiesystemen bleek dat het telefoonnummer * [telefoonnummer] in gebruik is bij [A] .
Ik zocht in de belgeschiedenis in deze telefoon en vond oproepen naar het alarmnummer 112 op 8 december 2023:
To: 112 8-12-023 21:06:09. [16]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan AAQT6494NL, pagina 131-132, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
SIN: AAQT6494NL [17] In de telefoon stonden de volgende accounts opgeslagen:
[fake naam 3] : [e-mail adres 1] @gmail.com
Facebook ID: [Facebook account] . [18]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan de iPhone 7 AAQT6496, pagina 347-348 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
SIN: AAQT6496NL [19]
Email: [e-mailaccount 1] @gmail.com
In de telefoon trof ik meerdere foto's aan van tractoren, meerdere achtergronden van bankpassen en een afbeelding van een Duits rijbewijs. [20]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan AAQT6450NL, pagina 359-360, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
SIN: AAQT6450NL [21]
Apple ID: [e-mailaccount 1] @gmail.com [22]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan AAQT6497NL, pagina 364-365, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
SIN: AAQT6497NL
Apple ID: [e-mailaccount 1] @gmail.com [23]
Eerder gekoppeld telefoonnummer: + [telefoonnummer] [24]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek naar historische gegevens van telefoonnummers, pagina 54 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] kwam het volgende naar voren:Op 14-08-2023 tot en met 9-10-2023 te 21.59 uur zat de simkaart voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] in een telefoontoestel voorzien van het imeinummer[IMEI-nummer] .
Daarna wordt het simkaart met voornoemd telefoonnummer pas weer op 17 oktober 2023 gebruikt. [25] Dan is te zien dat de simkaart voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] van 17 oktober 2023 21.33 uur tot en met 18 oktober 2023 te 13.50 uur in een tweede telefoontoestel gaat voorzien van imeinummer[IMEI-nummer].
Vervolgens is te zien dat op 18 oktober 2023 te 16.46 de simkaart voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer] in een derde telefoontoestel gaat voorzien van imeinummer [IMEI-nummer] en daar tot 9 december 2023 te 16.01 uur in zit.
Ook bleek dat er met het telefoonnummer [telefoonnummer] naar 112 was gebeld:
Uitgaand
2-12-2023
18:43:11
2023
[telefoonnummer]
[IMEI-nummer]
[adres]
[postcode]
Uitgaand
8-12-2023
21:06:18
[telefoonnummer]
[IMEI-nummer]
[adres]
[postcode]
Op 5-12-2023 werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer] voor 3 seconden gebeld naar
het telefoonnummer [telefoonnummer] . [26] Uit het politiesysteem komt naar voren dat [getuige] verklaard dat zij op 14 en 15 september 2023 van haar ex-vriend van [verdachte] op dit telefoonnummer [telefoonnummer] berichten van hem berichten kreeg. [27]
Onderzoek historische verkeersgegevens imeinummer [IMEI-nummer] :
Uit onderzoek komt naar voren dat dit een telefoontoestel van het merk Iphone 8 betreft. Op 9-12-2023 te 19.19 uur tot 10 december 2023 gaat de simkaart voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer] in het toestel met voornoemde imeinummer. [28]
Onderzoek historische verkeersgegevens imeinummer [IMEI-nummer] :
Dit betreft een telefoon van het merk Samsung Galaxy A03. [29]
Onderzoek historische verkeersgegevens imeinummer [IMEI-nummer] en telefoonnummer [telefoonnummer] :
Dit betreft een telefoontoestel van het merk iPhone 7.De simkaart voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] zat van 28 december 2023 tot en met 1 januari 2024 te 19.15 uur in het telefoontoestel van het imeinummer [IMEI-nummer] .
Er werd met het telefoonnummer [telefoonnummer] 4 maal naar 112 gebeld. Te weten op 31 december 2023 te 22.03 uur en op 1 januari 2024 te 00:37 uur, 00:41 uur en te 01.23 uur. [30]
De simkaart voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] , waarmee door een manspersoon een bedreiging naar politieambtenaar [inspecteur] werd gepleegd, zat in een telefoontoestel van het imeinummer [IMEI-nummer] van het merk iPhone 7.
Het telefoontoestel met imeinummer [IMEI-nummer] (iPhone 8) met daarin de simkaartvoorzien van telefoonnummer [telefoonnummer] werd op 2 december 2023 en 8 december 2023gebruikt om de bedreigingen naar politieambtenaren naar [inspecteur] mee te plegen. [31]
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [inspecteur] van 9 december 2024, pagina 12 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben werkzaam bij de Nationale Politie in het basisteam [basisteam] . Op 8 december werd ik gebeld door mijn collega. Hij gaf aan dat er die avond meerdere valse meldingen via de 112 waren gedaan in de wijk [wijk] . Ik hoorde van mijn collega dat er onder andere werd gezegd: " [inspecteur] krijgt een kogel door zijn hoofd." Tevens werd er gezegd dat [inspecteur] voor januari de wijk uit moet en dat hij anders aan de beurt is. [32] Ik weet dan ook zeker dat het om mij gaat als er in meldingen over [inspecteur] gesproken wordt. Er zijn nog twee collega's werkzaam in mijn basisteam die [inspecteur] heten. Echter is één daarvan zelden tot nooit werkzaam in de operatie. De andere collega die [inspecteur] heet is nog maar kort werkzaam in ons basisteam. Tevens wordt er door de melder gesproken over wijkagent [inspecteur] . Ik ben dan wel geen wijkagent, maar dat wordt door sommigen wel gedacht. Ik krijg veelvuldig de vraag op straat of ik de wijkagent ben. Het geeft mij een enorm onveilig gevoel dat er in de wijk waar ik werk een onbekend persoon uitspraken doet over schieten van een kogel door mijn hoofd. Ik ben vanwege deze bedreigingen uit de diensten gehaald en moet in eerste instantie thuis blijven om eerst onderzoek te doen naar de gedane bedreigingen [33]
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [inspecteur] van 22 december 2023, pagina 16-17, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb op 15 oktober 2023 een korte achtervolging gehad met een persoon die is genaamd:
Naam: [verdachte]
Geboren: [1994] te [geboorteplaats]
In de valse melding werd gesproken over dat [inspecteur] moest stoppen met zijn
narcostestjes. Hiermee wordt de speekseltesten bedoeld waarmee wij kunnen controleren
of bestuurders onder invloed zijn van drugs. Echter gebruik ik deze testen nooit. Ik
heb in heel 2023 geen enkele drugstest afgenomen tijdens mijn werk. [34] Echter was er door de achtervolging en de weedlucht welke uit het voertuig kwam veel aanleiding om deze drugstest te doen. Dit bleek gegrond te zijn waarop [verdachte] werd aangehouden. Het is dus opvallend dat er over het afnemen van drugstesten wordt gesproken door de verdachte van bedreiging terwijl ik dat dus in de afgelopen tijd enkel bij [verdachte] heb uitgevoerd. [35]
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [inspecteur] van 3 januari 2024, pagina 19, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 1 januari omstreeks 01:15 uur is er kennelijk met het telefoonnummer [telefoonnummer] ingebeld naar het alarmnummer 112 waarbij er weer meerdere bedreigingen zijn geuit richting mij. Ik heb deze bedreigingen niet zelf gehoord maar ben hier wel van op de hoogte gesteld.
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 33-34, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Er bleek dat op 2 december om 18:43:35 uur een man naar 112 belt en politieagent [inspecteur]
bedreigd. Dit bleek het telefoonnummer [telefoonnummer] te zijn. [36]
C: 112 politie wat is de locatie van uw noodgeval?
M: geef maar door aan [inspecteur] niemand komen anders krijgt hij een kogel door zijn kop
C: wilt u met mij praten meneer wat is de locatie van uw noodgeval?
M: [inspecteur] , door geven aan [inspecteur] , kankerhomo [inspecteur] uit [wijk] , begrepen?
C: wie is [inspecteur] ?
M: ja de wijkagent uit [wijk]
C: ja wat is daarmee?
M: Ja vertel als jullie geen eh als jullie geen last meer willen hebben van mij‚ moet je doorgeven hij moet niet meer langs komen. Geen speekseltest geen drugstest anders krijg je gezeik van ons oke? [37]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 27 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 8 december 2023 om 21:06 uur werd er bij het Operationeel Centrum van de politie, telefonisch een bedreiging gedaan door personen die gebruik maakten van het telefoonnummer [telefoonnummer] . [38] S2=Groeten aan [inspecteur] , hij is de reden waarom wij bellen.C2=De groeten aan wie?S2= [inspecteur] wijkagent van [wijk] [39] S2=Ik schiet [inspecteur] door zijn kop joh, [inspecteur] echt een kogel door zijn hoofd. [40]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 43 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 31 december 2023 te 22:04 uur werd er bij het operationeel centrum van de politie een melding gedaan door een man, die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Op 1 januari 2024 te 00:38 uur werd er wederom met hetzelfde nummer een melding gedaan bij het operationeel centrum van de politie. De melder doet zich voor als een dame door met een hoog stemmetje te praten, maar is vermoedelijk een man. [41]
B: mevrouw, geef maar door aan de wijkagent eh meneer [inspecteur] , dat als hij nog 1 keer langskomt, dat hij een kogel door zijn kop kan verwachten, weet je. (opmerking verbalisant: de stem wordt bij de woorden "verwachten, weetje" lager van toon, klinkt meer als een man.)
C: Oh... je klinkt ook als een lekker wijf inderdaad.
B: Ja ik we staan met eh, we staan met raketwerpers op hem gericht. [42]
Een geschrift, te weten een verklaring van de teamchef [teamchef] van [inspecteur] van 20 januari 2024 als bijlage gevoegd bij de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
20 januari 2024
Naar aanleiding van de binnengekomen valse meldingen en de doodsbedreigingen aan het adres van collega [inspecteur] heb ik meerdere malen contact gehad met [inspecteur] . Over de aanbevolen veiligheidsmaatregelen kan met het oog op [inspecteur] zijn veiligheid niets over gedeeld worden. Echter kan ik verzekeren dat deze maatregelen ingrijpend zijn en impact hebben op zijn manier van leven. Eén van de maatregelen op het werk die wel gedeeld kunnen worden is dat [inspecteur] niet alleen de straat op kan en dat hindert hem in zijn optreden bijvoorbeeld als opco en ovd-p. Ook in die rollen gaat hij niet alleen de straat op. Hij wordt door de bedreigingen gedwongen om iets anders te doen dan dat hij zou willen.
Een proces-verbaal van aangifte van [B] namens [slachtoffer 1] van 4 januari 2024, pagina 258 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe namens mijn oom, [slachtoffer 1] , aangifte van oplichting. Op 19 december 2023 nam mijn neef uit Kosovo contact met mij op. Mijn neef vroeg mij of ik contact wou opnemen met een verkoper van een tractor die zij hadden gezien op facebook marketplace. De verkoper zijn profiel op facebook stond onder de naam ' [Facebook naam] '. Mijn neef gaf mij het telefoonnummer van de verkoper. Dit telefoonnummer is [telefoonnummer] . Op 19 december 2023 heb ik telefonisch contact gehad met de verkoper. Ik hoorde dat de verkoper zei dat er die avond al iemand langs kwam om te kijken naar de tractor. De verkoper zei dat hij de tractor alleen kon reserveren bij een aanbetaling van 10 procent, dit zou een aanbetaling zijn van 625 euro. Na dat mijn oom en mijn neef de aanbetaling goedkeurden, had ik een factuur gekregen van de verkoper met een bedrag van 6250 euro. Deze factuur is opgemaakt onder de naam van ' [bedrijf 2] ' gelegen op de [adres] in [vestigingsplaats] . Op de factuur staat ook een telefoonnummer, [telefoonnummer] . Mijn oom heeft het bedrag van 625 euro overgemaakt naar het rekeningnummer dat op de factuur stond. Dit rekeningnummer is [rekeningnummer] hier stond verder geen naam bij. [43]
Op 28 december 2023 zou ik naar Friesland rijden om de tractor te bekijken. Ik kreeg een bericht via het nummer van de verkoper. Hierin stond dat mijn oom is opgelicht en dat ik moest bellen naar de ING. Hier werd ook een nummer van de ING fraude desk bijgestuurd met als bijschrift dat iemand zijn gegevens zou misbruiken. Ik gaf aan dat ik onderweg was en dat er vanuit dit nummer de factuur was gestuurd. Vanuit dit nummer kreeg ik alleen te horen dat ik ING moest bellen en zijn gegevens werden misbruikt. Ik kreeg een foto op het nummer van de verkoper met een afschrift van een betaalrekening waar een adres in stond en een ter naam stelling onder de naam Hr [fakenaam 4] . Dit zou de oplichter zijn en hier zou ik mijn geld moeten gaan halen. Op advies van de politie ben ik nog naar het adres gereden in [vestigingsplaats] . De eigenaren van het melkveebedrijf vertelde dat er eerder die week ook personen aan de deur waren geweest voor de koop van een tractor. De eigenaren bevestigde dat de telefoonnummers op het factuur en het nummer van de verkoper niet van hen waren. Ook het mailadres en IBAN nummer waren niet van de eigenaren. [44]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 153 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de iPhone 8 voorzien van het SIN-nummer AAQT6495, trof ik de navolgende informatie aan:Ik trof twee chatgesprekken aan die kennelijk zijn gevoerd tussen:
  • [verdachte] en [B] , bijlage 1. Op het bestand voorbeeld_factuur_20231219_1347" dat in dit chatgesprek verstuurd is, stond het rekeningnummer [rekeningnummer] vermeld.
  • [verdachte] en [C ] (dit betreft kennelijk iemand die zakendoet voor [slachtoffer 1] ) [de rechtbank begrijpt dat dit de neef van [B] betreft]. Ik zag dat deze chatgesprekken gevoerd zijn in de periode tussen 17-12-2023 en 29-12-2023. In deze chatgesprekken werd gesproken over de aanschaf van een rode tractor voor het bedrag van 6250,- euro. Uit het gesprek blijkt dat 625,- euro is aanbetaald. De tractor is kennelijk niet geleverd. [45]
Een geschrift te weten, bijlage 1 bij voornoemd proces-verbaal, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Bzz
19-12-2023 13:37.44
Naam: [slachtoffer 1]
Nr ID- [nummer]
Adres : [woonplaats] - Kosove
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Bzz
19-12-2023 13:37:56
Alleen van de rode aub, ivm papieren
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net
19-12-2023 13:38:10
Dus hij wilt de ford niet?
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Bzz
19-12-2023 13:38:24
Nee
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net
19-12-2023 13:47.59
voorbeeld_factuur_20231219_1347
[…] .pdf
https://mmg.whatsapp.net/v/ […]
-
[…]
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 6 september 2023, pagina 344 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:Pleegdatum/tijd: op 26 augustus 2023
Heb onlangs een advertentie geplaatst voor de verkoop van een tractor en gedeeld op facebook. Via Messenger ben ik benaderd door " [fake naam 1] " een geïnteresseerde koper en wilde graag scherpere foto 's van de tractor zien. Deze verstuurd via Whatsapp waarna de potentiële koper niets meer van zich liet horen. Hierna is er een tweede nepadvertentie geplaatst door de genoemde persoon met als doel andere mensen op te lichten met een product dat die persoon niet heeft. Echter word ik hier mogelijk in betrokken wat ik absoluut niet wil. Inmiddels ben ik al meerdere keren benaderd door potentiële kopers die verhaal komen halen omdat ze met twee verschillende personen te maken hebben met verschillende verkoopbedragen. De persoon adverteert onder de naam [fake naam 2] op Facebook met de tractor die van mij is.TRACTORMerk: FORDType: 4610Bijzonderheden: Met voorlader.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 5 februari 2024, pagina 305 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben eigenaar van een melkveebedrijf, gelegen op de [adres] te [vestigingsplaats] . Er komen al bijna een jaar mensen bij mij aan de deur om, onder andere, trekkers op te halen die ze hebben gekocht via Market Place. Deze mensen hebben dan een aanbetaling moeten doen om deze goederen op te kunnen halen. Mijn bedrijf en naam wordt dus blijkbaar misbruikt op Market Place.
1e melding: Op 7 september 2023 ben ik voor het eerst naar het politiebureau [vestigingsplaats] gegaan. Die dag was een Duitse man bij mij aan de deur gekomen om een landbouwvoertuig op te halen. Ik heb echter nooit een advertentie geplaats op Marketplace en wist hier dus niets vanaf. Op het moment dat ik deze melding deed op het politiebureau was dit hele gebeuren al een half jaar aan de gang. Ik denk dat er toen al minimaal 40 à 50 mensen zijn geweest die goederen kwamen ophalen.
2e melding: Op 13 september 2023 ben ik opnieuw naar het politiebureau gegaan. Er is die dag opnieuw een transportbedrijf aan de deur gekomen om een tractor op te halen. Ook deze tractor werd te koop aangeboden op Market Place. [46]
3e melding: Op 15 september 2023 ben ik weer naar het politiebureau te [vestigingsplaats] gegaan. Er is die dag een Poolse chauffeur bij mij gekomen om een kieper op te halen. Deze man heeft 2400,- euro moeten aanbetalen. Ook deze kieper werd te koop aangeboden op Market Place. Ook hier werd mijn bedrijf genoemd. Het zal duidelijk zijn dat ik deze advertentie niet op Market Place heb gezet en dat ik hier niets vanaf wist. De chauffeur heeft mij gesprekken laten zien die via WhatsApp zijn gegaan. Ik zag dat mijn bedrijf werd genoemd, namelijk [bedrijf 1] .4e melding: Op 5 oktober ben ik weer naar het politiebureau gegaan. Er waren die dag twee Poolse mannen bij mijn bedrijf gekomen om een landbouwvoertuig op te halen. Ze hadden gereageerd op een advertentie op Marketplace en hadden ook al een aanbetaling gedaan. Ik heb deze advertentie er niet op gezet en dus ook geen geld ontvangen. Wederom is mijn bedrijf gebruikt voor deze oplichting.
5e melding: Op 9 november 2023 stond een auto en aanhangwagen, met draaiende motor, op mijn erf. Ik durfde die mensen niet zelf aan te spreken omdat ik bang was dat ze door het lint zouden gaan. De politie is gekomen en heeft deze mensen aangesproken. Ik heb begrepen dat ook dit mensen waren uit het buitenland die iets kwamen ophalen.
V: Kunt u aangeven wanneer de eerste mensen bij u kwamen op landbouwvoertuigen op te halen?A: Dat was in het voorjaar 2023. Ik weet natuurlijk niet meer precies wanneer.V: Kunt u aangeven hoeveel er in totaal zijn gekomen om goederen op te halen?A: Ik denk rond 30 meldingen. Soms kwamen ze met meer mensen en ik denk dat er wel 60 a 70 personen bij mij aan de deur zijn geweest. [47]
V: Wanneer was de laatste keer dat er mensen bij u kwamen om iets op te halen?A: 25 à 26 november 2023. [48]
Een proces-verbaal van bevindingen inhoudende een aanvullende verklaring van [slachtoffer 3] , pagina 455, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De 4 facturen aangetroffen in de iPhone 6 heb ik per mail gestuurd naar [slachtoffer 3] . Over de facturen verklaarde [slachtoffer 3] , onder andere, het volgende:O: Alle facturen staan op naam van [bedrijf 3] of [bedrijf 1] , [adres] [vestigingsplaats] .V: Zijn deze facturen door u of door iemand van uw bedrijf uitgeschreven?A: Nee. Dit zijn spookfacturen. De naam van ons bedrijf is gewoon [slachtoffer 3] .V: Welke gegevens op de factuur behoren bij uw bedrijf?A: Het adres en Kvk nummer: [Kvk nummer] .V: Welke gegevens op de facturen horen niet bij uw bedrijf?A: lban, BIC, email, bedrijfsnaam, telefoonnummer en de hele facturen niet. Wij schrijven ook nooit facturen uit. [49]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 214 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de witte iPhone 8 trof ik nog 3 facturen aan die op naam van [bedrijf 2] [adres] [vestigingsplaats] waren opgemaakt.1) Ook hier stond ook het telefoonnummer [telefoonnummer] en het rekeningnummer [rekeningnummer] op als op de factuur van [slachtoffer 1] .2) Hier stond ook een buitenlands rekeningnummer op namelijk [rekeningnummer] .3) Op deze factuur staat het telefoonnummer [telefoonnummer] .
[mede-eigenaar] (mede-eigenaar van [bedrijf 2] ) verklaarde mij telefonisch dat hij de 4 facturen had bekeken. Ik stelde [mede-eigenaar] de volgende vragen:
V: Alle facturen staan op naam van [bedrijf 2] [adres] [vestigingsplaats] KVK nr: [Kvk nummer]
V: Zijn deze 4 facturen door u of iemand van uw bedrijf uitgeschreven?
[mede-eigenaar] : Nee. [50]
V: Welke gegevens op de factuur behoren bij uw bedrijf?
[mede-eigenaar] : De naam het adres en het KVK nummer. [51]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 65, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 december 2023 bleek dat er een nieuw telefoonnummer in gebruik werd genomen bij het eerder gebruikte IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Door het programma wat gebruikt wordt ter verwerking van de tapgesprekken en gegevens werd waargenomen dat hetzelfde IMEI-nummer in gebruik bleef maar dat vanaf dat moment het telefoonnummer + [telefoonnummer] in gebruik werd genomen. En vanaf dat moment bleek het telefoonnummer + [telefoonnummer] niet meer actief te worden. Deze wisseling vond plaats tussen 19:17 uur en 19:19 uur op 9 december 2023. Dit gebeurde in een tijd van 2 minuten. Uit de tapgesprekken blijkt dat de gebruiker van IMEI-nummer [IMEI-nummer] gesprekken voert met personen uit het buitenland over de verkoop van 2 tractoren. Onder andere het merk Ford waarvan 1 met een voorlader. De tractoren staan vermoedelijk te koop op facebook. Gebruiker geeft bij meerdere personen aan dat als zij een aanbetaling doen hij de tractor voor hen kan reserveren. [52]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 287 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de iPhone 6 voorzien van het SIN-nummer AAQT6450NL, trof ik de navolgende informatie aan:Ik zag dat middels de webbrowser "Safari" gezocht was naar: [adres] ". Ik trof drie chatgesprekken aan waarin het adres [de rechtbank begrijpt: de adresgegevens van het bedrijf van [slachtoffer 3] : [adres] ] is genoemd. Ik zag dat het adres voor het eerst voorkwam in een chatgesprek op 27-6-2023.
Ik zag dat meerdere chatgesprekken hebben plaatsgevonden waarin door de tegencontacten, onder andere, werd aangegeven dat:o Net voor de tractor gebeld is (27-8-2023).o Op welk adres de trekker bekeken kon worden (30-8-2023).o Gevraagd werd naar een TW10 (30-9-2023). Opmerking verbalisant: dit betreft kennelijk een tractor van het merk Ford, type TW10.o Gevraagd werd naar het exacte adres om een Ford 5610 tractor op te halen.(8-10-2023).
In de telefoon trof ik 4 facturen aan waarin het voornoemde adres is genoemd. Ik zag enkel dat deze waren opgeslagen. [53]
In de Samsung A03 voorzien van het SIN-nummer AAQT6449NL, trof ik de navolgende informatie aan:
Ik trof meerdere chatgesprekken, die gevoerd zijn via Facebook Messenger. De gebruiker van het account noemde zich " [Facebook account] ". 4 chatgesprekken die gingen over de verkoop van goederen waarbij het adres [adres] [vestigingsplaats] en het telefoonnummer [telefoonnummer] , genoemd werden. [54]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan de iPhone 8 AAQT6495NL en het onderzoek aan de iPhone 6 AAQT6450NL, pagina 320 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de iPhone 8 voorzien van het SIN-nummer AAQT6495NL, trof ik de navolgende informatie aan:Ik zag dat het telefoonnummer van de aangever [slachtoffer 2] stond opgeslagen in de contacten, onder de naam Ford 46". [55]
Ik trof twee chatgesprekken aan waarin de gebruiker van de iPhone 8 zich voorstelde als " [fake naam 1] ". Ik zag dat in deze gesprekken door [fake naam 1] , interesse werd getoond in een shovel en een tractor. Door de tegenpartij werden vervolgens foto's en nadere informatie gestuurd. Ik zag dat deze chats waren gevoerd in de periode van 13 december 2023 tot en met 14 december 2023.
Een notitie met daarin mogelijk de advertentietekst van een Ford 4610.
In de iPhone 6 - SIN AAQT6450NL trof ik de navolgende informatie aan:Ik zag dat het telefoonnummer van de aangever [slachtoffer 2] stond opgeslagen in de contacten, onder de naam Ford 46".
Ik zag dat in de "call log" het telefoonnummer van de aangever [slachtoffer 2] naar voren kwam. Ik zag dat op: 27-8-2023 21 :56:48(UTC+2), een uitgaand gesprek plaatsvond naar het nummer van de aangever, voor de duur van 1.01 minuut. Ik zag dat op 28-8-2023 19: 19:50(UTC+2) een inkomend gesprek plaatsvond voor de duur van 29 seconden. Ik zag dat op 28-8-2023 20:21 :49(UTC+2) wederom een inkomens gesprek plaatsvond (tijdsduur onbekend).
Een notitie met daarin mogelijk de advertentietekst van een Ford 4610. Dit betreft dezelfde tekst als die genoemd is in bijlage 3.
Ik zag dat meerdere afbeeldingen stonden opgeslagen, waarop een blauwe tractor te zien is. Ik zag dat deze tractor was voorzien van het kenteken [kenteken] . Uit gegevens van het RDW bleek dat deze tractor van het merk Ford was en het type 4610. Van de periode 25-03-2021 tot en met 3-10-2023 heeft deze tractor op naam gestaan van de aangever [slachtoffer 2] . [56]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 548, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
iPhone 13 mini, SIN: AAQT6499NL
Ik zag in de telefoon veel foto's van bankpassen. Ik zag foto's van bankpassen met daarop de volgende gegevens:[rekeningnummer] op naam van [fakenaam 4]
[rekeningnummer] . [57]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 556 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
iPhone 13 mini blauw
SIN-nummer: AAQT6499NL
[e-mailaccount 2] @hotmail.com (apple ID account)
[e-mailaccount 1] @gmailcom [58]
Samsung A03:In deze Samsung is een bericht te lezen van gebruiker facebook ID [Facebook ID] ( [Facebook account] Owner) aan de gebruiker met ID facebook [Facebook ID] . Hierin zegt [Facebook ID] ( [Facebook account] Owner) op 2 januari 2024: Possible to call me or WhatsApp [telefoonnummer] ." Te zien is dat op 2 januari 2024 gebruiker facebook ID [Facebook ID] ( [Facebook account] Owner) naar nog een twee andere persoon een bericht wordt gezonden: Bitte anruffen oder whatsapp schicken [telefoonnummer]
In de witte iPhone 8 AAQT6495NL was het volgende te zien:Op 10 december 2023 werd vanaf het account [e-mailaccount 1] @gmail.com de volgende tekst gestuurd naar het telefoonnummer [telefoonnummer] : "Good afternoon jean Pierre here". In deze chat was het e-mailadres [e-mailaccount 1] @gmail.com aan het telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld. In deze telefoon trof ik 45 verschillende chatgesprekken aan, zowel via Whatsapp als via Facebook Messenger. Voor de Whatsappgesprekken werd het telefoonnummer [telefoonnummer] gebruikt. Voor de gesprekken via Facebook Messenger werden de accounts [Facebook naam] ( [Facebook ID] ) en [Facebook naam] ( [Facebook ID] ) gebruikt. [59]
Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 513 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de veiligstelde gegevens, afkomstig uit de iPhone 8 (SIN AAQT6495NL), trof ik meerdere pdf-bestanden aan. Ik zag, na het openen van deze bestanden, dat dit facturen betroffen. Ik zag dat deze facturen betrekking hebben op de verkoop van agrarische apparatuur. Ik zag dat het netto 32 unieke facturen betroffen. Ik zag dat bij de verkopende partij de gegevens werden gebruikt van " [bedrijf 1] ', " [bedrijf 3] ', " [bedrijf 4] " en " [bedrijf 2] ".Ik zag ook dat drie Nederlandse bankrekeningnummers werden gebruikt, te weten:[rekeningnummer]
Op eerdere data zijn aan de eigenaren van de bedrijven " [bedrijf 2] " en " [bedrijf 1] " 2 soortgelijke facturen, afkomstig uit digitaal beslag, getoond. [60] Samengevat verklaarden zij dat deze facturen valselijk zijn opgemaakt. Gelet op deze verklaringen zijn de door mij aangetroffen soortgelijke facturen, kennelijk ook valselijk opgemaakt. [61]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek naar een bankrekening van verdachte, pagina 479 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Eén van de bankrekeningen op naam van [verdachte] , geboren op [1994] , betrof de [rekeningnummer] . Uit de bankgegevens van voornoemde zou blijken dat hij in een periode gelegen tussen 23-3-2023 en 01-01-2024 meerdere malen minimale geldbedragen overboekte richting bankrekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [slachtoffer 4] . In totaal zou hij 236 maal geld hebben overgeboekt naar voornoemde [slachtoffer 4] . Binnen 218 van deze overboekingen zou hij binnen de omschrijving van deze overboekingen een kort tekstbericht richting de tegenrekeninghouder Ligteringen hebben verwerkt. [62]
Ten voorbeeld heb ik hieronder enkele van dat soort berichten gevoegd;
- Bel me ik wil met hem praten normaal;
- Laatste kans beter bel je me nu wollah ik pak binnen een uur af alles wat ik gister heb gegeven en jou sloten;
Wat ook opvallend is aan deze berichten, is dat de teksten steeds extremer worden. Ten voorbeeld heb ik hieronder enkele van dat soort berichten gevoegd.
- Je hebt net me geel vies spelletje gespeelr wollah je gaat vandaag 2x meer schade leiden;
- Geef je tot drie uur anders mag je al die turken bij elkaar voor mij bellen om 3 uur alleen de dood houd mij tegen
- Beter voor jou ik ga je hele zomervakantie verpesten je gaat geen cent over hebben beter broek terug
- Beter gewfje die broek teruf op mij moeders dood younes mag kanker krijgen mij broek is belangrijker. [63]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het contact met [slachtoffer 4] , pagina 488, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik nam op 30-03-2024 contact op met [slachtoffer 4] . Ik deelde haar mede dat ik werkzaam ben bij de recherche en dat uit politieonderzoek is gebleken dat er meerdere keren geld naar haar is overgemaakt vanaf het rekeningnummer van [verdachte] . Zij bevestigde dit. Ze is naar de bank gegaan om te vragen of het IBAN van [verdachte] geblokkeerd kon worden. Dit kon niet. [64]

Voetnoten

1.De volledige voor- en achternaam van [inspecteur] is bekend bij de rechtbank en het Openbaar Ministerie maar vanwege veiligheidsredenen niet opgenomen in dit vonnis. Mocht de volledige voor- en achternaam nodig zijn ter executie van dit vonnis dan kan contact worden opgenomen met het Openbaar Ministerie.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 24 april 2024, genummerd 2023375311 (31 POLO23), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 559. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.Pagina 69.
4.Pagina 70.
5.Pagina 554.
6.Pagina 555.
7.Pagina 104.
8.Pagina 120.
9.Pagina 121.
10.Pagina 123.
11.Pagina 124.
12.Pagina 126.
13.Pagina 127.
14.Pagina 128.
15.Pagina 128.
16.Pagina 129.
17.Pagina 131.
18.Pagina 132.
19.Pagina 347
20.Pagina 348.
21.Pagina 359.
22.Pagina 360.
23.Pagina 364.
24.Pagina 365.
25.Pagina 54.
26.Pagina 55.
27.Pagina 56.
28.Pagina 57.
29.Pagina 7.
30.Pagina 59.
31.Pagina 60.
32.Pagina 12.
33.Pagina 13.
34.Pagina 16.
35.Pagina 17.
36.Pagina 33.
37.Pagina 34.
38.Pagina 27.
39.Pagina 29.
40.Pagina 30.
41.Pagina 43.
42.Pagina 44.
43.Pagina 258.
44.Pagina 259.
45.Pagina 156.
46.Pagina 305.
47.Pagina 306.
48.Pagina 307.
49.Pagina 455.
50.Pagina 219.
51.Pagina 220.
52.Pagina 65.
53.Pagina 289.
54.Pagina 290.
55.Pagina 321.
56.Pagina 322.
57.Pagina 548.
58.Pagina 556.
59.Pagina 558.
60.Pagina 513.
61.Pagina 514.
62.Pagina 479.
63.Pagina 480.
64.Pagina 488.