In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige besproken. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming (GI) die verzoekt om de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren in 2021, te verlengen voor een periode van zes maanden. De kinderrechter heeft op 31 oktober 2024 een mondelinge uitspraak gedaan na een gesloten zitting, waarbij de moeder, pleegouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in een perspectiefbiedend pleeggezin verblijft en dat de moeder het ouderlijk gezag heeft. De ondertoezichtstelling is eerder verlengd en de machtiging tot uithuisplaatsing is verleend. De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds zijn vervuld, en dat dit in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige is. De kinderrechter benadrukt dat de moeder goed meewerkt aan de hulpverlening en dat er positieve contacten zijn met de pleegouders.
De kinderrechter besluit om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 15 mei 2025, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De kinderrechter geeft aan dat er een zorgvuldige overdracht naar het vrijwillig kader kan plaatsvinden, waarbij de GI de tijd krijgt om dit proces goed te begeleiden. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 18 november 2024.