ECLI:NL:RBMNE:2024:6341

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
581832
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige met afschaling naar vrijwillig kader

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige besproken. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming (GI) die verzoekt om de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren in 2021, te verlengen voor een periode van zes maanden. De kinderrechter heeft op 31 oktober 2024 een mondelinge uitspraak gedaan na een gesloten zitting, waarbij de moeder, pleegouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in een perspectiefbiedend pleeggezin verblijft en dat de moeder het ouderlijk gezag heeft. De ondertoezichtstelling is eerder verlengd en de machtiging tot uithuisplaatsing is verleend. De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds zijn vervuld, en dat dit in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige is. De kinderrechter benadrukt dat de moeder goed meewerkt aan de hulpverlening en dat er positieve contacten zijn met de pleegouders.

De kinderrechter besluit om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 15 mei 2025, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De kinderrechter geeft aan dat er een zorgvuldige overdracht naar het vrijwillig kader kan plaatsvinden, waarbij de GI de tijd krijgt om dit proces goed te begeleiden. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 18 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummers: C/16/ 581832 JE RK 24-1571
Datum uitspraak: 31 oktober 2024.
Beschikking van de kinderrechter over de verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming,
hierna te noemen de GI,
wonende in Amsterdam- [.] ,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige (voornaam)] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
Familie [A (achternaam)],
hierna te noemen de pleegouders,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 25 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder, bijgestaan door de heer [B] van [organisatie 1] ;
  • de pleegouders;
  • mevrouw [C] namens de GI.
1.3.
De kinderrechter heeft direct na de zitting mondeling uitspraak gedaan. Dit is de schriftelijke uitwerking daarvan.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige (voornaam)] is erkend door de vader en de moeder..
2.2.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige (voornaam)] .
2.3.
[minderjarige (voornaam)] verblijft in een perspectiefbiedend pleeggezin.
2.4.
Beide ouders hebben afzonderlijk van elkaar een bezoekregeling met [minderjarige (voornaam)] .
2.5.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 18 augustus 2021 [minderjarige (voornaam)] voorlopig onder toezicht gesteld tot 16 november 2021. Vervolgens is de definitieve ondertoezichtstelling uitgesproken tot 15 november 2022 en daarna verlengd tot 15 november 2024.
2.6.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 3 november 2021 de machtiging verleend om [minderjarige (voornaam)] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in het pleeggezin, welke machtiging daarna voor het laatst is verlengd tot 15 november 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige (voornaam)] te verlengen voor de duur van zes maanden en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2. Voor een onderbouwing van het verzoek, verwijst de GI naar het ingediende verzoekschrift.

4.De beoordeling

4.1.
De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing
van [minderjarige (voornaam)] verlengen voor de duur zes maanden, oftewel tot 15 mei 2025. De kinderrechter legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Op grond van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat nog steeds is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van
[minderjarige (voornaam)] nog steeds noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).
4.3.
Inmiddels is [minderjarige (voornaam)] drie jaar oud. Omdat uit het perspectiefonderzoek van [organisatie 2] is gebleken dat [minderjarige (voornaam)] niet meer bij haar ouders kan opgroeien en besloten is dat zij in het pleeggezin zal opgroeien, is er destijds ingezet op hechtingsbevorderende therapie in het pleeggezin. Op dit moment loopt er een VIB traject bij de pleegouders thuis om de ouders te ondersteunen en te adviseren in het aansluiten op het gedrag van [minderjarige (voornaam)] . Het gaat goed met [minderjarige (voornaam)] in het pleeggezin. Ze is gehecht aan haar pleegouders en heeft structurele omgang met haar ouders. De moeder heeft geaccepteerd dat het perspectief van [minderjarige (voornaam)] in het pleeggezin ligt. Zij onderhoudt op een positieve manier contact met de pleegouders in het belang van [minderjarige (voornaam)] . Zij heeft aangegeven dat zij vertrouwt op de mening en de adviezen van de pleegouders voor wat betreft de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] .
4.4.
Volgens de GI kan afgeschaald worden naar het vrijwillig kader, maar moet dit zorgvuldig gedaan worden. De moeder werkt als gezaghebbende ouder goed mee aan de hulpverlening en accepteert alle adviezen die gegeven worden. Dit vindt de kinderrechter zeer positief. De moeder heeft daarnaast positief contact met de pleegouders.
4.5.
Gelet op alle omstandigheden onderschrijft de kinderrechter het standpunt van de GI dat [minderjarige (voornaam)] bij de pleegouders moet blijven wonen en dat er overgedragen kan worden naar het vrijwillig kader. De kinderrechter zal de GI hier de tijd voor geven zodat deze overdracht zorgvuldig en warm kan plaatsvinden.
Hierna volgt de beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige (voornaam)] voor de duur van zes maanden, te weten tot 15 mei 2025;
5.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige (voornaam)] bij de pleegouders tot 15 mei 2025;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.G. Bakker, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024, in aanwezigheid van mr. C. A. Lammertink als griffier. De schriftelijke uitwerking hiervan is vastgesteld en ondertekend op 18 november 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.